Ik dacht als er gebeld wordt dan ga ik toen er niet gebeld werd dacht ik als ze komen, aan de deur dan doe ik het maar er kwam niemand en waarom ook zou iemand aan me denken
ik ging op pad en zag in de vroege ochtend nog de schemering tussen de struiken torende al lopend uit boven de dichte mist laag aan de grond
zo is het gebleven want er was niets en niemand die me bond
De Rotterdamse wijk Ommoord.
De bomen zijn groen, de flats zijn grijs, net als de coupes. Op mijn fiets ben
ik onderweg naar een bedrijf waar ik zaken heb. Ik rijd snel. Voor me doemt een
kleine opstopping op en een gevoel van ongenoegen maakt zich meester van me. Het
zijn twee scootmobielen, die naast elkaar rijden en zo zorgen voor een
vaatvernauwing in mijn infrastructuur. Ik wacht het juiste moment af, totdat er
geen tegenligger komt en werp met een sierlijke zwaai mijn fiets om de
vervoersmiddelen van de onmachtigen heen. En denk.
Dit zijn mensen die beter ook
hadden kunnen fietsen. Ze zien er niet kreupel of lam uit. Hoogstens wat verkalkte
aderen, hoge bloeddruk en misschien een beetje emfyseem. En als je je evenwicht
niet had kunnen houden was een driewieler ook een optie geweest. Ik zie de
stickers van ‘Welzorg’ op het spatbord van één van de scootmobielen en weet dat
dit apparaat gefinancierd is via de Gemeente.
Stel je voor dat deze mensen
op de fiets zouden rijden. Erg snel zou het niet gaan. Heel ver zouden ze
misschien ook niet komen. En met een beetje pech zouden ze verongelukken en
omkomen. Maar als gemeenschap willen we dat niet laten gebeuren. We stellen een
mensenleven boven alles en ook het behouden en verlengen daarvan. Maar hoe ging
dat dan toen er pakweg twintig jaar geleden nog geen scootmobielen waren? En
hoe zou het gaan in landen, waar niet bedrijven als Shell en Unilever de
scepter zwaaien. Waar niet persé genoeg consumenten hoeven te zijn?
De reden dat er iets als een
scootmobiel bestaat is dat we onszelf wijsgemaakt hebben dat we een mensenleven
als heilige maatstaf moeten stellen. Een mensenleven is een excuus voor een
heel circus aan consumptieartikelen en hele holle dienstensector. Let wel, we
hebben niet het leven als maatstaf gepakt, maar een mensen-leven. Hoewel we
voor onze hond of kat ook nog wel wat willen produceren en consumeren. Maar die
beschouwen we dan soms ook en beetje als één van ons.
De mens heeft als soort nog
nooit een bijdrage geleverd aan het leven op deze planeet. Dat klinkt een
beetje bizar, maar al sinds we zijn begonnen met beschaven, zijn we de
leefruimte van andere dieren en planten direct en indirect teniet gaan doen.
Ter creatie van comfort voor de mens. Hetgeen intussen bizarre, bijna
clownesque, maar wel breed geaccepteerde kunstgrepen zoals de scootmobiel heeft
opgeleverd. De mens levert enkel nog loze bijdragen aan meer en langere mensenlevens.
Hoe inhoudsloos deze ook mogen zijn. En ik zeg niet dat iedereen meteen dood
moet nu, maar ik denk wel dat we er best eens over na mogen denken, wat in deze
wereld wél een goede maatstaf zou kunnen zijn.
Het was inderdaad Arie, Frau Heij, die stilletjes uit café Eijlders wegglipte. Voor slingerplanten kun je ‘m echter altijd wakker maken.
De Achterhoekse dichter Hans Mellendijk had mij gevraagd de feestelijke presentatie van een zwoelbontkromsprakig erotische bundel bij te wonen in het café waar de poëzietraditie nog steeds onstuitbaar door Vijftigersnazaten hoog wordt gehouden. Maar erg na zaten wij, herstel: zat ik, er inderdaad niet door.
Hans was een must. Ik was er al lang niet meer geweest. Ach, waarom eigenlijk niet? Eijlders was immers weer een warm bad. De streepbuikige man met strooien hoed die aan het eind van de bar een dichteres met zijn ogen uitkleedde, het mocht die speciale middag. Dienstdoenden als vanouds een eerlijk moeilijk ‘goedemiddag’ door de weg kijkende hartelijkheid murmelend. Het best op temperatuur was natuurlijk het Varsseveldse gezelschap waarvoor ik kwam, aan tafeltje… drie? Al decennialang had ik in het oosten dichterlijke, muzikale en theatrale evenementen mogen bijwonen, eraan mee mogen doen. Vrienden voor het leven die je zo af en toe ziet: Mellendijk, in de bundel geplaatst, de artsitecten Liesbeth en Theo, de theaterspelers Wout en Hermi… Verdomd, de krem de la krem van de Drom in de Korte Leidse dwarf! Ik kreeg beelden door van de Achterhoekse donderdagavonden, jaren tachtig, café De Doelen, of ‘Doorlam’ zoals wij toen zeiden. Baas Betty. Het begin van alles. Van de poëzie, van…. ja, van mijn eigen nazaten eigenlijk. Toen brak er wat.
Toch jammer dat Heintje Davids op zeker moment de bar ging bemensen. Ze bleek er nog steeds kinderachtig boos over dat ik, ruim drie jaar geleden alweer, het Bowielied zong dat zij zelf had willen zingen. En ik deed het nog wel in dezelfde spontane terts. Je kunt niet alles hebben.
O ja, Frau Heij, nog even over je ambtenareske ‘boaliekluivert’. Die bestond al in het Middelnederlands. Laat ik mijn stukje afsluiten met een gedicht dien aangaand –want genoeg geklets, niewaarniewaar? – van de dichter Arent Hendriksz B. Lix uit de bundel ‘Steechleven – Van seeckren eeu het viftiende jaer, ooc op gitarene leverbaer’.
DE ROTTIGE STEECH DES LEVENS
De statsmensch gaet somwilen groit ellendich doert bestaen.
Aenschouwt dan desen slobber, lijtsam schuyvend doer den nacht.
Hi can den slaep niet vatten, elc gheroesemoesch comt aen.
‘Heer Clepper, als ghi éénmael slechts met uwer ratel wacht!’
Het wil noch steets niet lenten…
Ach, volcslie sonder centen!
Lancs reten vol vuylaerdicheit, de graften vol met crenghen:
Hi gaet niet naer den lombaert, is ooc niets geen baelgiecluyver.
Wat valt er tegenwordich noch naer Ome Jan te brenghen?
‘Dan liever ter taveern met mijnen allerlaetsten stuyver!’
Het Sijn vol excrementen…
Ach, volcslie sonder centen!
De werclijcheit ghelost hangt hi sijn cloffie aen den capstoc,
Besien doer d’oude Wester, in den goet vertrauwden tent.
Het sal niet lang meer dueren of sijn hooft ligt op den hacbloc.
Dan comt na aller pine ooc aen dees ghebet een ent.
Om schult, vermeert met renten,
Ghehaelt door twie agenten,
Gheplaetst bi delinquenten…
Ach, volcslie sonder centen!
Hoi Pom, de therapeutische activiteiten van mijn hondje Sara brachten me op het tekstje in de bijlage, voor pomgedichten, groet, Merik
Volgens Sara
Baasje heeft een vol hoofd. Schimmen waren van oor tot oor, ontmoetingen, grapjes gezichten. Baasje heeft een vol hoofd en ik ga dat hoofd leeglikken, wassen die mond en die neus, dat hij mij ziet, hondje Sara; zijn er nog brokjes ? Baasje heeft een vol hoofd, maar ik was de schimmen weg, Sara.
Het was zondag bij Eijlders een waarlijk feestje voor iedere taalliefhebber. De bundel Minnezinne in moerstaal werd gepresenteerd ter gelegenheid van het tienjarige jubileum van het Minnezinnehuwelijk tussen Ria Westerhuis en Delia Bremer. Erotische poëzie in de streektaal. Heb je in Utreg geen stadsdialect? vroeg Ria me maanden geleden al. Jawel, gaf ik, maar ik spreek het niet. Da’s iets voor de lage sociale klassen, ik ben grootgebracht met ABN. Toe nou, schrijf es iets in het Utregs, drong ze aan en ik was niet zo goed of ik moest aan de slag en met een taalgidsje uit de bieb in de weer. Wat een archaïsche begrippen je dan tegenkomt! Zo vind ik boaliekluivert voor ambtenaar nog altijd een hele leuke. Zo knutselde ik uiteindelijk wat in elkaar, wat ik op deze plek niet ga afdrukken, want ten eerste moet je het horen en ten tweede moet u de bundel vooral kopen, lieve lezer. Ik schreef net al dat ik ben grootgebracht met het ABN.
Op de Utrechtse Heuvelrug werd geen dialect gesproken, hooguit de boerse variant van het Utregs. Mijn ouders en de onderwijzers spraken allen ABN. Mijn moeder heeft als kind overal en nergens gewoond, ook in delen van het land waar ze met dialecten in aanraking kwam, maar in het domineesgezin was het verboden om de streektaal te spreken. Toen dacht men nog dat zulks het ABN zou schaden en een taalachterstand opleveren. Dat bleek een fabeltje, hoewel ik ook eens heb gehoord dat tweetaligen uiteindelijk beide talen minder goed beheersen dan monotaligen die in één taal zijn opgevoed. Aan mijn tafeltje bij Eijlders vertelde een drentse mevrouw dat ze in het Drents, haar moerstaal, een veel breder palet heeft dan in het ABN. Voor mij als monotalige is zoiets haast niet te bevatten.
Inmiddels was Jakko Fennek ook aangeschoven en ik haalde hem over om een gedicht van hem in het Zwitserduits te vertalen, ook een mooie taal en beter te begrijpen dan het Beiers. Ik spreek beter Zwitsers dan Duits, zei hij, voordat ik me bij Lausanne vestigde, zat ik in het duitstalige gedeelte. In Freiburg wordt er een nordalemannische variant van het Zwitsers gesproken, maar toen ik daarheen vertrok, was ik zo gewend aan het beschaafde Hoogduits van de universiteit dat ik het Badische nooit heb opgepikt. Nu deed ik dan maar Tineke Schouten bij Eijlders. Ik weet niet hoe het met u zit, lieve lezer, maar geen dialect zo lelijk en onerotisch als het Utregs. Het is de straattaal van de wijk C tokkies. Het Eijlderspubliek vond het kostelijk, net cabaret, maar dat is Tineke Schouten tenslotte ook. Nee, geef mij dan maar het Drents – of het Geleens. Dat is ook niet te verstaan, maar allemensen, wat klonk dat zwoel!
En daar had je Cartouche die ook een aardig woordje Limburgs meelulde, maar zijn spraak was dan wel weer redelijk te volgen. Hoe kan het verkeren, in Limburg heeft trouwens ieder dorp zijn eigen dialect. De mevrouw uit Geleen vertelde dat haar dialect weer lijkt op het Kölsch, het keulse plat, waar ik als germanist ook vrij weinig van kan brouwen. Drents, Twents, Achterhoeks, Zeeuws – dat is allemaal nog heel begrijpelijk, maar van het Fries versta ik geen jota. Het Ljouwerds – het stadse Fries – is voor ons Randstedelingen dan wel weer redelijk te volgen.
En natuurlijk mocht de Dichter des vaderlands niet ontbreken, die werkt zelf aan een bloemlezing in de streektaal, zo onthulde hij terwijl Delia verliefderig naar hem opkeek. En vanzelfsprekend is de afterparty aan de bar bij Eijlders, wanneer de rijkelijk vloeiende rosé Ria en Delia tot hitsige hoogtes opzweept, het allergezelligst. Met die ene stamgast die niet wist wat hem overkwam toen de dames hun liaantjes om hem heen sloegen. Ik had ooit een bevervrouw, stamelde hij, maar dat was een kouwe, hoor. Ze zei keihard tegen mij: Ritalin of eruit! Nou, toen heb ik haar maar lekker laten wegzwemmen. Zag ik daar trouwens Arie stilletjes wegglippen? Ach, misschien houdt hij gewoon niet van slingerplanten.
Ritalin of ruit (pantoum)
Ze zei, het is ritalin of eruit ik zit geketend aan mijn dichtbevolkte hoofd ik zie een vierkant soms aan voor een ruit bij mij thuis is het nonstop kermis.
Ik zit geketend aan mijn dichtbevolkte hoofd armen en benen doen vrolijk mee bij mij thuis is het nonstop kermis de toeters en bellen zijn niet te harden.
Armen en benen doen vrolijk mee ik voel me een trekpop op tilt de toeters en bellen zijn niet te harden het is alsof er altijd wel iets breekt.
Ik voel me een trekpop op tilt ik word uiteengetrokken en slecht teruggezet het is alsof er altijd wel iets breekt ik kan niets heel houden.
Ik word uiteengetrokken en slecht teruggezet ik zie een vierkant soms aan voor een ruit ik kan niets heel houden ze zei, het is ritalin of eruit.
karin beumkes – dichteres van het gewonde leven – in haar mens en melodie op de maandag. het is weer maandag geworden – we hebben het songfestival overleefd met zijn 5 miljoenen – 12 miljoen keken niet en kunnen nergens over meepraten vandaag. duncan heeft gewonnen dames en heren duncan. en wat een verrassing. niemand had dit megasucces voor mogelijk gehouden – niemand durfde dit succes te voorspellen. natuurlijk waren er enige aanwijzingen. het land van de winnaar moet volgend jaar het megalomane lichtfestival organiseren. en elk land behalve nederland is uitgekeken op het songfestival: ook al omdat al die lampjes nogal ordi en minder duurzaam over het voetlicht worden gebracht. verder zijn al die allesbehalve spontane gekken – ik bedoel de deelnemers – in geen land welkom. én wij hebben natuurlijk jantje smit en meneer maas die over elkaar heen buitelen en elk jaar maar weer in het openbaar klaarkomen – wel ieder voor zich – op Hun EIGEN Europees Songfestival. je blijft poetsen. en dit jaar had je dan ook nog de bookmakers. duncan had meteen al 30 procent van welke stemmen dan ook te pakken, 40 procent, 49 procent het hield niet op. maar ‘dan moet je het wel natuurlijk nog even tot waar maken’ hoorden we het schallen uit alle mikes. en DAMES EN HEREN 12 miljoen ONZE DUNCAN HEEFT HET WAAR GEMAAKT. de bookmakers kregen gelijk, maas en smit kwamen heel spontaan klaar, we bleven inderdaad poetsen. EN! YESS we mogen volgend jaar het europees songfestival organiseren. WIJ hebben het binnen gesleept – de poorten van de hel staan open. nederland is volgend jaar een verlicht land.
en nu beumkes met der beesten.
Uit de kronieken van een katje.
Ik die de tijd aanbied aan de dierenarts hij is zo lief maar ik ben dronken jij die in mijn kop kruipt, ik ben een vod jouw waardigheid moet mij behoeden ik heb ons noodlot voor je uitgefilterd ik bezit gewoon geen knop om je tot rust te kunnen manen op mijn radio
dit moment heb ik gerepeteerd en nu dat dààr is ga ik verkeerd en onderdanig met je om
je lijf is krom en ik ben je cipier geef mij de sleutels van een kast vol drank mijn kattenkind mijn liefdesdier.
Goud Marc Tiefenthal Zilver Erika Stercke Brons Jolies Heij
Het moet gezegd dat alle inzendingen vandaag goud verdienen. Ik heb ze stuk voor stuk graag gelezen en ik denk dat pom met grote tevredenheid alles tot zich heeft genomen. Een heus eerbetoon aan de webmaster! Pom nogmaals van harte met je 66 ste verjaardag, we hopen nog heel lang van je te genieten.
Misschien, bedenk ik me, moet ik wel geen edelmetalen uitdelen maar iedereen goud geven en pom een diamantje, een briljant geslepen groeidiamantje.
Fijne zondag mensen.
kuskus
lieve dichters – een eerbetoon aan webmaster was niet echt de bedoeling – maar heel graag aanvaard – dank jullie wel. de bedoeling was om het zusjesdagen gedicht van de dichter centraal te stellen in de titel – dat daar dan meteen een felicitatie bij geschreven werd is hartverwarmend. ik hoop dat onze bregje niet jaloers is geworden. ik ga aan de commentaren straks hoop ik bregje te ontvangen – die ongetwijfeld de woede van Cartouche hier zal aanwakkeren – hoe dan ook een goede morgen we hebben het wanstaltig songfestival weer overleefd (karel ten haaf niet).
Max Lerou zo’n dag die ruikt naar poëzie
Frans Terken Zo’n dag dat de fles openging
Petra Maria op zo’n dag dat je blijft
Rik van Boeckel Het was zo’n dag dat de levens langer werden
Cartouche De dag van het paard
Marc Tiefenthal Vandaag is het je dag
Erika De Stercke wij, kinderen van onze tijd
Jolies Heij de dagen zijn van glas
er waren dagen bij die zusjes werden hoeveel februari het was maakte niet uit
én dagen die nog dieper gingen dan chomsky in de taal
dieper dan we later durfden toe te geven
pom wolff
op zijn verjaardag mag webmaster wel een keer in het zonnetje, een blauw zonnetje – ach kijk toch hoe de 66jarige zijn best doet. iets met poëzie mevrouw. iets met blauw mevrouw. jawel. elke week een ‘wedstrijdje’ voor de liefhebbers hier op de pom. deze week over welke dagen zusjes werden? dat gaan we lezen mevrouw – van de dichters! dat moeten hele bijzondere dagen zijn geweest. wie wint de enige echte virtuele er waren dagen bij die zusjes werden trofee op pomgedichten?
de dichters kennen de regels: de gedichten niet te lang svp – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
hondsdagen
zo’n dag die ruikt naar poëzie de rot zit erin zo een dag
we zouden nog dit we zouden nog dat en er was nog merlot
de dag kleurde het was een vredig rood en sterk de geur van ijzer
ml
de wanstaltigheid van het songfestival beheerst het klimaat in deze kamer hier thuis nog – vandaag de muren maar even soppen. op FB ook het bericht van overlijden van karel ten haaf – vrij jong te jong voor poëzie – daar boven in het groningse een belangrijk figuur. het gedicht van max hierboven past in tal van situaties. een bijzonder gedicht. in 9 regels het leven beschreven – én de dood. en iedere lezer kan zijn eigen vierde strofe aanvullen afhankelijk van de situatie van bevinden, welbevinden of crematie. hier bereikt de poëzie van MAX wat mij betreft een hoogtepunt. 9 regels leven 9 regels dood 9 regels om hoe dan ook bij stil te staan.
jeanine:
ml
Fraaie hondsdagen, dit is wat ik denk. Kort maar krachtig neergezet. Dat maakt dit gedicht.
Gisteren als vandaag
Zo’n dag dat de fles openging en niet meer dicht met de bodem in zicht almaar door-
drinken op de gezondheid van de gastheer een krans van stralen om zijn hoofd tot een boeket gebundeld
dat we het met bloemen schreven flessen feestelijk aan lint gebonden elk etiket een brevet van vermogen
we zochten er als altijd woorden voor maar ze zingen ging ons beter af je vlocht noten tot een melodie
hoe je elkaar om de hand vroeg voor een dans dwars door de nacht met de adem van weer een zelfde dag
FT 18.05.2019
frans met een prachtige aanmoediging – zo lees ik het gedicht – om door te gaan – het leven te nemen dag voor dag – zowel de verwondering als het alledaagse meegenomen door de dichter en neergelegd in lieve woorden – en mooi dat het met bloemen geschreven is. dank je wel en hoe frans de woorden boven de persoonlijke noot uit weet te tillen. planten ademen zuurstof de woorden van frans woord voor woord.
jeanine: FT 18.05.2019
Wat een vriendelijk, soepel gedicht. Zo’n aaneenschakeling van herinneringen en zorgvuldig neergezette regels die de lezer voorzichtig naar de laatste regel leiden. Elk etiket een brevet van vermogen, ja, dat is meer dan mooi gezegd.
gefeliciteerd met de twee zessen wat een dag
van Petra Maria X
ZO EEN DAG
de uren zijn zo langzaam dat het ritme van de krekels gedachten beheerst
de merel zingt te vroeg en later breekt het lage licht de wolken
op zo’n dag dat je blijft want hier is enkel zachtheid
Petra Maria
een droomdag beschreven en neergelegd in de zachte woorden van petra maria – er zingen merels, we horen krekels, we zien wat licht nog in de wolken. een schets licht aangezet een begin van een nieuwe dag – een schildering.
jeanine:
Petra Maria
In dit gedicht wordt de lezer verwend met een vakantiedag. Een dag die nog wat zal voortduren want de uren zijn zo langzaam. Heerlijk.
Van harte gefeliciteerd Pom en welkom bij de club op Route Sixty Six. Ik ben je al voorgegaan. Hier mijn bijdrage aan de enige virtuele.
Groeten,
Rik
Route Sixty Six
Het was zo’n dag dat de levens langer werden
stil staan met een Rioja aan de zingende lippen
de zusters verteld van de reizen samen
van de Dordogne naar Mallorca Ibiza en terug naar Den Haag
‘Route Sixty Six’ het levenslied gezongen door jonge profeten
het jazzcafé de poëtische entourage van hardop dromende geliefden.
Rik van Boeckel 18 mei 2019
rik vertelt uit het land van de reislustigen. over wat mij allemaal te wachten staat. en dat ik de stoute schoenen alvast kan oppoetsen. dordogne, mallorca en ibiza: dat klinkt goed. er kan gedronken worden , gezongen en gedanst schreef de dichter ooit. gaan we doen rik. dank je wel!
jeanine:
Rik van Boeckel 18 mei 2019
Wat een leuke invalshoek om naar 66 te verwijzen. Even is het feest, weer feest of nee, nog feest.
De dag van het paard (die zo lange tijd dubbelhartig weerwolf leek)
hé, kijk daar die twee paarden hoe ze sinds gisteren hals aan hals staan – zij aan zij de avond op zijn kant leggen nu hier liggen
de dagen op hun beste benen handen voelen heining de volbloed van flanken op en neer gaan – omtrekken
van een tweespan in één adem een halfman – afloop van entente cordiale – vervaldag als een onopzegbaar pachtcontract
tussen paard en man man en knaap 66 jaar
18-05-2019 Cartouche
ja zo staan ze – die paarden in goede verstandhouding – als in de eerste strofe beschreven. de observatie mooi teruggebracht tot poëzie. cartouche moet gedacht hebben – we gooien er bij die wolluf maar wat juridische elementen tegenaan – en wat beesten uit de wilde natuur – een contractje nog en ergens situeren we die wolluf – temidden van dit alles – meneer redt het wel en stelt zijn eigen poëtische maaltijd maar samen.
jeanine:
18-05-2019 Cartouche
De avond op zijn kant leggen, schitterende regel. Het is helemaal een fraai gedicht, al vat ik entente cordiale niet helemaal, een verdrag tussen man en paard hier? Oh gut, straks, uiteraard als het weer te laat is, vat ik het waarschijnlijk en dan staan deze woorden hier. Dit is zo’n moment waarop tante uitkomst zou bieden. Als je er geen verstand van hebt moet je er gewoon je mond over houden Brekje, zou ze zeggen. Maar ja, tante is er niet. Misschien verwoord ik het niet correct maar ik denk het gedicht te vatten, ja hoor.
Wolfshand
Je zwaait met je hand, het handje een hele hand geworden, de huid getaand.
Je zwaait naar links, je zwaait naar rechts je glimlacht breed.
Vandaag is het je dag ieder mag het weten.
Je zwaait naar achter, je geboorte ligt daar in de verte. Je zwaait naar voor, je dood ligt daar te naderen.
Je zwaait je dag in, je zwaait je dag uit. Waar zijn nu toch de meisjes?
— marc tiefenthal
een fraaie samenballing van wat het leven aan tijd de mens te bieden heeft. een levenslijn getekend – de meisjes niet vergeten. een zeer leesbare en hartelijke tiefenthal dit maal – dank u wel – op weg naar het einde in zeer leesbare woorden kort en majesteitelijk getekend.
jeanine:
marc tiefenthal
Prachtig Marc. Eenvoudig, helder, amusant en origineel.
proficiat met de jaartjes !! veel geluk en plezier
Levensloop
We rolden over het tapijt in zelfgemaakte verenkleren
klommen over de stoelen het waterpistool in de koker
zwierven tussen tafelpoten een helm tegen de builen
er waren de veldslagen met stompe zwaarden
wij, kinderen van onze tijd
huilbuien bij het verlies overwinningskreten
in de tuin kwam centraal te staan de vlag van groeien
hoe mijn broers als zusjes zijn nu vroeger met vragen schudt
we kennen de grillen, buigen ze naar begrijpen
onze jaren van wijsheid
Erika De Stercke
vroeger schudt met vragen – een regel die bij blijft. de kinderjaren tussen de tafelpoten beschreven – de weg naar begrip in een paar strofen getekend. nee rustig was het niet in huize De Stercke. veren, indianen, zwaarden en builen binnen en ook de tuin kreeg het stevig te verduren. lezen we. nu alles is vernaggeld en af en uit is geleefd – bijna onherstelbaar door de kindertjes De Stercke naar god is geholpen is de wijsheid ingetreden bij de familieleden – erika en der broertjes en zusjes. ik heb echt met vader en moeder De Stercke te doen. je gunt die mensen rust en een zalig nietsdoen . en wat kregen ze? dat lezen we hier – een zooitje indianen in de achtertuin.
jeanine:
Erika De Stercke
Alweer zo’n prachtig gedicht. Leuke, herkenbare beelden en herinneringen en het leest zalig.
van harte pom al weet ik niet of ik te laat of er juist vroeg bij ben 66 is een heel mooi getal, alleen al door de dubbel 6 maak er wat van hier mijn ode
onbezoldigde dagen
de dagen zijn van glas op zacht gras achter je ogen het onbewolkte onder je voeten de zee
de dagen zijn als een strand waar je de badgasten kunt wegklikken een wulps briesje likt aan je oor
de dagen zijn gerimpeld maar het vel nog altijd van leer buigen doe je niet
knappen doen alleen luciferhoutjes parasollen waaien weg glazen breken op de stoeprand
dromen rusten in een kuil liggen geen strobreed in de weg de rand is uitgestrekter dan je dacht
jij dobbert in het vaarwater denkt niet aan aanspoelen of hoe kiezels kunnen branden
Jolies Heij
‘de rand is uitgestrekter dan je dacht…’ deze filosofische regel laat ik vandaag eens helemaal op me inwerken. zo neem ik deze heerlijke jolies vandaag mee. het is een regel waar je een hele fles grandmarnier bij op kunt drinken – het is een regel die overal te zeggen is – bij de albert heijn tegenover de kassajuffrouw – ze zal opkijken – in tuincentrum osdorp tussen de begonia’s tegen een juffrouw achter een volgestouwd karretje kleurrijke bloemenpracht – na het bedrijven van de liefde – de rand is uitgestrekter dan je dacht – al weet ik niet helemaal of dze regel dan een gunstige uitwerking heeft – hoe dan ook – jolies heeft de onbezoldigde dagen getypeerd en opgeluisterd met een regel die een leven meegaat.
jeanine: Jolies Heij Net als de eerdere gedichten lees ik dit gedicht in een ruk door. Het is erg genietbaar. De tweede strofe springt er voor mij uit, dat wegklikken van die badgasten bijvoorbeeld. In de eerste regel zou ik er voor kiezen om ‘op zacht gras’ weg te halen.
Dus laten we het leven vieren met wie er nog zijn en vooral de liefde.
Nobelprijswinnaar Bob Dylan schreef dit prachtige lied. Poëtische tekst.
Er staan prachtige zinnen in. Het gebruik van één zo’n zin als liefdesverklaring zou al heel wat huwelijken opfleuren.
Mijn favourite :
And if there is eternity i love you there again.
Met een lieve groet aan allen die ook de liefde van vieren
“Wedding Song”
I love you more than ever, more than time and more than love I love you more than money and more than the stars above I love you more than madness, more than waves upon the sea I love you more than life itself, you mean that much to me.
Ever since you walked right in the circle’s been complete I’ve said goodbye to haunted rooms and faces in the street In the courtyard of the jester which is hidden from the sun I love you more than ever and I haven’t yet begun.
You breathed on me and made my life a richer one to live When I was deep in powerty you taught me how to give Dried the tears up from my dreams and pulled me from the hole I love you more than ever and it binds me to this all.
You gave me babies, one, two, three, what is more, you saved my life Eye for eye and tooth for tooth, your love cuts like a knife My thoughts of you don’t ever rest, they’d kill me if I lie But I’d sacrifice the world for you and watch my senses die.
The tune that is yours and mine to play upon this earth We’ll play it out the best we know, whatever it is worth What’s lost is lost, we can’t regain what went down in the flood But happiness to me is you and I love you more than blood.
It’s never been my duty to remake the world at large Nor is it my intention to sound a battle charge ‘Cause I love you more than all of that with a love that doesn’t bend And if there is eternity I’d love you there again.
Oh, can’t you see that you were born to stand by my side And I was born to be with you, you were born to be my bride You’re the other half of what I am, you’re the missing piece And I love you more than ever with that love that doesn’t cease.
You turn the tide on me each day and teach my eyes to see Just being next to you is a natural thing for me And I could never let you go, no matter what goes on ‘Cause I love you more than ever now that the past is gone.
‘Dit
is één van de bedrijven die ons voorzien in ons dagelijks voedsel. Dat moeten
zij kunnen doen zonder continu over hun schouder te hoeven kijken en
geïntimideerd te worden’ (Minister Schouten van Landbouw)
Giel Beelen betitelt de dierenactivisten die een varkensstal
bezetten als terroristen, die van andermans spullen moeten afblijven. De pers
volgt graag de onheilstijdingen van het LTO, dat de activisten er nu voor
zorgen dat alle varkens geruimd moeten worden, omdat de activisten allerlei
ziektes meegenomen hebben. Alle vingers wijzen maar één kant uit. Activist is
illegaal is terrorist is niet normaal.
In een stal in Haaren stikken 1200 varkens. Door een defect in een ventilatiesysteem kwamen de beesten in
een van de stallen zonder lucht te zitten. Ingrijpen was niet mogelijk omdat er
geen toezicht was. De verzorging van de dieren verliep geautomatiseerd. Het is
de tweede keer in relatief korte tijd dat een dergelijk incident zich voordoet.
De
stal is eigendom van een Brabantse familie die een consortia van grote
varkensbedrijven runt. Niet toevallig ook de eigenaar van het bedrijf dat
afgelopen week in Boxtel is bezet.
Als je omspringt met leven als een consumptieartikel,
degradeer je de waarde tot een paar euro per kilo. Als je kinderen van hun
moeder weghaalt na drie weken om vervolgens vijfentwintig weken later, na een
martelperiode in een betonnen kist met Ledverlichting en vervolgens vergast en
in stukken snijdt, dan toon je aan gevoel voor ethiek te hebben. Mensen als
Giel Beelen hebben ook liever dat dat soort dingen zich afspelen ver weg van de
stad in geblindeerde schuren. Gewone mensen. En probeer je er wat aan te doen,
dan ben je een terrorist.
Persoonlijk vind ik dat dit soort mensen, die dan misschien
in dienst mogen staan van ‘de voorziening van ons dagelijks voedsel’ wel
degelijk over hun schouder mogen kijken, hoewel ik betwijfel of ze zich
geïntimideerd voelen. Ik denk dat dat gevoel zulke mensen niet gewoon is. Het
feit dat het om varkens gaat en niet om mensen, is de dunne lijn tussen een
varkensboer en een kampcommandant.