laten we het zo maar houden ik mijn leven jij het jouwe en samen vergeten hoe mooi ‘t was
pomwolff
miej leef kindj
loate v’r het mer houte zoeë wiej het woar het laeve ich dat van mich en doe het dient same zieën te vergaete wiej wónjersjoeën
GV
let us, then keep things as they are that is to say you living your life and me, living mine, If only as a feeble attempt to forget how beautiful we were together
(vertaling Erwin Vogelezang)
Keppe
lat ’t us mor azo laten ik mien monage en gie ’t joene en tegaere der nie mee up peinzen oe schone dat wos
(vertaling westvlaams: manu)
mon amour
le laissons là n’y touchons plus ma vie à moi à toi la tienne et oublions ensemble comme c’était beau
(vertaling Edith de Gilde)
my love
let’s keep it this way me, my life you, your own and the both of us forgetting how beautyful it was
(vertaling: Mohs Volke)
let’s keep it this way me living my life you living yours and let’s forget together how beautiful it was
(vertaling Edith de Gilde)
Let us keep it as it is You, living your life and me, living mine Let us together try to forget how beautiful it was.
(vertaling Berelaf)
Ik vind die van Berelaf het mooist, alleen is het woordje. -try- niet geheel conform wat jij schrijft: jullie proberen niet het moois te vergeten, jullie vergeten het zo gewoon.
Over de titel kan je ook nog verschillend denken:
Dear of mij beloved, bijvoorbeeld
Gezien de strekking van dit gedicht zou ik hier kiezen voor dear. De strekking is het (betreuren van het) uit elkaar groeien van 2 geliefden, het my beloved klinkt dan hier misschien te innig actueel.
Daarom stel ik het volgende voor, het is slechta een kleine ingreep:
Dear
Let us keep it as it is You, living your life and me, living mine Let us forget together how beautiful it was.
of together how beautiful it was.
de eerste is wat meer ambigue en heeft denk ik mijn voorkeur.
Vera van der Horst
Lieber
sagen wir mal so soll es sein mein leben wie es ist so wie deins auch und das uns entwischt wie wunderbar es einmal war
René Brandhoff
myn leafste,
lit ús it sa mar hâlde ik myn libben do dinent en tegearre ferjitte hoe moai it wie
(oerset troch M. Mei)
ik was zo vrij, een vrije vertaling te pogen
my love
let it be let it be let it be yeah let it be whisper words of wisdom let it be
Petra Maria
Amor
Dejémoslo así Como está Mi vida es mía A ti la tuya Y olvidemos juntos Lo maravilloso que era
alja bedankt, over leven en overleven de 4 columns die we de afgelopen weken van haar mochten ontvangen. de afwezigheid van jolies heij op een wel zeer bijzondere wijze op haar spaans vorm gegeven. als de administratie deugdelijk is bijgehouden keert jolies volgende week dinsdag terug – hebben we van alja een beetje geleerd hoe het is om te leven.
Huishoudelijk geneuzel
De wegen van dit land zijn gemakkelijk en goed, de auto’s van dit land hebben goede veren: dokteres, u liegt ook. En ik ben geen meeuw. Wat zal ik doen, kind? Zal ik verder rijden, zal ik terugkeren? Als ik terugkeer is het erger: dan moet ik hetzelfde onmogelijke stuk opnieuw rijden. Als ik doorrijd, daarentegen, is er hoop dat het beter wordt. Met de moed om retorisch te zijn zou ik kunnen zeggen dat ik een weg aan het rijden ben die gelijk is aan mijn leven: allemaal gaten en keien, moeilijkheden. Ik heb eens een schrijver gekend die beweerde: iedereen heeft het leven dat hij verdient. Dat is hetzelfde als willen beweren dat een arme verdient arm te zijn, dat een blinde verdient blind te zijn. Hoewel het een intelligente schrijver was, was het een domme man. Ook de lijn die de intelligentie van de domheid scheidt is zo’n dunne lijn, dat zal je wel merken. Wanneer die dan ook breekt, vloeien de twee dingen samen zoals de liefde en de haat, het leven de dood, of je nu man of vrouw bent. Ik ben me weer gaan afvragen of je een man of een vrouw bent, en ik zou nu willen dat je een man was.
Oriana Fallaci, uit: Lettera a un bambino mai nato, vertaald tot Brief aan een nooit geboren kind door Henny Rip
Je zou ongetwijfeld op je vader lijken, met dezelfde drift mij proberen iets uit te leggen, je krullen zwart en de ogen woedend maar je zou stampvoeten zoals ik deed, mollige witte benen die konden rennen waarheen ze wilden en je zouden houden hoe groot je ook werd. Je werd alleen niet groot, je werd zelfs helemaal niets, je kwam niet verder dan een zachte kriebel onderin mijn buik en een steek in mijn hart. Ik vertelde het hem pas later, ik schreef een mooie brief over liefde en rivieren en van de ene in de andere bron overlopen, hij geloofde me niet. Ik zei iets over eeuwig en denken aan terwijl hij dreigde de bomen te nemen langs de A2. Ik wist dat hij dat niet zou doen. Ik had alleen een meisjesnaam.
hijgen werd heel ver adem halen, voorbij de grenzen van de tijd.
Herman de Coninck, uit: Vriendin van één nacht, uit de bundel Met een klank van hobo
Stel dat het de poëzie niet is. Bedenk dat het zelfs het schrijven niet is, niet de kunst, niet het ritme, zelfs niet de waan van
alle dag. Stel dat we het voortdurend over onszelf hebben, we hebben het voortdurend over onszelf. Bedenk dat dit alles is.
Hijgen is uitgesteld ademen, zegt een wereldberoemd dichter, en er gaan zoenen aan vooraf. Mij is het steeds het hert dat achter adem aan
zijn jager ontkomt. Mijn moeder die dat zingt, de handen van mijn vader op het orgel. Het opgejaagde beest dat mij telkens weer in de
ogen kijkt. Er ontkomt niemand. Mijn baby’s die allemaal moesten huilen om Bambi, mijn armen die gruwelijk te kort zijn, het hart dat
bloedend niet kan stelpen. Stel dat de troost vanuit een heel andere hoek komt: het gras dat je zacht in haar opneemt zodra je valt. Geen
woord echter over haar heerlijk ruiken, het verende van haar mos, het uitgestrekt herwinnen van haar meters, haar koesterend kriebelen.
(log 5 mei 2016)
Ik vertelde hem helemaal niets, er stonden geen bomen langs de A2 en al mijn kinderen waren blond. Drift is hen onbekend, uitleggen blijkt een passie, stampvoeten is voorbehouden aan moeders, rennen kan altijd. Kriebels en steken bleven.
Kunt gij geen arts zijn voor een krank gemoed, Een smart, diep in de ziel geworteld, wieden, Het schrift der zorgen wissen van het brein, En met een zoet, slaapwekkend tegengif De boezem zuiv’ren van die bozen stoffen Die ’t hart beklemmen?
Dagboek, overzet, onbezonnenheid mokkaijs, meteoor, megabyten in je oor nageboorte toen ik je vertelde hoe hij was muizenval, moustachesteppekoning Mm On BaH uit het kennisland Tumba die zoveel in mij versneden had natuurbos van vrouw zonder peperboom het spijt me percussiehamers in mijn hoofd onder de tamtam van jouw lid moet me nu iets te binnen schieten een klodder zaad een schoolmelkspoor.
wat is er toch in brabant aan de hand? er verbranden
kinderen. ze rijden met auto’s in op het publiek. dichters schrijven daarachter
niet meer gedichten welnee ze plakken en knippen alles wat los of vast zit aan
elkaar. en wat rijmt er op ‘aan elkaar’- heel goed – de naam van de dichter adelaar.
we gaan hier niet mee door beste brabanders. het geduld in
het westen is echt op – zeker nu er doden vallen. dat kunnen we niet hebben.
brabant stond altijd voor gemoedelijk, voor zachtaardig – niet voor moord en
doodslag, openbare verbranding en culturele neergang.
in het westen moesten we al eerder afscheid nemen van texel.
het waait daar teveel. ze waren net teveel fout in de oorlog – ze hebben daar een
eilanddichter die proza schrijft en proza verwart met poëzie.
limburg hadden we hier ook al eerder de deur uit gedaan. ze
zitten in limburg op 321 meter hoogte en nog steeds stroomt de boel daar elk
jaar weer onder en over. groningen? nee asjeblieft zeg al dat gepiep en
gekraak, al dat instortingsgevaar, weg ermee. brandhoff snel verhuizen. friesland/drente
zult u zeggen. nee nee nee en nog eens nee – je verstaat ze niet. wil je de
boel daar tot ontwikkeling brengen – niet te betalen en ze snappen het toch
niet.
nou ja met de rest van nederland is het behelpen – we geven
het toe. maar we zijn nu eenmaal redelijk en sociaal hier in 020. nouja de
rest, de rest, de rest is een beperkt begrip. de rest is zuidholland en
utrecht. zuidholland omdat max lerou daar woont en utrecht omdat utrecht van
van piekeren is.
Frans Terken wint de wedstrijd deze week met een compleet gedicht. Het thema erg is een moeilijk thema gebleken. je schrijft de erge dingen niet zomaar op in poëzie. afstand nemen dat is de taak van een dichter – niet je storten in de ellende van een ander of van jezelf zonder afstand. neen – de dichter beschrijft, troost, signaleert, voorziet in een toekomst, grijpt in een verleden, actualiseert in een onschuldige taal waar hij natuurlijk schuldig aan is. Frans van harte.
De dichter is een eiland
Omgeven door zee is hij soms onbereikbaar voor lezers van het naastgelegen vasteland
niet dat het over water lopen is het gevaar van wegzinken in wad of moeras of de boot missen
dan seint hij leestekens naar de overzijde kruipt zijn terp op en telt de zegeningen op de vingers van één hand
in de verte ziet hij een vissersvrouw turend naar de einder waar man en zonen zijn ondergegaan
wast hij de andere hand in brak water alsof er onschuld schuilt in zijn taal
FT 14.08.2019
–> gelukkig een gedicht. met alle wezenlijke elementen. een echte kniertje. man en zonen die niet meer terug keren. de dichter ergens op een eiland die tracht en tracht met al het gereedschap dat hem is gegeven. schuld en onschuld in een dichterlijke adem benoemd. over water lopen – ook hier een verwijzing – maar een functionele. een gedicht uit een stuk!
Cartouche – het is gewoon erg zoals het is
Marc Tiefenthal – Heeft er niemand erg in?
Frans Terken – alsof er onschuld schuilt in zijn taal
Petra Maria – wij zijn erg aards
wie wint de enige echte virtuele – het is zo erg als het is, zo erg is het al – trofee op pomgedichten? we vragen de dichters om de onvrede poëtisch te belichten. erg – er kan in een dichtersleven heel veel heel erg zijn. de politiek is erg, 11-9 was erg, de liefste die nu bij een ander is – is erg. de dichters kunnen alle kanten op – pomgedichten is niet erg. zo erg is het al. we lezen u graag – heel ERG graag. u kent de regels: de gedichten niet te lang svp – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
kapstertje
ik zei vijftien weken geleden tegen het kapstertje doe maar wat korter en nog lijkt het of al het haar naar binnen groeit
het is zo erg als het is zo erg is het al
pom wolff
Waar vind je ooit oprechter dan bij een dichter zonder trouw aan vorm waarin hij gegoten is
zwart als de dood voor elk licht
is dat zwaar – te dragen?
dat denk je maar, het is gewoon erg zoals het is – een leven zonder ziel is lang zinloos praten en doorgaan
híj laat je in het best denkbare geval een ogenblik – versteld staan
een enkel woord van waarde licht en rond van klank een verwaaide fluisterzin
een steen om even bij stil te staan
14-09-2019 / Cartouche
–> cartouche is weer eens aan het knutselen geslagen – tal van verwijzingen gebruikt hij – om wat te zeggen. ja wat eigenlijk? – poëzie is geen puzzle-tje. een gedicht over leven en over de dood. we lezen over trouw, over de dood over een steen, over even stilstaan. gooi de woorden vandaag maar in de tombola van cartouche – trek een papiertje en ja hoor je hebt een gedicht. voor zover ik cartouche ken waardeert ie deze recensie niet echt. maar ja de lezer leest en denkt er het zijne van in dit geval. lezer staat nu eenmaal niet op de kermis. lezer zit gewoon achter zijn kopje koffie op de vroege zondagochtend in dat altijd weer zo prachtig oplichtend amsterdam van mevrouw halsema. ‘Waar werd oprechter trouw. Dan tussen man en vrouw. Ter wereld ooit gevonden? Twee zielen gloênde aan-een gesmeed. Of vast geschakeld en verbonden.‘ 020 zei ik daar dus, vlak bij het vondelpark.
Joshua
Uit het struikgewas kruipt het serpent, het trekt stuipen, wil onderdoen.
Langs de stam van de appelboom kruipt het omhoog.
Heeft er niemand erg in?
Over de rest hadden we beter gezwegen.
Joshua was nog niet geboren.
— marc tiefenthal dichter essayist / poète essayiste
–> de slang, de tuin, de appel, de verlosser – ook hier wordt een zoekplaatje gepresenteerd – maar ik wil geen zoekplaatjes ik wil een gedicht. we staan niet op de kermis. poëzie is een serieuze zaak.
PARADIJS
boven huilt een baby een kat miauwt de toon is gezet
de zon komt op de zon gaat onder
morgen steekt er weer wind op
maar goed ook want wij zijn erg aards
handen, mouwen ferme passen als gewenst
niet vandaag vandaag is het windstil
Petra Maria te Barberino
–> een aards en windstil gedicht. met mensen erin en een kat. een paradijs als titel. ik weet even niet wat er ERG aan is. ik zou zeggen kind geniet van de rust. morgen stroomt de boel onder als in spanje momenteel , ga je ten onder aan kattengejank omdat beestje zijn bek niet meer weet te houden of noem je dat dan ‘hemels’?
wel even geaarzeld of ik over het te bespreken fenomeen een columnetje zou schrijven. toch maar doen. ik bezocht gisterenavond den bosch. 4 kandidaten streden om een finaleplaats. de kandidaten voor het stadsdichterschap kregen de opdracht om buiten zich zelf te treden – buiten uw comfortzone – in uw voordracht van 20 minuten. alle kandidaten(nou ja ik zag er drie van de vier) bedienden zich van een muzikant (gitarist) als begeleider. muziek is blijkbaar een dingetje buiten de comfortzone van een stadsdichter van den bosch.
ik schrijf in deze column geen recensie van de avond. het te bespreken fenomeen kwam aan de oppervlakte bij het optreden van de tweede kandidaat van de avond. een zekere mevrouw kerkhof. ik zei tegen vriendin vera vd horst met wie ik aan de bar stond toe te kijken (bieren – bieren / bieren – bieren zou martien uit het CHATEAU krijsen) omdat in het zaaltje geen stoel meer vrij was – ‘ze heb der naam niet mee’.
we waren bij mevrouw van het kerkhof aangeland. mevrouw van het kerkhof vulde haar 20 minuten met al het persoonlijke leed dat een mens maar kan vergaren + bij elkaar kan verzinnen in een mensenleven. alles maar dan ook alles moest en zou in die 20 minuten van mevrouw van het kerkhof. de hele wereld had het gedaan en de hele wereld had ongeveer mevrouw van het kerkhof misbruikt. ik zei tegen mijn vriendin vd horst: haar teksten zouden het goed doen in een psychiatrische kliniek maar dan wel op der eigen kamertje én met de deur dicht. vriendin van der horst is van het beschaafde soort – glimlachte een weinig – maar wist elke glimlach toch te beëindigen met een enorme schaterlach. als blikken uit het zaaltje hadden kunnen doden lag mevrouw vd horst nu op het kerkhof.
15 minuten persoonlijk leed doorspekt met een paar minuten plat moralisme – mevrouw van het kerkhof was klaar. geheel opgelucht (en leeggelopen) verliet zij het podium. geen enkele relativering, geen enkele ruimte en aandacht voor de medemens en voor de toeschouwer in de zaal al helemaal niet – alleen maar aandacht voor het zo particuliere zelf. je ziet het vaker maar je wil het niet zien. zie hierboven het beschreven fenomeen. er bestaan mensen met een gebrek: aan zelfinzicht.
jeanine onze juryvoorzitter gaat vanavond voor goud – nouja voor een finale plaats in de verkiezing stadsdichter DEN BOSCH – wij van de pom wensen haar een genadeloze avond.
Ramon geeft Jeanine de laatste tips. samen met jasmijn verzorgden zij een indrukwekkend optreden – de stadsdichters dienden hun comfortzone te verlaten – dat lukte kandidaat doeko niet – die bleef gewoon zichzelf – dat lukte kandidaat 2 mevrouw kerkhof ook niet helemaal – haar teksten zouden het goed doen in een psychiatrische kliniek op der eigen kamertje met de deur dicht – jeanine en ramon verzorgden een levensverhaal met een vredelievend einde met prachtige zangaccenten door jasmijn die op een bierkratje plaatsnam. de vierde kandidaat heb ik niet meer kunnen aanschouwen – mevrouw kerkhof werkte te zeer door in mijn brein. ben wel benieuwd of jeanine de finaleplaats heeft bemachtigd.
Goudvisjes
Je bent een goudvisje dat moet je goed onthouden als ik je Koenraad noem ben je een goudvisje dat Koenraad wordt genoemd
roep ik Guido, je bent Guido het goudvisje Jacob, Jolande, Inge, Willem, Janine Goudvisjes!
roep ik goudvisje alle goudvisjes ook de visjes die zich jarenlang verscholen duiken op
ze zullen allemaal even hoopvol vragen riep je mij?
je bezig houden met particuliere dingetjes terwijl de stad onder je handen veryupt, verzakt, vervuilt, verstikstoft en verlachgast. kent u die uitdrukking zou dominee gremdaat zeggen – kent u mevrouw halsema zeg ik. nu weer moet zo nodig de mededeling gedaan worden dat het gedragen wapen door zoonlief het wapen van echtgenoot halsema is – gebruikt op de een of andere filmset. wat kan ons dat nou rotten halsema en je wapenbroeders?
de particuliere kleinheid van deze bestuurder is door haar zelf getekend. amsterdam en halsema zijn geen gelukkig huwelijk. het is jammer – de eerste vrouw van amsterdam – je gunt amsterdam en de emancipatiebeweging beter.
hebben we nog één strofe over – amsterdam. als we toch aan het klagen zijn. net te vaak om me heen hoor ik van mensen die amsterdam hebben verlaten – waarheen ze ook verhuisd zijn – ’het is hier veel en veel goedkoper”: de huizen, de verzekeringen, de boodschappen en ga maar door. en ‘ze praten hier nog Nederlands’ dat is de tweede welkomstgroet die gekwoot kan als je in de ‘ommelanden’ op bezoek bent. gelukkig hebben we ajax nog – een redelijk goedkoop kluppie als je de club vergelijkt met liverpool, barcelona en münchen. bij ajax versta je alleen die tukkertrainer niet.
een rechterlijke macht in amsterdam – rechtbank amsterdam praten we over – waar de mail nog niet is uitgevonden – en je alleen via een wat? jaja via een FAX! mee kunt corresponderen. even voor het beeld lieve lezer. maar het is wel waar.
proces tegen wilders, proces tegen een euthanasiearts, processen van het OM waarin het OM (namens ons – jaja) geen of nauwelijks straffen eist in zware strafzaken – strafzaken zijn uitgevonden om straffen op te leggen – de strafeis op zich veruit het voornaamste element uitmaakt van het proces. wat een onzin en wat een verspilling van geld.
een volslagen corrupt en verziekt ministerie van justitie waarin door ambtenaren de ene leugen op de andere wordt gestapeld en ministers en staatssecretarissen achterelkaar het veld moeten ruimen vanwege leugen en achterklap. wat een onzin allemaal en wat een verspilling van geld.
een volkomen verziekt politieapparaat waar leugens en witwassen van de waarheid aan de orde van de dag is, dienstwapens worden gebruikt om familieleden om te leggen – jarenlang blauw op straat wordt gepropageerd zonder dat er blauw op straat is te zien en het doen van aangifte teruggebracht is tot de opmerking legt u uw aangifte maar op die stapel papier daar.
(meestal hoor je op het politiebureau – na urenlang wachten – nee we nemen hier geen aangifte van op – dit is een privaatrechtelijke zaak hoor – en trouwens aangifte zou toch geen zin hebben kijkt u eens naar die stapel daar in de hoek – vervolgens legt de dienstklopper zijn beide benen weer op het bureau voor zich, en nuttigt uiterst relaxed zijn banaantje.)