het hondje betty van merik van der torren is inmiddels gewend aan het leven in amsterdam zuid. merik meldt: ‘Daar zijn de chips en de vleesrolletjes ! Af, Betty, af !’ – het was even wennen voor betty maar inmiddels is betty de baas – op straat, in het huis van dichter van der torren, in het gehele stadsdeel van amsterdam zuid waar betty resideert. het is niet meer mogelijk om in vrijheid met vleesrolletjes of met chips van de appie richting huis te gaan. betty heeft een enorme reukzin en bij elke zak chips die over straat gaat is het inleveren geblazen. betty pikt het gewoon niet dat de mensen zich tegoed doen aan chips en vleesrolletjes. zij proeft alles voor en in het voorproeven vergeet betty dat ze aan het voorproeven is – het ene vleesrolletje na het andere vleesrolletje verdwijnt in amsterdam zuid. daar komt bij dat betty in elk gedicht wel een vleesrolletje vermoedt. bij sommige dichters denkt betty vooral aan chips – maar linksom of rechtsom bij elke poëziemanifestatie bezocht door de dichter van der torren gaat de beer los in onze betty. op de foto – merik bericht: ‘Betty luistert op de schoot van dichteres Janneke naar poëzie.’ – we kunnen beter schrijven merik van der torren vergoeilijkt het optreden van het hondje betty. op de foto is duidelijk te zien dat dichteres janneke met inzet van al haar krachten nog net betty in bedwang weet te houden. de oren vooruit – de vleesrolletjes voor het grijpen – de chips uit het zakje – betty startklaar.
Ik wil vrijen weet je. Hij zegt; dat wens ik ook. We hadden bakstenen gestolen en earl grey gerookt. Mijn ogen zaten potdicht van al die rare kruiden en in de verte huilde een oud kasteel.
Ruk niet aan ons, september is los alles wordt zichtbaar; kun je er tegen? Beweeg je als ons, als ons, ons Als, Ons Als.
karin beumkes – texel – laat elke maandag een gedicht publiceren op deze site. en ze verzorgt de muziek. het kan ons niet snel genoeg maandag worden hier in het redactielokaal. de dinsdag voor jolies heij, de woensdag voor merik van der torren (soms mirjam al) , de donderdag voor VON SOLO voor U! en de vrijdag soms mooi gemaakt door lisan lauvenberg met een limburgs accent. tweewekelijks peter posthuma en zomaar af en toe arie van egmond – van noord tot zuid pomgedichten met in het weekend de enige echte virtuele zondagochtendwedstrijd. beginnen we deze nieuwe week met een vrijparty.
U bent zelf een frits wester. “gelul”: “Ik drink al bijna helemaal niet meer.” aldus frits wester. dat moet ie bij het CDA geleerd hebben – de leugen zo uitrekken dat het in de verte op iets van waarheid lijkt. maar ja zijn ogen hadden nu eenmaal niet drie weken in de chloor gelegen en zijn dubbele tong sprak ook boekdelen.
De teksten in het AD waren duidelijk genoeg:‘Dronken Frits Wester kampt met groot alcoholprobleem’, RTL grijpt in – Volgens AD-journalist Gudo Tienhooven is het “al jaren een publiek geheim” dat Frits onder werktijd regelmatig aan de drank zit. Zelf ontkent hij dit. “Niemand twijfelt aan Westers professionaliteit, maar zijn drankprobleem is een groeiende ergernis onder zijn RTL-collega’s”.
De optredens van Frits krijgen meer aandacht dan het nieuws zelf. hahaha. Niet dat ik van het AD ben. maar ik ben ook niet van een leugenaar. We wachten op het moment dat frits aanschuift bij Harm Edens, Jan Jaap van der Wal en Peter Pannekoek in Dit Was het Nieuws.
Jeanine bericht: –> Er zijn fijne gedichten ingestuurd en ik heb er ondanks drukte de tijd voor genomen. Hartelijk dank voor de inzendingen. Zoals altijd vind ik het moeilijk om prijzen toe te kennen maar:
Goud Petra, ik vind de regels die ik eruit pikte dermate mooi dat ik niet anders kan. Zilver Lisan fijn liefdesgedicht Brons Frans
HEELAL
dat alles zo vanzelf zwijgt
zo zinloos en verlangend reikt
waar blijf ik met mijn dagen
in wezen sta ik los van maan van zon van sterren
waar ik dacht heelal te zien daar zweeft in vele lagen niets
het is zo stil dat alles wacht
tot jij terug blijft
Petra Maria
–> in wezen sta ik los van maan van zon van sterren
op bijna pommeriaanse wijze brengt petramaria ons dit weekend terug op aarde. waarheen de gedachten ook leiden, zullen leiden of hebben geleid. prachtige regels. de aarde is nu eenmaal altijd de uitkomst voor mensen. misschien zijn de laatste twee regels net teveel aan dit gedicht. dan houden we als slotregels 2 wereldregels over:
het is zo stil dat alles wacht
is een waardige en poëtisch volmaakte afsluiting van dit prachtige gedicht.
jeanine: –> Petra Maria
Gisteren al las ik dit gedicht en dit is wat ik wilde lezen:
HEELAL
dat alles zo vanzelf zwijgt
waar blijf ik met mijn dagen
waar ik dacht heelal te zien daar zweeft in vele lagen niets
Waarvan ik wil benadrukken dat ik vooral die twee laatste strofes van de ingekorte versie prachtig vind en zo goed als genoeg. De laatste woorden in de langere versie trekken het gedicht terug naar de dichter en dat ervaar ik als jammer. Geef de woorden de ruimte zo je dat het heelal laat doen. Dankjewel Petra.
Rik van Boeckel – onder een brug
Petra Maria in het heelal
Frans Terken in het web
Cartouche weg van zichzelf
Lisan Lauvenberg in de Oostenwind
wedstrijd gesloten
wie wint de enige echte virtuele – ‘ik kom eraan, (…) ga maar vast vooruit’ – trofee (tekst GvM) op pomgedichten?
petra maria wees ons op het prachtige lied van Gerard van Maasakkers – deze week graag genomen als thema voor de wedstrijd – helemaal een brabants gebeuren met jeanine hoedemakers als jury voorzitter – ‘ik kom eraan – ik zal de uitweg vinden’ zingt de zanger – zo is het ook voor de dichter. ga alvast maar vooruit de dichter heeft nog even wat te schrijven – maar als de dichter komt dan komt de dichter ook echt. met echte poëzie! en dat lezen we graag lieve dichter deze week. neem even de tijd om de uitweg te vinden – misschien een uitweg met troost. en ach u kent inmiddels de regels: de gedichten niet te lang svp – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
die van de wind
hoe zou het zijn met de vrouw die van de wind schreef altijd wind – altijd schreef
waar we waren waren woorden zachte woorden zachte wind zachte wind waarin je stem
die zachte wind waarin jij je woorden schreef de wind die durend in mij waaien bleef
pomwolff
Onder de brug
De boot vaart door gedachten het water is als een hersenpan stromend onder de verbindende brug
de stuurman de dichter de denker de wetenschapper van de universele stad onder de zon van ‘t luisterend hart
terrassen op boten rusten op verwachting van stilstand doch gedachten stromen voort
vinden geruisloos een uitweg langs oevers bruggen sluizen openen de aardse hemelpoort.
Rik van Boeckel 20 september 2019 Leiden
–> pom: Leiden in de woorden van Rik beschreven. ik heb zelf wat moeite met de vergelijking in regel 2 en 3. (water is als een hersenpan…) maar misschien dat juryvoorzitster Jeanine Hoedemakers uit haar dak (hersenpannetje) gaat bij de vondst van rik. jeanine die de inspanningen om het stadsdichterschap van den bosch achter zich heeft gelaten, nu weer druk doende is met haar mini-bieb en de optredens die zij in rosmalen heeft georganiseerd (behoeft rosmalen geen dorpsdichter?) – hoe dan ook rik opent de wedstrijd en zet er een behoorlijke vaart in. de dichter komt wat later – het thema – op een bijzondere wijze hier door rik ge-etaleerd. bij mij moet het themakwartje nog even vallen – maar dat komt wel wat later.
jeanine: –> Rik van Boeckel 20 september 2019 Leiden Een fraai gedicht, waarin gedachten niet zozeer een uitweg zoeken als wel vinden. Een meegaan met de innerlijke flow. De lezer kan zich afvragen of dit een mijmering is die al varend ontstond of dat het een meer besloten proces is, de boot denkbeeldig. Hoe dan ook, de dichter deelt het met de lezer waarvoor dank.
In het web
Hoe de onrust jou als een tijgerspin in het web tot trillen beweegt
ik zie het van hier gebeuren je wappert al de vliegen weg dat ze niet in je spinsel gevangen
met m’n ogen houd ik je binnen schootsafstand tik zacht op de draden
sla weemoedige akkoorden aan om dichterbij bij je te raken wacht nog tot het rag verwaait
FT 20.09.2019
–> pom: de focus op een nietig element in de natuur. zelf ben ik niet zo erg voor de natuur in al haar bestiale verschijningsvormen. maar dat de dichter niets maar dan ook niets uit de weg dient te gaan is een voorwaarde voor een goed dichterschap. zo ook frans terken. dichter terken vindt bijna elke week hier de uitweg bij schier onmogelijk gestelde thema’s. zo ook deze week en hier. Hulde!
jeanine: –> FT 20.09.2019
Ach, wat mooi Frans, wat teer ook, die draden. Dat web waarin je gevangen werd ook al is dat niet wat je schrijft. Het zal geen echte spin zijn daar ze de vliegen wegjaagt, je mag je gelukkig prijzen dat je geen vlieg bent denk ik dan als lezer. Wacht idd nog maar even.
Watermerk waar is het gebleven, ik zag het als een kind – verstenen, steeds een stukje meer van waar weggedreven
liever speelde ik risk roulette en hing vermoorde onschuld in het hart tot bitterkoude mijn bot geworden ijzer tot doorloper sneed
jou vooruit stuurde terwijl ik je toefluisterde ga maar vast schat ik kom er aan al duurt het even, nog zoek ik in donker mijn tweede adem
watermerk en stempel de kaart van deze helletocht bonkevaren is nu eenmaal het lot van de dichter – weg van zichzelf
20-09-2019 / Cartouche
–> ha cartouche, onze enige echte brabander is weer in ons midden. er is een zij (een schat) en er is een dichter (weg van zichzelf) dat is zijn lot nu eenmaal lezen wij. ben ik volledig met dichter cartouche eens. de laatste twee strofen zijn aangenaam te lezen – de eerste twee strofen gezocht en natuurlijk door cartouche gevonden maar nergens voor nodig.
ga maar vast schat ik kom er aan al duurt het even, nog zoek ik in donker mijn tweede adem
is op zich een mooi begin van een gedicht.
jeanine: –> 20-09-2019 / Cartouche
Oei Cartouche verloor zijn watermerk, vervolgens raakte hij op drift en zonder het te bedoelen – zo lijkt – herontdekte hij weer eens het lot van de dichter. Ja, wij dichters hebben het soms zwaar. Alles nestelt zich ergens diep van binnen en we blijven maar ontdekken en woorden vinden. Zodra je denkt nu weet ik het, constateer je dat je ouder werd en zie je het net weer anders en zo bonkevaart? De dichter verder. Waar risk roulette het wint van een watermerk. Waar genot de eigenheid tracht te overwinnen, omdat het soms zo lastig is. Dichters zijn niet in de wieg gelegd voor de vlucht. Zij moeten voorwaarts, dat is denk ik wat Cartouche zegt. Nou ja, ongeveer. Soms raakt ook de lezer aan het bonkevaren en de een wordt eerder zeeziek dan de ander. Ik hou me vast aan de horizon, zo ik me op één punt richt als ik een pirouette maak. Het helpt.
De laatste mooie zomerdag, al in de herfst. En de tijd gevonden om te schrijven. Want de liefde…..
Oostenwind
De zee bijna spiegelglad zodat je kon kijken zover je wilde. En wat je nog over had aan liefde gaf je aan mij.
De wind bewoog je richting zee en met blote voeten werd je kind. Je grijze dunne haar waaide zachtjes mee.
Het zand was nat nog van de vloed en je rende langs de vloedlijn spetter hard.
De zon scheen sterk in september gloed en lag in je blauwe ogen tot in mijn hart.
pom –> een liefdevol gedicht – een gedicht voor een geliefde die weer even net als ooit – en dat dat allemaal gezien is door de dichter – die deze ervaring mooier en mooier maakt. we voelen ons nog even jong, aan het strand met open hart. ja dat is Lisan.
Als dat geen liefde is. Dit is het eerste wat me invalt en daar laat ik het bij want het is een mooi liefdesgedicht dat je instuurde. Een liefde die er nog is maar – en misschien lees ik het verkeerd – de persoon waar deze liefde voor is, is er niet meer. Heimwee, weemoed, herinnering.
in een reactie op de dagelijkse column hier – die van 12 september –
U bent zelf een eilanddichter! de eilanddichter van texel weet niet meer wat poëzie is , wat proza is of wat sinterklaasrijm is. op FB lezen we zijn prozaberichtje over de weverstraat – weet u wel – de weverstraat!!! nooit van gehoord hoor ik u zeggen. alsof het hart van nederland getroffen is – alsof de pensioenen op texel niet meer uitgekeerd zullen worden, alsof de duitsers nederland zijn binnen gevallen en zich wederom gevestigd hebben op dat eiland waar ze zich ooit zo thuis voelden. ja wat een toestanden daar op dat eiland in die weverstraat. stop het persen roepen de zwangere vrouwen van texel nu al in de straten – er is iets ernstigs aan de hand in de weverstraat. de eilanddichter heeft geschreven!!!
wordt wat lichte kritiek uitgeoefend op de actuele producten van de tesselse eilanddichter (korte samenvatting: eilanddichter kent het verschil tussen proza en poëzie niet meer – eilanddichter lijdt – als we het goed inschatten – aan een vorm van aderverkalking waar de doktors op de dag van alzheimer niet over uitgesproken raken.)
op diezelfde 12e september, nauwelijks twee weken geleden – waagt een andere dichter – jacob de bruin zich aan een voorspelling met desastreuze gevolgen.
Jacob de Bruin: in amsterdam gebeurt niets heel apeldoorn zwijgt zich het graf gelukkig hebben we nog de tesselse rellen.
We memoreren nog even de inschatting van dichter de bruin op 12 september: ‘in amsterdam gebeurt niets..’ nou we hebben het geweten. als meneer de bruin weer eens wat te voorspellen heeft kan het dan in 010 zijn asjeblieft. je struikelt hier over de bloemen in buitenveldert.
Ik haat de blanke vrouw in mantelpak, die bier drinkt bij de Thom’s Stadsbrouwerij met haar collega’s en lacht om grappen die ik niet hoor terwijl ik langsfiets. Ik haat ze omdat ze daar met zoveel dezelfde types is. En omdat ze zo ongelofelijk voorspelbaar hetzelfde is als al die andere mantelpakwijfjes. Omdat ze denkt aan carrière en kinderen tegelijk. En misschien nog wel een relatie. Maar niet via Tinder. Alleen als echt niets anders werkt. En niets werkte tot dusver, tenzij straks na de borrel. Maar weinig kans, dus u raadt het al. De mannen die daar zijn, haat ik ook als collectief. Die drinken wél bier nu, terwijl ik langsfiets.
En geilen op de mantelpakwijfjes, die er lekker uitzien. Of ze nu single zijn of niet. Want ze zijn toch allemaal hetzelfde. Ik haat die mannen omdat ze ook zo voorspelbaar zijn. En de gesprekken die ze voeren nooit over meer gaan dan werk, sport of privé. En omdat ze allemaal vergelijkbare korte strakke kapsels hebben, behalve zij die kaal worden. Die scheren preventief. Nooit zal ik ertussen staan zo. Ik ga nooit naar Thoms, en ben buiten werktijd zelden te vinden in menigtes.
Ik haat de fit girl, die met haar wulpse paardenstaart op haar mountainbike aan de verkeerde kant over de stoep knalt en me aankijkt of ik dood moet. Want dit is háár wereld. Daar past geen oude, kalende dichter op een bijna net zou oude Batavus Topper in. Zij moet snel naar crossfit bootcamp bikram mud challenge boxing ding. Voor haar spieren, serotonine en dopamine en lekkere, ultralekkere lichaam. Dat mag gezegd. Want ook zij droomt van carrière en kinderen tegelijk, maar schaamt zich niet voor Tinder. Neuken is ook sport. Survival of the stiffest. Zo vind je het beste zaad. En de mannen maar als dolle hondjes zichzelf suf trainen. Want ze willen allemaal met fit girl. Ik ook.
Ik haat ook dat dikke probeersel dat achter haar aan zwoegt, op net niet zo’n flitsende mountainbike. Ze heeft geen discipline. Eet en dieet te veel en komt alleen maar kilo’s aan. En niet zo’n beetje. Ze is echt obees en dat maakt haar hatelijk, terwijl ze hijgt en zweet in haar dure lycra Nike outfit. Achter de echte fit girl aan. Ze wil hetzelfde, maar heeft niet de ruggegraat, dus zal altijd falen. Hoewel slachtoffers in deze wereld toch ook altijd wel weer een verzorger vinden. Via Tinder, sportschool, werk, bierhal. Noem maar op. Ik heb al een gezin en ben uit een andere tijd. Ik zou het niet weten. De voorspelbaarheid en afkeer vermoeit me soms mateloos.
Maar mezelf haat ik nog het meest. Omdat ik een paar kilo te dik ben naar mijn mening. Omdat ik geen biertjes kan drinken in de Stadsbrouwerij, want dan word ik nog dikker en dan gaat mijn discipline eraan. Omdat ik niet tot de sociale vreugde van collegialiteit in staat lijk. Omdat die fit girl niet naar me lacht terwijl ze me van de weg af probeert te racen. Omdat ik geen compassie voel voor het dikkertje dat ook maar wat probeert. We proberen allemaal maar wat. We proberen allemaal ook nog eens hetzelfde.
Ik heb een carrière, een gezin en kinderen. Ik hoef niet meer zo nodig. Maar waarom haat ik dan toch zo? Dat is omdat zij alles niét hebben dat ik wél heb. Zij kunnen nog jagen, proberen, op hun bek gaan en dat alles met een duidelijk, overigens rationeel weinig zinvol doel. Ik heb mijn doel al bereikt en nu lijkt dat alles me volledig banaal toe, zodat ik al die sukkels die ook maar aankloten, immens haat. Psycholoog, wat zegt u ervan? Ach ja…midlife crisis. Eindelijk echt.
amsterdam staat weer eens op de kaart. we hebben een burgemeester. we hebben een dode advocaat. we hebben de arena. rolkoffertjes. coke. haga. wat hebben we niet? we hebben geen amsterdammers meer in amsterdam. overal in nederland kan deze column gelezen in 020 helaas niet. op straat, in de winkels, geen nederlands – japans prima, engels maakt niet uit, russisch allemaal tot uw dienst maar nederlands hoor je niet meer, neen.
en in de jordaan dan drie hoog achter? hoor ik u vragen. in de jordaan drie hoog achter wonen mensen die heel apart praten: over ommelanden, over idee-en pitchen – over de menselijke maat der dingen – een maat die ons allen past vinden zij, mensen die zich focussen op van alles en nog wat en vooral op hun eigen comfortzones. mensen die andere mensen aanraden buiten hun comfortzone te opereren. (buiten amsterdam.) hele aparte mensen en vooral hele bange mensen. bang om hun eigen en inmiddels hun eigen jordanese comfort – hun eigen rechtstaat – te verliezen.
de dichter op een dag dat babbelpolitici elkaar en peter r de vries nababbelen: de rechtstaat is geschokt – de dichter kijkt, voelt, ziet, weet, schrijft, zwijgt: niet meer
misschien dat het niets betekent anders dan die onbereikte plaats een hoek omgaan en zwijgen
en dat de vloed gaat liggen na verloop van tijd
zo nadert eenvoud wat het is de nacht kleurde blauwe maan en dat was ook zo
zijn we niet allen een oey? lieve lezer. je struikelt over de oey-columns. paul haenen/dominee gremdaat spreekt over een hele grote paardenlul genaamd oey. jensen (citeert john vd heuvel) ziet het anders- hij ontmaskert halsema als leugenaar – in de brief aan alle amsterdammers staan twee aanwijsbare leugens.
ik vermoed dat beide hierboven geciteerde columnisten – weliswaar uit zeer divers hout gesneden – de waarheid met columnistenprecisie benaderen. halsema sluit tent na tent, winkel na winkel, huis na huis in 020 als er een explosieve situatie is vastgesteld. wordt het zo langzamerhand geen tijd om haar eigen ambtswoning te sluiten?