Merik van der Torren droomt, draait, danst, denkt…


Droom ll

Ik woonde de plechtigheid bij
die draaide rondom mijzelf.
 
“Hier is Ingrid,” riep een man in een rolstoel.
Ingrid had ik lang niet meer gezien.
Ik danste met haar op onhoorbare muziek.
 
Mijn oom nam het woord. Hij zei:
“ Ik ga uit van een denkraam.”
 
Ik danste met haar en vreesde het afscheid.


Merik van der Torren

Share This:

U bent zelf een knuffel!



U bent zelf een knuffel!

Merkwaardige dag gisteren toch. De italianen wilde ik zien in Assen. (drents museum)  Maar er was file in de ochtend. Rijkswaterstaat vergat snachts bij werkzaamheden strepen te trekken op een bepaald wegvlak richting Assen. Alles moest dicht en alles moest afgesloten want er zouden en moesten strepen getrokken. rijkswaterstaat staat op haar strepen.

nou dan maar naar assen via lelystad en ik tiepte de stoephoer in:  hup naar assen jij maar via lelystad. en nu komt het: in nederland kun je assen niet bereiken vanuit amsterdam zonder groningen aan te doen. maar dan moeten we toch eerst omhoog om daarna weer omlaag te gaan schreeuwde ik tegen de vlaamse stoephoer in mijn auto. ze bleef onverstoorbaar. ‘niet keren’, ‘volg de aangegeven route’, ‘over 165 kilometer rechts aanhouden’ – ja en OOK dan weer tientallen kilometers terug brulde ik in mijn japannertje. niets hielp. via groningen naar assen bepaalde stoephoer.

waarom tiep ik dit allemaal? uiteindelijk is assen gehaald en de terugweg naar amsterdam verliep vlekkenloos via zwolle en verder via een inmiddels goed gelijnde route. de italianen mooi – mooi geschilderd – italie bestaat vanaf 1861 leerde ik. in Assen zijn schilders en hun late 19e eeuwse schilderijen met romantische, met socialistische en met symbolische motieven te zien – en ook dat éne doek met die onweerstaanbare vrouw en haar onweerstaanbare blik (“contemplatie” van Vittorio Corcos). in mijn armoede kocht ik in de museumwinkel een knuffel – en op die knuffel heb ik vannacht mijn hoofd neergelegd om in te slapen denkend aan die ene onweerstaanbare vrouw. ach leefde ik maar in de 19e eeuw. wat een droom. nooit eerder zo gedroomd van niemand niet.
 
pomwolff 4/9/2019

Share This:

Spaan Special 2 – ALJA SPAAN doet de dinsdag: ‘Schrijven is misschien dat vooral: thuiskomen en je omgeving herkennen, je benen op tafel kunnen leggen,…’

Wij mogen AlJA SPAAN verwelkomen de komende dinsdagen op de site. Het verzoek om de columns van JOLIES HEIJ waar te nemen gehonoreerd. Dank je wel ALJA en de tweede is raak: human intrest van de bovenste plank. Overleven, over leven en herkomst van Alja Spaan:

De schrijfster Anais Nin zegt in ‘De nieuwe vrouw’:
De kunstenaar is een tovenaar – hij heeft me geleerd dat waar je ook terecht bent gekomen, je altijd weer kunt ontsnappen”. Dat troost me meestentijds.

Schrijven omdat je bang bent dat niemand je vindt terwijl je je verstopt hebt onder de bessenstruik. Tot tien horen tellen en dan denken dat nooit iemand op het idee komt daar te zoeken en eigenlijk dat ook niet willen. Schrijven omdat er niemand is die luistert, omdat de anderen te groot zijn of te ver weg of teveel met zichzelf bezig. Schrijven uit wanhoop, onmacht, neiging tot schreeuwen terwijl je keel vastgeschroefd is en je tong uit je mond gerukt en simpelweg niemand in staat is tot horen. Schrijven omdat dat het enige is dat nog rest, het enige is dat je kunt, althans dat hoop je.

Schrijven om orde te scheppen omdat orde veiligheid brengt en rust, omdat duidelijkheid overzichtelijk is en gewenst, omdat beheersing noodzakelijk is en omdat je verweten is dat je dat niet bent: niet beheerst, niet duidelijk, niet veilig. Schrijven ook om mooier te maken, beter, te helen of juist te scheuren, schrijven om dingen in op te bergen of juist om iets aan te tonen. Zo verdwijnt de vader uit de eerste column onderaan de trap, opgerold in een stinkende deken.

Can death be sleep, when life is but a dream, 
And scenes of bliss pass as a phantom by? 
The transient pleasures as a vision seem, 
And yet we think the greatest pain’s to die. 

How strange it is that man on earth should roam, 
And lead a life of woe, but not forsake 
His rugged path; nor dare he view alone 
His future doom which is but to awake. 

© John Keats, On Death

from Posthumous and Fugitive Poems

“Hij was nu beslist ergens anders. Hij kon niet zeggen of hij nog zweefde of zat. Het kwam hem voor dat hij onderweg was naar iets en ergens moest aankomen. Er streken flarden lucht tegen hem aan, er waren ijle witte wolken, er hingen pluimen rook. Ergens heel diep van binnen kwam de gedachte dat hij iemand moest waarschuwen, dat hij zijn moeder moest zeggen waar hij naar toe ging, dat er een bezorgdheid zou zijn als hij niet vertelde dat hij op tijd terug zou zijn. Ze zou de aardappels over de tafel gooien en doen alsof de mand gescheurd was. Ze zou opstaan en langer zijn dan ooit, het lijf angstaanjagend wit, de haren los, en het vel pakken van zijn arm en dan dat tussen twee vingers draaien.”

(uit: Bestsellers, hoofdstuk 3)

De moeder uit de eerste column komt in hetzelfde relaas terug, zelfs de dochter kent daarin haar plaats. Het is elke keer alsof alle reizen samen met chauffeur en passagiers en met medenemen van bagage en passanten tegelijk eindigen. Schrijven is misschien dat vooral: thuiskomen en je omgeving herkennen, je benen op tafel kunnen leggen, je kreukelige kleren uithangen, de kruimels uit je koffer schudden, de auto in de was, de ansichtkaarten geschreven, bij het verzenden misschien nog een aarzeling, en ze dan terugvinden onder de fruitschaal. De peren hebben de appels aangeraakt, er zijn bruine plekken ontstaan met spikkeltjes erin en er hangt een lichte geur van bederf.

Vervolgens is schrijven het raam open zetten, de tochtstroom voelen, de geur van een verlaten zomer ruiken, de melodie van een kinderliedje in de verte horen, een motor die aanslaat, het ontmoeten van de thuisblijvers. Op sommige dagen komen we ook tegen:

negenenvijftig motoren in groepjes van vier, drie vissers in de beschutting van een reuzenparaplu, een treuzelend brommertje met een giebelend meisje, BMW’s met bungelende knuffels en open ramen, een man in korte broek (met tuinslang), twee magnums uit de verpakking, een hond op het fietspad, vier mannen in trainingspak die allemaal tegelijk hun kuitspieren ontwikkelen en een roze plastic tas aan het prikkeldraad van het weiland langszij.

Ik was om alle goede redenen onderweg.

een bewijs

Als ik het opschrijf, is het voorbij en ben ik definitief
weer thuis, kom ik terug in de dagelijkse dingen,

zoals hier. Voorheen was dat juist de reden het te noteren
en niet alleen op deze plek. Agenda’s vol,

symbolen op de muur, pen op de zijkant van je hand, een
groet onder de postzegel, enveloppen op je

deurmat. Bewijzen tegen het vergeten, het herhalen het
teken van bestaan, logboek tegen de dood.

Als teken van vertrek groette ik vanaf het papier, eenmaal
thuis holde ik naar de kantlijn, misschien

meer voor jou dan voor mezelf, een lezer moet niet nodeloos
verontrust worden. Even twijfel ik of ik zelfs

degene was die schreef zoals ik nooit zeker ben van de reis,
de deur nog in het slot draai en liever doe alsof.

Alja spaan
(log 12 november 2018)


Share This:

U bent zelf een romanfiguur!

U bent zelf een romanfiguur!

de dichter Brandhoff reageerde gisteren met een zekere mate van enthousiasme op mijn column met de titel – ik ben zelf een dichter! als volgt om met een goede raad te eindigen:

“Dat is natuurlijk waar, al hadden we al veel eerder vastgesteld dat niemand op de waarheid zit te wachten. Overigens ook niet op de weg of het leven. Het leven wordt je vanuit de schoot in geworpen. Van daaraf bekijk je het maar. Je zou dichter kunnen worden. Net als ik zelf of zoals Ólafur Kárason of Ljósavík. Die heeft het overigens óók niet makkelijk gehad, ook al bestond hij slechts als romanfiguur. Dit lijkt mij dan uw volgende column, heer Wolff: “U bent zelf een romanfiguur!”.

Over de door Brandhoff op de kaart gezette romanfiguur lezen we op internet: “Ólafur Kárason had always kept to himself and did not interfere in other people’s affairs;…” verder hoef ik niet te weten – deze romanfiguur kent heel veel gelijkenis met mij – met dichter, columnist pom wolff. ik  bemoei me nooit met het leven van een ander en ik heb me  in het verleden ook nooit bemoeid met het leven van de ander. sommige mensen maken daar hun levenswerk van. BAH! – die instelling ook vreselijk!!! neen  ik schrijf slechts over schoonheid, wonderpracht, volmaaktheid en de ontroering daarbij – laat ik één voorbeeld noemen: voorbeeld!

Share This:

Karin Beumkes ontwaakt in MENS&MELODIE op de maandag


Afscheidsritueel

Twee tandenborstels één
twee messen, ook voor twee
twee abrikozen, drie
twee kussen, nu zo koud

drie geheimen, vier
vier boeken, vijf gedeeld
vijftien tranen, honderd gedachten

negen bijbels, tien kaarsen
twintig lessen, dertig gebaren
wij hebben tweeduizend jaar geleefd

twee tandenborstels, één
tweehonderd excuses door een telefoon
God in de Hemel
laat ons slapen

ontwaken
twee tandenborstels, één.
 
Muziek: The Waterboys – When ye go away
Karin Beumkes

Share This:

U bent zelf een roofdier!



U bent zelf een roofdier!

ja ‘we zijn roofdieren’ werd mij gisteren bevestigd door een bioloog tussen hapjes en drankjes door in amsterdam oost op een feestje. ik keek om mij heen en zag mensen zitten, drinken, praten. in zekere zin gemoedelijk ook.  in groepjes. zelf was ik ook niet op oorlogspad.
een duo singersongwriters aanstaande zondag weer te genieten  in  het maandelijks café  genieten in amsterdam oost zong leonard cohen songs en andere gouden songs. de sfeer steeds gemoedelijker en mooier ook door de prachtige liedjes en prachtig gezongen liedjes.

deze bioloog heeft jarenlang amsterdamse kinderen les gegeven. hele generaties amsterdam oost zijn door zijn handen gegaan en al die tijd heeft hij kinderen geleerd dat wij mensen roofdieren zijn. ROOFDIEREN!

of zijn kennis berust op wetenschappelijk onderzoek vergat ik te vragen. voorlopig houd ik het op een particuliere mening maar wel een met brede verspreiding in Amsterdam oost.

Voor mij ligt nog de verzamelbundel van café Daan&Daan. daarin opgenomen een (wraak)gedicht van Kat Kreeberg, die in Amsterdam Oost biologieles heeft genoten op de IVKO school – langzaam maar zeker begin ik iets te begrijpen.
 
pomwolff 2/9/2019

Share This:

Petra Maria wint de enige echte virtuele – hoe kan dat nou – trofee op pomgedichten

stevig juryberaad heeft als resultaat opgeleverd dat PETRA MARIA deze week het goud mag omhangen. een prachtig gedicht – teer als het voorzichtige ochtendlicht van augustus. ‘ dat je de woorden bijna niet durft aan te raken – \’zo staat het beschreven in het juryrapport en zo is het ook – petra maria gefeliciteerd.
ONDER SLUIERS
VAN BOMEN

dat ik daar nu aan denk
nu het augustus is

onder een woudreus
waar we geluk schreven

zijn we dat verloren
ligt het bedolven
onder lagen blad

droeg jij niet de liefde
naar mij

zo ver was het toch niet
bedoeld

Petra Maria


ook in september draagt dit gedicht de augustuswoorden neergeschreven door petra maria. een vraag met reikwijdte. hoe is het allemaal mogelijk – een heel heel voorzichtig antwoord op de vraag wordt heel heel aarzelend getracht. maar de dichter weet natuurlijk ook wel dat dat het antwoord niet kan zijn op de vraag naar waar en waarom de liefde verloren ging. heel teder wordt het verlies hier beschreven dat je de woorden bijna niet durft aan te raken – dan vallen ze om. (of dwarrelen ze met de wind mee weg).
  • RIK VAN BOECKEL takken bewaren dit geheim dat nooit openbaar zal zijn
  • PETRA MARIA zo ver was het toch niet bedoeld
  • FRANS TERKEN wil opheldering

 
Wie wint de enige echte virtuele – hoe kan dat nou – trofee op pomgedichten? wellicht zijn er dingen die nog opgehelderd moeten, dingen van de liefde, van voorbij, dingen van verlangen of van toch nog ooit of van zeker wel. we lezen ze graag.
u kent de regels: de gedichten niet te lang svp – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.


nog steeds overal

hoe kan dat nou
net zat je nog op een terras
nu zie ik je weer achter een zwetend raampje
 
in een amsterdamse tram
naast remco campert staan
hoe kan dat nou

dat de straat weer een gewone straat is
een terras een gewoon terras
met uitzicht op wat ik maar voorbij zal noemen
 
en jij ooit de tram nam die ik ook nam



pomwolff
 
 
 
 

 
De rivier van de tijd

De takken hangen boven de rivier
ik tel de groene bladeren
boven de Rio Vouga
kastanjebomen spiegelen zich
in de miljoenen jaren

ik raak de tel kwijt
mijn leven is zo klein in de tijd
vlinders vliegen vlijtig langs
storen zich niet aan mijn gezicht

ik zet een boom op met onze gedachten
het leven is een spiegel van de eeuwen
de hominide sprong uit zachte stromen van de zee der continenten
‘n miljoen jaar terug op aardrijk’s rug

we schreven nog niet
met pennen van schors
takken bewaren dit geheim
dat nooit openbaar zal zijn.


Rik van Boeckel
Rio Vouga
São Pedro do Sul
30 augustus 2019



het leven is een spiegel van de eeuwen ‘- rik weet ook niet hoe het allemaal gekund heeft – het HOE van de oorsprong zet hem aan het denken en het denken van RIK is meteen ook het dichten. De Rio Vouga haalt “Die Vergangenheit” boven (water). de nietigheid van de mens in een aantal mooie regels gegeven.
 
Opheldering

Alsof je op twee plaatsen tegelijk kunt zijn
je ziet jezelf zitten in een spiegel
in de ogen van de ander verdwaald

hoe je in een strandstoel aan zee hangt
en leest van een onweerstaanbaar feest
waar de vuurwerkvonken vanaf vliegen

maar je bent daar niet – noch geweest –
drijft als een wolk boven het hoofd weg
naar een binnenstad in het zuidoosten

in het zwart van een heldere nacht
brandt daar licht op de plek
waar je later wel wilt landen

je trekt het zicht erop naar je toe
telt de sterren tussen daar en hier
veert op om dichterbij te komen

FT 31.08.2019


“maar je bent daar niet” – de kernregel in dit gedicht – hoe graag ook gewild – de realiteit snijdt als het ware de dichter van zijn poëzie af – snijdt dichters  poëtische droom aan flarden. tussen droom en daad…. wat resteert legt Frans schitterend vast in die twee laatste – in wezen wanhopige – regels:
(je) telt de sterren tussen daar en hier
veert op om dichterbij te komen


Share This:

U bent zelf een Kees Godefrooij!


U bent zelf een Kees Godefrooij!
 

Het thema voor de zondagochtendwedstrijd is een vraag deze week – geen antwoord. dichters geven blijkbaar liever antwoorden dan dat zij vragen stellen. hoe kan dat nou? dat was de vraag. toch zijn er heel wat vragen te stellen. hoe kan dat nou dat de zon op 1 september verdwenen is? hoe kan dat nou dat ze daar achter dat water in engeland de democratie hebben afgeschaft? hoe kan dat nou?  dat Kees Godefrooij bij het Daan&Daan festival niet kwam opdagen vanwege – naar zeggen van sassy de presentatrice – ‘een enorme buikloop’.
 
nou ik ben in het festivalboekje op zoek gegaan naar een antwoord – en ja hoor het antwoord was al snel gevonden – in het festivalboekje lezen we het antwoord in een gedicht van Kees Godefrooij – (ook Kees Godefrooij stelt geen vragen – neen Kees geeft liever ongevraagd antwoorden.)  we lezen zijn antwoord in optima vulva: ‘hij zit geketend aan het altaar van haar klit’ dat is wat we lezen – dat is waarom deze KEES GODEFROOIJ niet aanwezig was bij Daan&Daan en verder  lezen we dat godefrooij  weer eens ‘spit’ heeft. Wat een toestanden allemaal – zo zie je maar weer sassy – die godefrooij heeft zijn hele buikloop bij elkaar gelogen. zijn afwezigheid stinkt.


en ik zeg: laat Kees Godefrooij toch lekker nog even vast zitten – liever vast  “aan haar klit” dan bij Daan&Daan onder de mensen. (met of zonder buikloop).

pomwolff 1/9/2019

Share This:

Ik ben zelf een dichter!

vanmiddag op naar
Daan&Daan
allemaal dichters daar. een tuin, een podium en witte wijn. er zijn dichters veel dichters. en ik moet nog een column. dan maar alleen de titel van de column en het gedicht dat ik vanmiddag bij Daan en Daan zal doen – zeg maar als column:


nog steeds overal

hoe kan dat nou
net zat je nog op een terras
nu zie ik je weer achter een zwetend raampje
 
in een amsterdamse tram
naast remco campert staan
hoe kan dat nou

dat de straat weer een gewone straat is
een terras een gewoon terras
met uitzicht op wat ik maar voorbij zal noemen
 
en jij ooit de tram nam die ik ook nam



pomwolff
 
 
 
 

Share This:

U bent zelf opgelost in de werken Ruitenbeek!



U bent zelf opgelost in de werken Ruitenbeek!

https://www.ginieruitenbeek.nl/industrie/nieuw-werk/
Vanmiddag is er opening van werken in LOODS 6 – Expositie the joy of painting in LOODS 6 Amsterdam – KNSMlaan 143  – 30 augustus tot en met 1 september 2019. 17.00 uur.

In haar landschappen verbeeldt ze vooral de ruimte, en desolate sfeer, die ze meenam van de reizen die ze maakte naar o.a. Scandinavië, IJsland en Groot-Brittannië. Onderstaande tekst van Willem Frederik Hermans illustreert deze ervaring: “Ik laat mijn ogen over dit eenvoudig landschap gaan, nergens door bomen versluierd en toch zo geheimzinnig. Het is kaal en maakt geen kale indruk door de talloze kleurschakeringen van de nietige planten, de mossen, de grote keien en de lege plekken.” (Tekst uit Willem Frederik Hermans, Nooit meer slapen)

‘De mens is uit haar werk verdwenen.’ Lees ik bij de werken van kunstenares Ginie Ruitenbeek. Een interessant gegeven. Blijkbaar kun je verdwijnen uit de werken Ruitenbeek. Ooit waren daar mensen en nu ze verdwenen zijn, wellicht zijn opgegaan in de adembenemende landschappen, resteert alleen nog een omgeving – voor de mensen opnieuw zichtbaar gemaakt door de schilder.

En weg zijn we! Ja ja U ook! De mens opzienbarend opgelost in de werken Ruitenbeek – zo beschouwd zijn haar schilderijen tevens van adembenemende poëzie gemaakt.
 
pomwolff 30/8/2019

Share This: