Je zet de knop achter in je nek om en de reis begint. Je bent op vakantie. Een groen en glooiend landschap. Je bent met de mensen waar je van houdt. Je eet, je drinkt en bent omringd met liefde. Alles is mooi en zonnig. Op een middag ga je alleen wandelen. Nooit eerder was het landschap en de wereld zo overspoeld met schoonheid. Zo zelfs dat je jezelf langzaam verliest in het geheel. Je wandelt een steil pad op. Over de top ligt een hoogvlakte. Er ontvouwt zich een magistraal zicht over bossen en heuvels. De zon hoog boven de velden. De einder roept je. Het mag afgelopen zijn. Zo de oneindigheid in.
Zo anders dan dat ziekenhuisbed. De sprint tot een voltooiing die allang niet meer gaat. Het moment dat gezegd moet dat de laatste spuit erin mag. Dat rochelen en piepen van een tanende ademhaling. Een lichaam dat vasthoudt aan het laatste halmpje leven terwijl de dood het grootste eind al in de klauwen heeft. De geest gebroken door de morfine. Het onvermijdelijke van een kansloze doodsstrijd. Eindigend met het piepen van een hartbewaking en de zogezegde rust voor de getuigen die achterblijven. Geen romantiek. Geen regen van zonnestralen aan het einde van de tunnel. We rommelen in het leven al eeuwen aan met de dood. Als je geluk hebt sterf je vredig in je slaap, zonder dat jij of iemand het zag aankomen. Als je een beetje pech hebt, wordt je uit het leven gerukt door een ongelukkige omstandigheid. Maar dan zag je het tenminste niet aankomen.
Van een heldendood zullen we maar helemaal zwijgen. De kans dat je aftakelt door een slopende ziekte en dan vervolgens ‘in de verzorging’ aan je einde komt is vele malen groter. Dan sterf je als onaf eindproduct van een onvermijdelijke neerwaartse spiraal ergens in een statistisch bepaald en kosten gestuurd industrieel zorgproces. Als je blank bent, geld hebt en weinig pech, belandt je in een hospice.
Het zou dan toch veel geruststellender zijn als je op de mooiste plek ter wereld omringd door je dierbaren vredig zou mogen wedervaren? Virtuele realiteit en kunstmatige intelligentie bieden hier de oplossing. Langzaam gaan we van onze analoge realiteit over in een virtuele wereld, waar al onze naasten ook een rol mogen spelen. Ja, zelfs mogen deelnemen. Tot we besluiten daar te blijven en de reis naar de oneindigheid te gaan ondernemen. Een zoete, zachte dood onder regie van je eigen wensen met een beetje hulp van je virtuele, intelligente assistentie. Je zou niet eens ziek of oud hoeven zijn om die keuze te maken. De techniek en de chemie helpen invulling te geven aan een designer-inslapen. Het kan gerealiseerd worden.
Willen we onbekend verplegend personeel en trieste aanhang aan onze ziekbedden, waar we tegen wil en dank een band mee moeten opbouwen richting een ongewis einde. Of programmeurs, verhalenvertellers en kunstmatige intelligentie om ons in slaap te sussen? Een zachte hand die niet echt is, maar zoveel beter oogt en voelt?
Terwijl ik uitkijk over de groene velden en heuvels, mijn armen spreid en ogen sluit, voel ik de koele wind langs mijn gezicht strijken. Enkel dat en verder stilte. Wanneer ik mijn ogen opendoe is alles er nog. Ik loop terug naar de camping en heb zin in een ijskoude pul bier. Ja, dat moet het vervolg zijn.
VON SOLO DICHTER, COLUMNIST, PERFORMER EN CINEAST Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
foto: Ben Kleyn de dagelijkse column van uw webmaster op deze site – vanaf heden – zie rechtsboven het item – de passievolle pensionado – te genieten. fijne medemenselijke korte columns – voor alle verjaagden uit de wanhoop!
U bent zelf op zoek naar warmte, veiligheid en wijze woorden!
Ongrijpbaar
Zo’n boom waarvan je dacht die valt nooit om. Ongrijpbaar voor de tijd en voor verval.
Waar je altijd bij kon schuilen. Op zoek naar warmte, veiligheid en wijze woorden.
Die je nog meent te horen op een weemoedige namiddag als bladeren het veld goudgeel bedekken.
Zo af en toe denk ik nog wel aan hem. aan GER BELMER. Niet eens aan de persoon maar aan wat om hem heen hing. Wat hij om zichzelf heen gehangen had. Die bonte mengeling van een soort ranzige lol, cynisme en dat hele precieze op de taal en daarbij die diepe tragische blik achter dat sjonnie jordaanbrilletje. Ik ontmoette hem in de laatste 10 jaar van zijn leven door de poëzie – oa in Purmerend, in café Eijlders. Hij was trots op zijn songteksten die hij oa schreef voor de overleden zangeres Conny vd Bosch, lang geleden. Zijn journalistieke loopbaan in Noord Holland. In zekere zin leefde hij in dat verleden. Buiten Purmerend zat natuurlijk niemand meer op een gepensioneerde Ger Belmer te wachten. Zo af en toe stuurde Ger Belmer in op pomgedichten – light verse – zijn ding – en hij won de zondagwedstrijd op die site ook nog wel eens tot zijn grote verrassing. Prima gedichten.
Rond zijn 70ste levensjaar maakte Ger Belmer een eind aan zijn leven. Ik las over drie dochters en een scheiding. Waarom hij het leven stopte weet ik niet, hij had er geen zin meer in – zag de zin van het leven niet meer. Zoiets moet het zijn geweest. Ik heb er vaak over nagedacht. Ik kan het niet begrijpen. Je staat 70 jaar in het leven – je stapt er 70 jaar NIET uit en dan stap je er toch uit.
Alsof het leven zin heeft – anders dan het leven te leven. En met drie dochters heb je al helemaal geen klagen – alsof er in het leven meer te halen valt dan drie dochters – ja vier vijf dochters maar ergens houdt dat ook op – om het vervolgens op een heerlijk zuipen te zetten in een zalig nietsdoen en om nog zoveel mogelijk ander levensgenot uit de samenleving te trekken. (te geven zeggen de socialen onder ons – ook goed.)
Met Simon VInkenoog, rechtsboven op de foto onder pootbereik heeft Betty – het nieuwe hondje van Merik van der Torren haar intrek genomen in huize van der Torren. Een paar weken geleden moesten we het overlijden van het poëzie hondje sara melden. zo te zien moet betty nog even wennen. kan er geen grotere mand hier in dit huis lijken de ogen van betty te vlammen. en waarom moet ik op de grond staan? betty is een koninginnetje die zeker het koninginneschap zal afdwingen. dat zie je aan betty’s gespierde houding. wel stelt Betty het parool op prijs en met name ook de kurkentrekker, voorop de foto en op loopafstand van het mandje. nee merik krijgt nog heel wat te stellen met deze nieuwe koningin. het welkomstgedicht van merik is hieronder te genieten:
Betty,
sinds jij je intrek hier nam, de mand in beslag en het hoofdkussen naast de mijne,
kijken we elkaar aan, Betty, met zoekende ogen en lopen de benen uit ons lijf van vreugde,
vinden elkaar weer ieder op een strandstoel in de zomerzon, jij slapend, ik lezend
de dagelijkse column van uw webmaster op deze site – vanaf heden – zie rechtsboven het item – de passievolle pensionado – te genieten. fijne medemenselijke korte columns – voor alle verjaagden uit de wanhoop!
U bent zelf een peter le nobel!
straks om 9 uur vanochtend trippelt het hondje Betty van merik van der torren hier de site op. het wordt nog hard werken om alles in gereedheid te brengen zodat de koningin haar entree kan maken op een wijze die de koningin gewend is – de loper moet uit – het kattenvoer moet uit reukzicht – het mandje moet uit de schuur gehaald. een jaar geleden maakte peter le nobel hier zijn entree. niet dat peter een hondje is – een onvergetelijk entree.
Dus onder deze stenen liggen de dichters van wie jij het werk in de loop der jaren minder op prijs stelde? Peter le Nobel min of meer vragend aan het woord bij zijn entree een jaar geleden in de tuin van mijn nederige stulpwoning te 020. de verleiding was groot lieve lezer om bij elke steen een naam te noemen –iets in de trant van inderdaad ja Peter – daar ligt die en die en daar bij die hoekige ligt …. en die daar – daaronder onder die kleine ligt …… ik hield mij in, noemde geen namen – heette onze voormalige en zo vreselijk bij de vrouwelijke dichters geliefde juryvoorzitter Peter le Nobel van harte welkom in 020. Zijn manier van jureren leest u hieronder bij een gedicht van PLOOS:
Travertin
Als ik jouw hart en onze kamers niet had gevuld met vluchtig ogenschijn van vuur en hamerende woorden mijn handen niet had laten gaan over te kille dingen waar ik om huilde van ongeduld van ongezegd
je niet had beetgenomen en waar ik maar kon betast en ik mijn stem niet opgewekter dan ik was had willen laten stuiten tegen je muur mijn ogenblik geruild tegen je dubbel glas
Als ik jou en je matras nou had ontdaan van mijn roekeloost gewicht en het gevoeligst van mijn hand niet meer alsmaar heter over al het dierbare van je gezicht had laten gaan
dat met veel te vroege groeven weigerde te zwichten voor akkoorden over hoe het zou zijn van ons een kamer maken
Als jij je harnas en je marmer ik mijn rode stoel en arm zou hebben afgelegd opdat de travertijnen vensterbank niet brak terwijl ik over alles lag te waken
Niets zou anders zijn
Ploos Voor Herman
peter: Bij eerste lezing werd ik wat overweldigd door de veelheid aan woorden en doorlopende regels. Maar als ik ervoor zit, zie ik hele interessante combinaties zoals ‘ongeduld van ongezegd’ en ‘roekeloost gewicht’. Dit gedicht leert mij wat.
Luk Paard, de herman brood dichter is uitgeraasd. een pijnlijk relaas over leven, liefde en een gebrek aan energie lezen we hieronder. Luk schilderde in zijn glorietijd voor mij een schilderij dat nog steeds een plaats heeft in mijn huis. een schilderij waaruit de kleuren en de levenslust en de energie spatten. voor Luk nu een nieuwe levensfase – ook over pijn mag bericht op pomgedichten – voor de verjaagden uit de wanhoop – wensen wij vandaag LUK al het moois toe dat het leven ook zonder te bieden heeft: (de rockdichter): MEDEDELING!!
beste lezers fans vriende en toevallige passante…kortom liefhebbers van’et paard uw rockdichter…ik heb nagedacht…en ik ben geenszins zielig (no way echt nie!) maarrrr…ik ben genoopt tot’n tijdelijke halt op de plaats! omdat’et 1 realiteit is om te kunne funktionere as de rockdichter heb ik liefde nodig (vooral geve en ook wel krijge)…tot die vaststelling ben’k gekome…’n muze (mijn lief)…dinge zien en hore…beleve en meemake…MAAR nie alleen zijn de hele tijd…echter door’n paar gebeurtenisse dit laatste levensjaar ben’k zowat alles kwijt…ja vleugellam…dolend…zoekend…rondzwalpend as’n blind paard in de woestijn…in de woestenij…kortom ik ontbeer en ontbreek’n geliefde! en ben daar echt heel erg door geraakt…ik zeg gekraakt…en tevens eventjes echt wel onderuitgehaald (‘et overkwam me nooit eerder op zo’n manier…zo drastisch ingrijpend…zo totaal…en ben’r zelf echt wel door verbaasd but it is)
ik heb nog gepoogd wat powezie te plege de laatste tijd…’et lukt me nie zoas’k wens…ik heb optredentjes afgezegd omdat ik’r de kracht nie voor heb…de energie…the drive…the spirit (net dàt wat me zo kenmerkt tijdens’et schrijve en zeker de optredens…u weet/zag al) met andere woordjes…ik ben nie echt de rockdichter meer…voorlopig en daarom zal ik hier de eerste tijd niks meer plaatse…al zeg’k nooit nooit en kan’et plotsklaps anders zijn… ik kan slechts kreatief zijn as’k bezield ben…driven by the heart and soul…en dat mis ik nu volledig…en dan weet je’et wel ik weet! (alleszins)
blijf maar gerust regelmatig es’n bezoekje brenge te hier op me pagina…voor je’et weet is er toch iets ontsprote uit me hart en ziel…en plaats ik… en ik weet ook “ uit’et oog is uit’et hart “ (zeker in’et wereldje vd artiest)…dus dat is dan maar zo doch ik kan niks schrijve as’et nie uit me hele zijn opborrelt…en d’r uitspat… but I still believe & I never stop to wonder (dus NEE en ik benadruk voor’n aantal mense die’et wel zo zoude vinde dit is geen vaarwel maar’n tijdelijk afscheid…’n halt op de plaats…tot aan de betere tijde en goddomme NEE dit is nie zielig…maar’n realiteit die nie te negere valt voor mij…helaas) YEAKETEYEAK liefs, luk (en nu wandel ik effe weg) (photo by roger van vooren)
goeiemorgen pom dit is de laatste column voor mijn vakantie de volgende column verschijnt op de laatste dinsdag van september heb nog een fraai staartje van de zomer en een guten rutsch in de herfst knuf & tot dan je columniste
De zee was onstuimig, het helmgras lag plat. In het duinpan woei het dat het een lieve lust was, nu en dan sloeg de regen er zijn gesel overheen. Zou het weer voorbij zijn, die mooie zomer? zoals Gerard Cox zong in een vertaling van “Salut les amoureux” van Joe Dassin. Des natuurgenezers tuinhuis verkeerde evenwel in opperste staat dat het bijna leek alsof de geilsoldate was teruggekeerd. De geraniums stonden keurig in het gelid voor het raam. Radovan! riep ik verbaasd toen ik de deur opengooide. Jij nog altijd hier? Moet je niet naar je ligbad in de Biltsche Hoek? Daar durf ik niet meer geen, zei hij met een scheve grijns, sinds mijn dubbelganger er die SM-kelder runt. Straks loop ik een bloedneus op door zo’n martelmeisje dat denkt dat ik get was die gaar met MDNA geeft verdoofd en gaar, toen zij bewusteloos was, in gaar achterste golletje geeft genomen.
Nou, voor iemand die er niet bij was treed je verbazingwekkend in detail, gaf ik. Ik geb nu eenmaal een levendige fantasie, glimlachte hij. Maar ik wil gewoon niet in een busgokje eindigen. De utrechtse bushokjes zijn anders heel hip, hoor! riep ik uit. Een wereldwijde hit met hun dak van sedum. Eindelijk eens een milieumaatregel die aanslaat. Dat bedoel ik nou, klaagde hij, wie weet wat er allemaal voor ongedierte naar dat busgok afdaalt. Soort zoekt soort, zei ik, maar dan heb je de natuur wel recht boven je bed. Heb jij je vleesje eigenlijk al laten staan, Radovan? Zijn ogen werden schotelrond van verontwaardiging. Ik als Balkanman geb mijn dagelijkse portie vlees nodig als de baby de moedermelk, de Elfstedenschaatser de pindakaas! Daar blijf ik sterk van op m’n ouwe dag. Wat moet ik anders vreten? Een spinazieburger soms? huiverde hij. Als je eenmaal levenslang achter de tralies verdwijnt, is er geen menukaart meer, gaf ik droogjes.
Kan me niet schelen! Dan organiseer ik een uitbraak en slacht zelf een gert. Of ik vergrijp me aan de cipieressen en kauw op get vlees gunner billen. Maar maak je geen zorgen. Vooralsnog zit ik niet in get gevang omdat niemand mij wil gebben. In feite voel ik me gier gelemaal thuis, ik mis Servië allang niet meer. Jij en get servokroatische leraresje zijn mij dierbaarder dan al mijn zogenaamde onderdanen. Ze gangen liever een foto van Mladic op dan van mij! Gij is de geld, gij geeft zich op get slagveld begeven, ik stond op die berg boven Sarajevo maar wat met een tank en een karabijn te spelen, toen kwam dat keffertje nog aan m’n broekspijp gangen, daar schrok ik zo van dat ik bijna onze commandant overgoop geb geknald. Neen, ik geb mij nu fijn teruggetrokken.
De politiek is een slangenkuil. Ik gou van Golland, ook al gebben jullie plantaardige busgokjes, vreemde eetgewoonten en gipsters die zich als vrouw verkleden terwijl je de baard door de makeup geen ziet. O, gaf ik, ik trek anders ook graag een jacket aan en plak een snor op. Nou goed, ik gou immers van jou als mens en niet als vrouw, get maakt me niet uit goe jij eruit ziet. À propos, zei ik, daarom was ik gekomen, om je te zeggen dat ik een tijdje wegga. Wat? Ga jij alweer weg? voer hij op. Je bent net terug van die bustour! Ik weet het, verzuchtte ik, maar dat was hard werken, hoor. Nu ga ik fijn vakantie houden in jouw land. Ik zal je onderdanen de groeten doen en tegen ze zeggen dat ze Mladic van de muur moeten halen. Maar ik kan gelemaal niet zo lang zonder jou! jammerde hij. Tegen wie moet ik dan mijn wekelijkse klaagzang uiten? Het went wel, suste ik, geniet van je vrijheid. Hij rechtte zijn rug. Ach nou ja, ik gad eigenlijk al een suite besproken in Oud London in de bossen bij Austerlitz. Kan ik daar ongestoord en ongezien op de klitjes van mijn lustmeisjes sabbelen.
Duurzaam beroemd
Eindelijk staan we op de kaart, we zijn evenwel geen wereldverbeteraars met ons pluizige haar dat nog hipsterlang moet groeien. We zijn een tussenhalte, de baard is futenjong en trimkort. Maar binnenkort zijn we een
zomerhit voor de ratten en de muizen in de gracht die de ingebouwde camera’s laten flitsen, de spotters bij het sedum dat uit ons dak spriet. We hebben stoppels laten staan, nou en? Straks gaan die trekkers ook nog
onze grasmat op Googlemaps zetten, pimpen hun labbekakkige profiel met ons op, baten ons uit op instagram. Wij willen enkel schuilen in het groen, opgaan in schutkleur, een vrijplaats voor bijen en vlinders zijn
want een huisje is meer dan een plek om op de bus te wachten het is het verzachtende van striemende regen, een babbeloord en een graasplek in geleende tijd. Wij zien neer op al die asfaltkakkers. Voor azijnpissers reiken wij te hoog.
foto: Ben Kleyn de dagelijkse column van uw webmaster op deze site – vanaf heden – zie rechtsboven het item – de passievolle pensionado – te genieten. fijne medemenselijke korte columns – voor alle verjaagden uit de wanhoop!
U bent zelf een henkie!
Zo langzamerhand begint deze dagelijkse column vorm te krijgen. Een stukkie facebook, een stukkie actualiteit en een stukkie poëzie. De eilanddichter heeft niet gereageerd op het liefdevolle aanbod dat ik hem gisteren deed in de column met de aansprekende titel ‘U bent zelf een eilanddichter!’ Mijn opwekkende opmerking ‘de dichter ROOP – eilanddichter te Texel – die soms poëzie tracht te schrijven maar die veel beter is in proza…’ zal de bereidwilligheid van de aspirant columnist tot nul hebben gereduceerd.
We zullen verder moeten in het leven. Alleen! Met Baudet of met Otten dat is de vraag. Een vierde van zijn zetels kwijt het maakt Baudet voorlopig niet uit. Blijft Baudet onberoerd wanneer die zweterige Otten (al weer een henkie) nóg een vierde uit de grabbelton van het rariteitenkabinet van Baudet weet te peuteren? Ik vermoed dat het Baudet alleen om Baudet gaat. Otten kan – dat is mijn inschatting – zijn goddelijke grabbelgang gaan. Ondertussen scoort Rutte gewoon zijn punten op Lowlands.
Geen Roop, geen Baudet, geen Otten wat moeten we dan nog vandaag? Poëzie hoor ik u in koor roepen. Nou snel dan maar voordat er weer enerverend nieuws op de deurmat valt (‘Otten rooft opnieuw drie zetels Baudet’) of voor er weer een dode dichter te betreuren is. (u denkt aan wigman, zwagerman, starik, ik denk aan campert of die paar kilo’s die nog van hem over zijn.)
alleen dan
omdat jij mij liet als ik het wilde omdat het alleen dan meegenomen kan het ongezegd en ongeschreven bleef wat ik altijd heb geweten
weet je dat het moeilijk is voor je te schrijven omdat het mooiste gedicht voor jou geschreven mooier moet dan ik het schrijven kan
zo bleef wat ik altijd wist ongezegd en ongeschreven omdat het alleen dan meegenomen kan en jij mij liet als ik het wilde
knuffelscharrelen breigroepje haarkleuring Elvis poef Veronica rondhoppen alleengaanden yogameeting met frikandellen humeurwisseling jampotglazen dekbedovertrek Janneke Brinkman
haarkleuring Elvis knuffellammetjes yogameeting zonder frikandellen graancirkels mayakalender depothoppen poefje Sandra en Simon uithuilen voor neerlandici parachutespringen voor alcoholici tandemsprong haarkleuring Elvis,
de dagelijkse column van uw webmaster op deze site – vanaf heden – zie rechtsboven het item – de passievolle pensionado – te genieten. fijne medemenselijke korte columns – voor alle verjaagden uit de wanhoop!
U bent zelf een eilanddichter!
liefde – hoe rottig het soms ook uit dichters komt – zeker bij eilanddichters – liefde dus – moet je met liefde beantwoorden. Zo is mij het leven geleerd. Ik heb mijn leven lang niet anders gedaan. Daarom houden de mensen ook van me, van texel tot maastricht en ver daaronder. Over het pensionadoschap berichtte ik de lezer in mijn eerste column. de dichter ROOP – eilanddichter te Texel – die soms poëzie tracht te schrijven maar die veel beter is in proza – solliciteerde in een reactie op mijn column naar een plekje op de pomsite – we lazen:
Eilanddichter Texel: hoe je het wendt of keert, iedere omschrijving draagt de dood in zich mee. je zou het dus ook een laatste aanhoesten tegen het onvermijdelijke kunnen noemen. pensionado klinkt een stuk beter dan terminaal, bedlegerig of dolende in het alzheimer café. het roept iets op van met een glimlach van voldoening de pijp uit gaan, dus heeft het bitter weinig met de webmaster, zoals deze zich in de afgelopen 100 jaar aan het ademloos publiek heeft gepresenteerd, te maken.
en ja zeker hoor als ie het wil proberen dan krijgt ie wel wat speeltijd van de webmaster op pomgedichten – dan hebben we het team weer compleet – kan ie verder gaan in het bekwamen een goed mens te worden. Hoe dan ook zijn zo zorgvuldig uitgeschreven liefdesverklaring verdraagt slechts liefde – ingetogen liefde als antwoord: elders
moeten we niet eerst onszelf in kaart brengen om over land te kunnen vliegen als je geluk hebt sterf je elders
en nog altijd hoop ik dat jij ooit regels zoals die laatste zult opnemen in een voor de eeuwigheid gemaakt gedicht
maar de pont is lek niets vaart hier uit en alles is dicht
TIEFENTHAL wint deze week het goud. van harte. hij geeft ons op een zeer bijzondere wijze een zeer menselijke versie van het beroemde Alpejagers lied – gedicht van paul van ostaijen – zo blijft alle eer vandaag in antwerpen – de bezette stad – de stad die tiefenthal heeft verlaten – de stad van kaatje, herman, paul en marc, die de dingen in de ochtend groet. rein bloem mag trots zijn vandaag op de tief.
Ho, ho, heer Pom, wolf in berendracht, wat doe jij ons nu aan, een column elke dag. En dan nog een vanuit Antwerpen. Ja, geen Herman noch Kaatje meer en Jo en ik zijn verhuisd. De andere dus dood. Maar morgen zondag en trofee:
Stijgen en dalen
Je wenkt soms op de maat van je binnenste muziek, ja laat, waarvan je heupen getuigen als we op elkaar inhaken en huigen in de diepste dans.
Je wenkbrauwen dan weer brouwen me een mengsel tekeer dat ik met volle teugen van al je lippen lik en stijg je.
Strak slaap ik dan verdoofd door deze overvloed, daalt de sluier neer. — marc tiefenthal dichter essayist / poète essayiste Sint-Niklaas blogs: Tieftalen (nl) Profonde lalangue (fr) de stijgende en de dalende mens van paul van ostaijen vormgegeven in een heftig minnespel. polleke wordt er onrustig van in zijn graf. en dat allemaal vlak vóór de winkel van Hinderickx en Winderickx vlak vóór de winkel van Hinderickx en Winderickx van de beroemde hoedemakers zou van ostaijen toegevoegd hebben. ja deze versie is de dandy van een eeuw geleden waardig. een hoogtepunt in het werk van tiefenthal.
RIK VAN BOECKEL van de zachte tijd dat ‘t hoofd rust in de armen
FRANS TERKEN er is geen houden aan ik vouw je arm om me heen
PETRA MARIA dan kwam er iets voorbij van lief of jij zo mooi
MARC TIEFENTHAL verdoofd door deze overvloed
JAKO FENNEK na onze dood zal ik je schilderen
wie wint de enige echte virtuele – leg uw hoofd zo in mijn arm dat ik…- trofee op pomgedichten?- vrij naar paul van ostaijen (ons polleke).
Gisteren op de Groote Markt Antwerpen te midden van alle bollekes-feesten gefotografeerd voor de lezers en de dichters op pomgedichten. het gedicht van paul van ostaijen. en vandaag reeds thema in de zondagochtendwedstrijd. het is aan de dichter – de vormvrije of de vormvaste dichter. welke arm, welk hoofd, welke geliefde – dat we er zijn om elkaar. daar gaat het om. ik lees u zo graag over dit thema – dank aan polleke – een eeuw geleden dandy-de en paradeerde polleke op diezelfde groote markt. u kent de regels: de gedichten niet te lang svp – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
ochtendlicht
ik vermoed dat het zo’n ochtend wordt waarin ik blij ben met wat ochtendlicht waarin de nacht is opgegaan
een beker koffie vasthoud alsof het de laatste koffie is mijn lippen langzaam naar mijn handen breng
ik mijn voeten niet verplaats het natte gras weer voel zo’n ochtend waarin het lijkt alsof het licht de dood heeft ingehaald
pomwolff
Goedemorgen Pom
Vanuit Portugal mijn bijdrage aan de enige virtuele de ochtend na een prachtig optreden van fado ster Mariza op het O Sol da Caparica festival in Costa da Caparica, gelegen onder Lissabon. Groeten, Rik
De roos van Caparica
De armen van Caparica zij slapen nog met de handen in haar zingende dromen
het lied van Mariza’s rode roos is getuige van de perfecte liefde voor ‘Ó gente da minha terra’
zie haar wandelen langs de mensen van haar zuidelijk fado land haar stem van goud zuivert de lucht
de zee wordt een tedere golf droomt van de zachte tijd dat ‘t hoofd rust in de armen.
Rik van Boeckel Costa da Caparica. Portugal 17 augustus 2019
prachtig klein gehouden de tekst – zo zuiver je de lucht: ‘haar stem van goud zuivert de lucht..’ rik hoort haar stem en zet die stem om in poëzie. je verwacht bij rik vervolgens de euforie in een ratelend ritmisch geheel vormgegeven – daarom leest die rustgevende laatste strofe met zachte tijd en tedere golf en een hoofd dat rust als een weldaad. we reizen af en weten vandaag waarheen.
Grijs
Het laken van mijn hoofd getrokken laat een andere wereld zien dan waar ik vannacht in mijn slaap van lag te woelen
jij wuift met liefdevolle hand het grijs voor mijn ogen weg dat ik kan zien hoe jij kijkt bij het eerste licht van de ochtend
kijk hoe helder zeg je geen nachtmerrie die ons bedreigt niets om je zorgen over te maken lees mijn klare lippen
er is geen houden aan ik vouw je arm om me heen zo naadloos geborgen trek ik me op aan de dag
FT 17.08.2019
de eerste strofe is van proza en overbodig bij de poëzie van de volgende drie strofen – laat haar maar beginnen te wuiven met die liefdevolle hand. het wegwuiven van het grijs – prachtig begin van een gedicht. en hoe een liefdevolle wereld zich vervolgens ontvouwt tussen de geliefden – zo dat ook de lezers deze zondag ingetrokken worden.
het is zo lang geleden
dat de woorden jou en mij ontdekten de klanken dwarrelden van mond tot mond
dan kwam er iets voorbij van lief of jij zo mooi een lach een knipoog dat trekje bij je mond
nu zit jij daar gebogen aan dat tafeltje over lange zorgelijke zinnen
kom eens hier liefste dan babbel ik je terug en klanken we weer de liefde
Petra Maria
het is alsof petra maria de singersongwriter een antwoord geeft. dat de woorden hem en haar ont-dekken. zo dat ze weer geheel open naar elkaar kunnen zijn. en daar heb je ze weer – die onvergankelijke regels:
dan kwam er iets voorbij van lief of jij zo mooi
na – kom eens hier liefste – moet het gedicht ophouden – de laatste drie regels doen geen goed aan wat zo mooi werd opgeschreven en gezongen. zo is het goed, meer dan goed:
het is zo lang geleden
dat de woorden jou en mij ontdekten de klanken dwarrelden van mond tot mond
dan kwam er iets voorbij van lief of jij zo mooi een lach een knipoog dat trekje bij je mond
nu zit jij daar gebogen aan dat tafeltje over lange zorgelijke zinnen kom eens hier liefste
onsterfelijk
in een zomerkleed verscheen je je was uitdagend mooi en droeg de geur van seringenbloesem in mei
je bleef in de greep van mijn ogen maar heb geen angst zoek te schuilen onder mijn oogleden vlij je neer in hun hoeken en lik de tranen zolang het leven stof tot huilen geeft
je zult mijn bloem blijven na onze dood zal ik je schilderen op vloeipapier onsterfelijk zul je zijn
jako fennek
‘na onze dood zal ik je schilderen’. zo zie je maar weer dat de poëzie langs elke waarheid, elke logica, elke wetmatigheid of natuurwet heen kan gaan. dat onsterfelijke, ook al in de titel gegeven is als je het benoemt geen poëzie meer. dit is niet het sterkste gedicht van onze man uit zwitserland. ongeveer het slechtste dat ik ooit van hem las lezen we vandaag. resteert qua schoonheid alleen die onmogelijke regel: ‘na onze dood zal ik je schilderen’ waarmee eigenlijk alles al is gezegd. het nadeel van prachtregels is dat ze geen lelijke om zich heen verdragen.