de ene na de ander dient het veld te ruimen bij de politie. je vraagt je af hoe je daar teamchef wordt. de een spreekt over een totaal verziekte organisatie – vol racisme, macho, seksuele intimidatie en ander fraais. wat gebeurt er eigenlijk allemaal in die politie-auto-tjes. en wat wordt er eigenlijk bedoeld als je weer eens hoort dat er veel te weinig of bijna geen blauw op straat te zien is.
in ieder geval sneuvelt de ene na de andere teamchef. die van vandaag vanwege seksuele intimidatie richting een hoofdagente. ergens in de haarlemmermeer dacht ik te horen. bettie je moet om 11.00 uur even bij de teamchef komen riepen de collega’s daar vorige week nog in koor.
de teamcheffin – die vorige week in Leiden op NON AKTIEF werd gesteld door de korpsleiding (korpsleiding ahum) zorgde voor teveel spanningen door haar uitspraken over racisme en seksuele intimidatie. ik heb zo het angstige vermoeden dat daar in Leiden beter de korpsleiding op NON AKTIEF moet worden gesteld – op seksueel non aktief. in plaats van de teamcheffin die de wantoestanden daarachter publiek maakte.
–> bij het getoonde kunstwerk de prachtige stadsgedichten deze week. dank je wel catharina voor de inspiratie. amsterdam en leiden in een terechte belangstelling van de dichters geplaatst. de plaatsen waar dichters zo graag verkeren. waar een terugblik op het verleden in goede stadsaarde valt en waar ook de toekomst geleden kan worden. dus ergens tussen amsterdam en leiden ligt de waarheid de weg en het leven – maar dan wel in amsterdam deze week. arie van egmond met een compleet gedicht – een droomgedicht bij het de werkelijkheid vervagende kunstwerk van de schilder. goed getroffen door de dichter in dichtersdroom – door arie. van harte met het welverdiende goud. zilver en brons voor de dames deze week – laten we tweemaal zilver doen voor petra maria en voor gerdin linthorst – ook van harte natuurlijk. jij bent mijn nachtelijke dwaling lezen we bij petra maria én zij voelt de wind in al haar weefsels maar viert de teugels niet – schrijft gerdin linthorst. JA – YESS – zó wil een man toegezongen. alle dichters natuurlijk dank je wel voor de mooie ingestuurde werken. hieronder een bossche bol voor arie mede namens jurylid bregje zonderland.
de hoed en de rand het javaplein was het met zijn badhuis en borneohof dat me vandaag een eindeloze droom van ooit inwreef die van vertrouwde paden af tussen vreemdbouw dijk en zee erachter herberg zeeburg als ik nu zie
zo in de jeugd de grens tussen de westelijke polder en het vuige welkom van de stad te nemen moeder op wasdag me uit het oog verloor de lijnen van scholen kerken als douanekantoren wreed een onschuldig nachtleven doortrokken
zo later de bastions zolderruimtes her en der
gespuis vaag binnen de wal gebonden nieuwwercks kroegleven met een opa het omsingelde op antiquairsprenten
schillen herinneringen me tot de kern en trekt het beeld voor het slot van de reis wie weet eindelijk scherp
Aratrios
–> we weten het ook niet arie. het kunstwerk brengt arie terug als het ware in een droom naar herinneringen in en uit zijn jeugd – we lezen over een badhuis, over een plein in amsterdam, over de bezochte zolders. moeders wasdag ook nog even gememoreerd. zo lezen we arie van egmond graag. dat we begrijpen wat we lezen. we lezen van het begin – hoe het in een droom… zodat het vorm en inhoud kan krijgen…. – we lezen van een einde – arie maakt zich op voor de laatste reis – en gelukkig is dát beeld nog niet scherp – blijven we in het gedicht – in die mooie droom ingekleurd met leven – een gedicht van de stad. het geleefde leven. een compleet gedicht. een droomgedicht.
Petra Maria – jij bent mijn liefste jij
Rik van Boeckel – De knotsoude Eik waakt over slapende boten
Frans Terken – in de schaduw van stil verlaten plekken
Aratrios – het javaplein was het met zijn badhuis
Gerdin Linthorst – zij voelt de wind in al haar weefsels maar viert de teugels niet.
Ditmar Bakker – “Rijm is passé!” beweren valse tongen.
wie wint de enig echte virtuele de stad – deze stad – in deze stad wil ik leven – voortleven en ten onder gaan trofee op pomgedichten? met als inspiratie een werk van catharina deze week – http://www.cathelier.com/index.html – de stad waar dichters mooie momenten liggen waar dichters mooie momenten lagen waarin dichter wil doodgaan en vooralsnog wil leven. die stad – die momenten – die prachtige ervaringen met hem of met haar in die stad die onvergetelijke stad. we lezen zo graag van die momenten, van die liefde in die stad. u kent de regels: de gedichten niet te lang svp – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
we zagen niets
rennend haalden we middernacht het plein rond als de aarde de klok de wijzers wij het was een mooi soort groen waar alle ego van echo was we zagen niets, we sloopten gras je wilde geen water om je af te vegen –
verbonden door de grond draaien we door in eigen richting als ik je hand aarzelend vastpak moet die grond te voelen zijn jij je hondje – in een hondje zit geen poëzie – ik mijn hand die onbeholpen stottert en toch nooit had ik meer
pom wolff
JIJ BENT
mijn straten naar de oude markt mijn kathedraal beklom ik ooit je toren tussen wolken tegen blauw
jij bent mijn nachtelijke dwaling door verlaten straten eenzame dronkaard op mijn pad naar huis
mijn wachtershuisje bij de ophaalbrug terwijl de boten drijvend langs de kade mij befluisteren
ben jij mijn lust mijn leven tot ik sterf jij bent mijn liefste jij jij bent mijn stad
Petra Maria
–> een heerlijke opening deze week van de wedstrijd – we wandelen graag met petra maria mee – een verbeelding van een samenzijn. heeft ze het over mij? ja ze heeft het over mij. over de lezer zeg maar en de lezer dat ben ik. je bent mijn nachtelijke dwaling schrijft ze – ga door ga door – en je bent mijn lust en mijn leven schrijft ze. mijn liefste jij. ja hoor ik wil wel een nachtje wonen in die stad van petra maria. een bijna onontkoombaar gedicht – net genoeg ruimte om je eigen stad in de woorden – de woorden in – te denken. o ik zie ineens dat ik ook een eenzame dronkaard ben én een oude markt wel ja – ik blijf wel graag een consistent geheel! lieve petra.
STAD IN HET GROEN
De knotsoude Eik waakt over slapende boten bladergeesten sprenkelen zoethout en hutspot van gegronde mysteriën over de stad
Stad In Het Groen Plantsoen Stad van Glinsterende Grachten voorbij de Eik ligt ’n ander Rijk de Stad van Flonkerende Gedachten
vogels zingen het ritme van de Natuur kwakende stilte slaakt een diepe zucht hoe een Burcht verrees boven de Rijn
Van der Werff’s standbeeld zal nooit boeten voeten staan te lang stil bij elke gril van de ontzette stad
feestvierders ruiken de haring van verre schrijvers halen ’t hart op vorsten en dichters studeerden af
de Nachtwacht geboren in de Weddesteeg zag het licht van de geschiedenis ontwaken in kathedralen van stand
Rik van Boeckel 28 september 2019 Leiden
–> ‘zoethout en hutspot’ dat moet leiden zijn. rik weerom in de stad der steden en we lezen een lofzang en een liefdevolle beschrijving – een klein poëtisch samengesteld geschiedenisboekje we weten wat we weten moeten. missen we alleen een beetje de wandeling voor 2 die petra maria ons hierboven aanbood en die de stad – elke stad – romantisch inkleurt. ik bedoel op een gegeven moment gelooft ze het wel dat rembrandt daar en daar… en wil ze zoenen.
Vertrouwd terrein
Dolend door bekende straten wacht om elke hoek vertrouwd terrein een plein onder dundoek van parasols
aan tafels zit het schuim tot in de kragen tikken glazen waarin je kopje onder kunt je drijft op gelispel van het warme woord
niet dat je hoort waarover gesproken maar het meer van stemmen dat roezemoezend om je heen zwemt
hoe het leegte vult waar je van wegloopt de schaduw van stil verlaten plekken als een vloek grijpt het je bij de keel
je versnelt slalomt tussen lantaarnpalen tilt de beide benen van de grond zweeft op het dansen van het licht
alsof het je laatste gang is de stad getekend en gevangen waar je ieder dag voor zwicht
FT 28.09.2019
–> in zekere zin lopen we mee met de hoofdpersoon die niet kan opgaan in een gezellig geroezemoes op een plein in een stad. die op die warme zomeravond voorbij gaat aan een vol terras – in iets van eenzaamheid gevangen. de leegte gevuld met geluiden die er voor de hoofdpersoon niet toe doen. hij of zij zou alle terrassen vol in de stad willen ruilen voor dat ene, het onbereikbare, we lezen over een pijnlijk gemis. hoe alleen je kunt zijn in een te volle stad.
Amsterdam
Hoog te paard berijdt zij de woorden zweept op tot zinnen ketsend langs de gracht die niet meer stinkt anno nu. Stadse vertakkingen woest van dadendrang en de bomen zoveel hoger dan toen. Bij de tramhalte vangt de travestiet met hardrode mond haar blik schikt zijn netkous en grimt een glimlach vluchtig als een vlinderslag. Zij berijdt het kermispaard voelt de wind in al haar weefsels maar viert de teugels niet. Volgt het doolhof van sporen en momenten langs oude gevels en nieuwe eilanden van opgespoten zand. Haar plattegrond van schijnbewegingen de blauwdruk van haar bestaan.
Gerdin Linthorst
–> Gerdin onmiskenbaar in 020 – het paard doet aan wilhelmina denken die ergens hoog op een paard de stad berijdt – heet de plaats des onheils niet damrak of zo. nou en als het konigin-moeder wilhelmina niet is dan is het wel een andere sterke vrouw. wellicht de dichteres die er een heel gedicht over doet om 2 regels van zeldzame schoonheid te plaatsen in een verder lieve tekst:
Zij berijdt het kermispaard voelt de wind in al haar weefsels maar viert de teugels niet.
passievol dat mag gezegd. en als het ook dichteres zelf niet is dan lezen we hier over het kind in ons allemaal. zoals elk kind het leven begint op een kermispaard. voelt dat er leven in het leven zit – in een bestaan. blijkt het gedicht in wezen te gaan over alle vrouwen om ons heen – hun zoektocht langs oude gevels, de vooruitgang getekend in opgespoten zand.
Op Leiden
Al wordt de laatste platvloers weggezet als oudheidkenner met bestofte longen, de tweede als een langoureuze jongen, de eerste als met romantiek besmet;
hun stad hebben ze alledrie bezongen: een Bilderdijk, een Paaltjens, een Bastet… Maar welk auteur schrijft thans nog een sonnet? “Rijm is passé!” beweren valse tongen.
De meeuwen die het afval ’s ochtends scheiden bezong men niet. Hun weerklank enkel die van schitter op de Rijn—vervlogen tijden.
Toch rijmt mij die vergulde rêverie van het vergeten, langgeleden Leiden door dode barden, méér dan ‘k somtijds zie.
Van: Ditmar B
–> we lezen over de jonge en toch al best belezen romanticus die door zijn stad dwaalt – de eenzame lieve jongen die en passant de teloorgang van de poëzie, dat ongerijmd gedoe, sta mij o heer één woordspeling toe – leidzaam – ondergaat. ditmar bakker weet het altijd zo te draaien in zijn poëzie dat in ieder geval de moedergevoelens bij de meeste vrouwelijke lezers aangeraakt worden. en ook de meeuwen worden niet vergeten. verder laat zich dit gedicht als altijd heel goed in een bedscene plaatsen – waarin de jonge dichter wordt opgedragen – op zijn knietjes – de woorden heel langzaam voor te dragen en een bestraffend en hard liefdespel na de 14 zacht uitgesproken klagende regels voor een heerlijk evenwicht zorgdraagt.
Wereldreiziger
Je vraagt me steden te noemen om te sterven na Napels te hebben gezien.
Ik heb in iedere stad een plek tussen de stenen, in de groeven van het bestaan.
Nergens gaan de honden liggen overal schuimen blagen trekken fanfares door de straten.
Ik draag de plattegronden op het hart, memoreer ansichten uit het hoofd.
Maar de stad die van ons samen is moet nog worden gebouwd uit piepschuim of van karton.
Ik was een toerist in de stad die jij in alle haast hebt verlaten je liet de poort openstaan.
Jolies Heij
–> wat een toestanden toch weer waar zij zich begeeft. kind toch. en wat kan ze mooi schrijven over ‘de groeven van het bestaan’ – de stad ‘van ons samen’ is nog niet gevonden – is in zekere zin nog alleen maar een speeltje van dichteres. van bordkarton gemaakt. ik heb bij de poëzie van jolies heij heel vaak – eigenlijk net zo als bij ditmar bakker – dat ik de poëzie terzijde wil leggen en de helpende hand zou willen aanbieden. maar ja voor je het weet beland je dan in bed. of dát de bedoeling is van de heer op een door hem gewijde zondagochtend is wel even de vraag hier in het redactielokaal. in ieder geval staat in het gedicht de poort nog open – lezen we . een gedicht met de nodige ontsluiting mag dit gedicht zo samengevat?
Eijlders
wie is niet naar Amsterdam gekomen dorpscafé en nieuwbouwbar ontvlucht om pleinen te ontdekken vol plezier en kroegen vol met geestverwanten
sommigen boften en zijn hier geboren de Westertoren en de grachten, overdag de Albert Cuyp, maar vooral de nachten de accu opgeladen na een middag Eijlders
met schilderkunst, muziek en poëzie en wie daarna dan nog niet dansen kan neemt het leven door met bitterballen drinkt hier een glas tot in de late uren
voor mij ben je altijd een veilig hol geweest besefte ik deze keer ineens voor ‘t eerst toen ik op weg naar huis het Leidseplein op liep waar ook veel dertigers het leven vierden
anke labrie
–> amsterdam goed op de kaart gezet deze week. anke op weg naar een veilig hol – aan het leidseplein nouja in een zijstraat de kroeg die ook bij niet amsterdammers en vele kunstminnenden geliefd is. anke beschrijft waar het goed toeven is met een bitterbal tussen de kunsten – de wijn of het biertje bij de bitterbal. de late uren een kroeg met geestverwanten. de titel als een gedicht.
I shall come back without fanfaronade Of wailing wind and graveyard panoply; But, trembling, slip from cool Eternity- A mild and most bewildered little shade. I shall not make sepulchral midnight raid, But softly come where I had longed to be In April twilight’s unsung melody, And I, not you, shall be the one afraid.
Strange, that from lovely dreamings of the dead I shall come back to you, who hurt me most. You may not feel my hand upon your head, I’ll be so new and inexpert a ghost. Perhaps you will not know that I am near— And that will break my ghostly heart, my dear.
[Dorothy Parker]
.
Ik Kom Terug
Ik kom weer terug zonder trompetgeschal Of huilwinden of ijselijk gegil, Maar trillend uit de Eeuwigheid, die kil Een geest ontviel: vreemd, en ontheemd, vooral.
Terug zonder nacht’lijk knokencarnaval, Verschijnen waar ‘k slechts wezen wilde, stil In schemering en luwte van April, En ik, niet jij, zal bang zijn in dat al.
Vreemd—wie mij ’t meeste zeer heeft toegedaan Bezoek ik ’t eerst als dode: jou. Beloofd, Wellicht als spook zo nieuw en onbekwaam Dat jij niet eens mijn hand voelt op je hoofd,
Niet eens voor mijn nabijheid sensitief, En dat breekt dan mijn spokend hart, mijn lief.
Mensen in Amsterdam die coke snuiven moeten zich realiseren dat ze het bloed van een onschuldige advocaat aan hun handen hebben. Die man is omgekomen door een aanslag op de rechtsstaat. Harde feiten zijn dat er een vader van twee kinderen doodgeschoten is door een tiener die daarvoor beloond wordt door een man, die Nederland op grote schaal van coke voorziet. De reden hiervoor is dat er voor deze man andere wetten gelden dan die van ‘de Nederlandse rechtstaat’. Voor deze man geldt het recht van de wreedste. Het recht van de meest daadkrachtige. Geen geschreven wetten. Maar harde wetten. Bijna natuurwetten. Een rechtstaat op zich. Naast de papieren rechtsstaat waar wij in leven.
‘De grootste misdrijven ter wereld worden niet gepleegd door mensen die de regels overtreden, maar door mensen die de regels naleven’ (Banksy) Wij worden in onze rechtstaat beschermd als scharrelkippen, als we tot de middenklasse behoren. Zolang we eitjes leggen door hypotheken af te sluiten en auto’s te kopen. De armen en de mindere klassen worden met velen in hokjes gepropt om te dienen als kiloknallers op consumptiegebieden als Primark, Action en McDonalds. Intussen betalen Shell en Unilever geen winstbelasting onder de regels van de rechtstaat. Worden giftige schepen onder gaten tussen rechtstaten rustig in Bangladesh op stranden gedumpt. Wordt de olie in Nigeria nog steeds rustig uit de grond gepompt, een ecologisch ramp achterlatend. Als er voor elke scheepssloper of sloppenbewoner die de kanker sterft op zijn dertigste ten gevolge van wat onze welvaart en winst moet dienen, in het beschaafde westen een advocaat zou sterven, dan zou er geen advocatuur meer over zijn. Ook deze ‘voor-onze-welvaart-doden’ laten jonge kinderen achter. Maar halen nooit het nieuws als ‘echte mensen’. Feiten die dichtbij zijn, spreken natuurlijk altijd meer aan. En wat ver weg is, dat kun je wegrationaliseren of gewoon negeren. Of je kunt schermen dat daar andere wetten gelden. De wetten van de jungle. En dan zijn we weer thuis.
De huidige rechtstaat is op vele vlakken een werktuig van de heersende macht. Vooral daar waar het gaat om de juridische bescherming van grote belangen zoals corporate profit en onschendbaarheid voor de rijken. Dat alles gestoeld op die goede oude VOC-mentaliteit. Maar daar waar heersende machten elkaar raken, schuren verschillen in rechtstaten. Het vermoorden van een advocaat is in onze rechtstaat een aanslag daarop. In de rechtstaat van de straat is het een causaal gevolg van een begane overtreding. Het lichtpuntje in dit hele geval is, dat op Nederlands grondgebied de bureaucratische rechtstaat niet meer almachtig blijkt. Dat verklaart ook de ophef en het belang in de volksbeïnvloeding. ‘Blijf onze rechtstaat alsjeblieft trouw…’, smeken de slinkse paladijnen van de macht ons. Een Robin Hood wil ik Ridouan T. niet meteen noemen, maar het komt er in overdrachtelijke zin wel het dichtste bij voor wat er nu rondloopt in dit land. Criminelen en motorbendes zijn, hoe verachtelijk ook, de laatste en meest succesvolle rebellen die er nog rondlopen. Tenslotte nog een hart onder de riem voor onze yoga snuivers in 020: Wil je echt iets goeds doen, stop dan met benzine tanken en eet geen appels meer uit Nieuw-Zeeland. Daar redt je meer levens mee, dan door te stoppen met coke snuiven.
VON SOLO, FEAR AND LOATHING IN POWEZIE LAND!!! Openhartige openbaringen van de Jeff Koons van de vaderlandse powezie.
Ik ben soms net een wijf. Of een slak. Mijn halve huisraad sleep ik achter me aan. Elke dag. Schrijfboekjes, elektronica, pennen, kleurpotloden en gereedschap. In een tas. Die ik over mijn schouder draag en die overal mee naar toe gaat. Lang was een ouderwetse pukkeltas genoeg om alles te bevatten dat mee moest. Tot er een half jaar geleden ineens structureel een broodtrommel aan het assortiment werd toegevoegd. De pukkel was te klein en er moest een nieuwe tas komen…
Deel 109. Rugtasje
En toen begon de ellende. Vijfentwintig jaar lang had ik niet meer over tassen na hoeven denken.
Tel daar bij op dat ik wat praktische zaken ongeduldig kan zijn en een voorliefde heb voor snelle resultaten. Met andere woorden, er moest snel een oplossing komen. En dat lukte. Ik wilde weinig geld uitgeven. Daarbij had ik met mijn pukkel goede ervaringen. Dus belandde bij de dumpzaak. Vijf minuten en vijftien euro later stond ik weer buiten met een zwarte pukkel met twee zijzakken. De tas was iets ruimer dan mijn traditionele pukkel. Het canvas was echter twee keer zo dun. Er zat enkel een schouderband aan, maar dat hinderde niet. Na twee dagen gebruik kon ik concluderen dat ik best in mijn nopjes was met mijn nieuwe tas. Ik greep nog wel te pas en te onpas naar mijn oude pukkels als ik enkel een schrijfboekje mee wilde nemen, maar de nieuwe tas had zijn plaats veroverd.
Totdat de herfst recentelijk aanbrak. Pijpenstelen regende het. Zelf vind ik het niet erg om nat te regenen. Dat droogt wel weer. Maar mijn iPad, schrijf- en schetsblokjes verdragen dat een stuk minder. Nu was mijn dikke canvas pukkel altijd wel in staat geweest om de regen een half uur buiten te houden. Zo niet mijn nieuwe tas. Het dunnen canvas vormde geen match voor de relentloze slagregens. De oplossing was onderweg snel gevonden in een vuilniszak als bescherming. Maar dat was natuurlijk nooit de bedoeling geweest. Op dat soort punten ben ik net een soort Steve Jobs. Een ding is goed als het geen extra toevoegingen nodig heeft. Een iPad heeft geen toetsenbord nodig, want de toetsen zitten er virtueel al in. Alleen sukkels pluggen er nog zo’n toetsenbordje aan. Dat is vergelijkbaar met een hybride auto leasen voor de lage bijtelling en vervolgens alleen op benzine rijden, omdat dat zo lekker vertrouwd is. Maar dat terzijde. Mijn tas bleek dus niet geschikt als vriend door alle seizoenen. En dat is dus wel wat ik zoek in een tas. Dus moest ik verder op zoek.
En dan lijkt toch weer de volgende wetmatigheid op te gaan. Het lukt binnen vijf minuten, of het wordt een strijd van de lange adem. Een knock out in de eerste ronde, of dertien ongewisse ronden knokken zonder zicht op de zege. Momenteel vecht ik de zevende ronde. De eerste ronden heb ik overleefd. Specificeren op basis van ervaringen. Zoeken op internet. Mensen bevragen naar ervaringen met hun tas, zelfs onbekenden op straat en op het werk. Herspecificeren van de eisen op basis van beschikbaarheid. Keuzes maken. Merken selecteren. Herijken. Hoeveel wil ik uitgeven? Zoeken, vinden, overwegen, heroverwegen. Welke kleur zou er leuk staan? Toch weer terug twee stappen terug. Wat zegt mijn gevoel? Ik schat in dat ik intussen alles bij elkaar opgeteld een volle werkdag in uren besteed heb aan het zoeken naar mijn nieuwe tas. Zonder het gevoel te hebben dat het einde van de zoektocht in zicht is. Zo’n zoektocht waar je zoveel nieuws ontdekt, dat de tocht interessanter wordt dan het aanvankelijke doel. Intussen brengt de reis me wijsheid en nieuwe inzichten. Stiekem geniet ik er wel van. Dat in de intussen nieuw verworven wetenschap dat het aan het einde van de week altijd wel een keer Freitag wordt. Met die tas gaat het wel goedkomen.
Lookin’ back on the track for a little green bag Got to find just a kind or losin’ my mind Outside in the night, outside in the day Lookin’ back on the track, gonna do it my way Outside in the night, outside in the day Lookin’ back on the track, gonna do it my way Lookin’ back
Lookin’ for some happiness But there is only loneliness to find Turn to the left turn to the right Lookin’ upstairs lookin’ behind
Lookin’ back on the track for a little green bag Got to find just a kind or losin’ my mind Outside in the night, outside in the day Lookin’ back on the track gonna do it my way Lookin’ back on the track for a little little green bag Got to find just a kind or losin’ my mind
Lookin’ for some happiness But there is only loneliness to find Turn to the left turn to the right Lookin’ upstairs lookin’ behind
(‘Little Green Bag’, George Baker, 1969)
Deel 88. Intergalactisch Deel 89. Wild horses Deel 90. Eeuwige liefde Deel 91. Boze Buurman Deel 92. Het leed dat sociaal zijn en camperen heet Deel 93. Carnaval Festival Deel 94. Yes, we can Deel 95. Het grootste geluk Deel 96. Vluchten kan niet meer Deel 97. Suicide Solution Deel 98. De Afvallige Deel 99. First time right Deel 100. Haarfijn Deel 101. Bukken Deel 102. Womanizer Deel 103. Onmogelijk Deel 104. Quetzal Deel 105. #zeghet Deel 106. Waar zijn ze gebleven Deel 107. Valt een eend van een flatgebouw en zegt… Deel 108. Te vreten
mensen die iets te verkopen hebben weten altijd wat goed voor jou is én ook waaraan je zeker morgen zult overlijden als je niet dit of dat. zo heb je ze van de lichttherapie, je hebt opruimcoaches, je hebt ze van de vitamines – nou ja je komt ze elke dag tegen. u ook. en morgen zijn we samen dood als we de boel niet naar hun behoren opruimen, het licht niet aandoen of hun pillen niet slikken.
ik verheug me al op morgen. nooit meer dit of dat. heerlijk. voortaan altijd lekker in het donker in mijn eigen troep. en niks vitamines. neen! slagroom, gevulde koeken, gebakken eieren met spek, hompen gatenkaas, uitgesneden paling. koekjes heel veel koekjes, van der laan laat zich in het donker goed eten, dozen met witte bonbons, alle gebakjes in het rijksmuseumrestaurant van holtkamp.
en je hebt ze van de politiek. die weten ook wat goed voor jou is. belasting betalen, pensioen afschaffen, geld betalen om je geld te stallen, fietsen alleen nog maar in hokjes parkeren, scootertjes tussen vrachtwagens en ander snelverkeer de weg op sturen. en je hebt ze ook nog van god. god weet helemaal precies wat goed voor je is. je laatste geld geven aan de kerk. en de kindjes aan de priesters. hoe Antoine Bodar er ook omheen lult.
Toen Jan uit de Govert Flinckstraat het zei, riep ik: “Ho, stop, scheef!”
Vier mannen trokken de paal recht, die uitzwaaide over het midden. Met veel moeite hielden zij hem tegen en duwden hem de andere kant op en weer zwaaide hij uit, alleen niet zo ver deze keer. En zo verder. Het leek de slinger van een klok wel, die steeds heen en weer beweegt met steeds kleinere uitslagen. Eindelijk stond de paal recht en kon het heien beginnen.
Ook de volgende dag kwam Jan op de koffie en zei die het weer.
Hoewel het zo scheef was als wat, zei ik er deze keer niets van.
eens even kijken – omzetten naar nederland. je bent minister president – rutte – en je gaat naar de 2e kamer en je zegt – jullie gaan even 8 weken wat voor jezelf doen – inpakken en wegwezen. arib jij ook wegwezen. wilders wegwezen, baudet wegwezen, asscher wegwezen, van haga jij helemaal wegwezen, klaver wegwezen, jij daar ja jij van de 7e dag adventisten thieme ja jij inpakken en ook onmiddellijk wegwezen. 8 weken naar god!
ik denk dat we in nederland toch zouden zeggen – in koor – rutte je doet een beetje raar – een beetje te raar rutte – je deed al raar maar zo raar nee, we zijn klaar met je rutte – wegwezen én nooit meer terugkomen – ook over 8 weken niet.
niets van dit alles bij de britten. parlement laat zich daar wegsturen door een gek met een blonde kuif: het hoogst verkozen beraadslagende orgaan van een democratische rechtsstaat, bestaande uit verkozen vertegenwoordigers van het volk laat zich wegsturen. wat moeten we nog met die gasten. kan de brexit morgen niet?