Max Lerou & Cartouche winnen de enige echte virtuele VROUWEN TONGEN trofee of de wat plant u bij wie trofee op pomgedichten (de sanseveria trofee!) ACG Vianen en Marc Tiefenthal brons.



mooie werken. alle dichters dank je wel voor het insturen – de sanseveria trofee zal naar zuidholland gaan of naar brabant deze week – brons mag naar tiefenthal – zo kort lezen we hem graag – een gedeelde derde plaats met ACG Vianen – voor de  van meerdere kanten belichte betekenis der woorden. nee moeilijk wordt de keuze tussen max lerou en cartouche – een ronduit rond gedicht van cartouche verstilde ijzingwekkende  poëzie en de heerlijk uiteenspattende zo energieke  taakstrafpoëzie van max – geen keuze deze week: 2x goud – we splijten de sanseveria zo dat de poëzie zal bloeien. max en gérard van harte – marc en acg eveneens. een mooie dag en dat is het.
  • ACG Vianen met groene strepen
  • Max Lerou: desnoods duizend jaar des duivels vrouwen tongen
  • Petra Maria achter de sanseveria
  • Cartouche ten einde ten voeten uit door jou gezien en gelezen te worden
  • Marc Tiefenthal- Een vrouw als deze is zij
  • Rik van Boeckel- vrouwentongen lachen licht het glimmend goud uit hun hart
  • Frans Terken- Zij bracht de sanseveria’s in stelling
  • Miel Vanstreels- zie ik een moeder die redelijk troosteloos in de verte tuurt
  • Ditmar Bakker -Hoeren zien er altijd uit alsof ze Heidi heten
  • Jako Fennek – of toch maar sliptong
  • Jacob de Bruin – de wereld is een vrouwentong
  • Anke Labrie- een vrouwentong verwaarloosd is ze op haar best
  • Erika De Stercke om de lucht te zuiveren
  • Jolies Heij – we stengelen ons om elkaar

de gedichten niet te lang svp – 20 regels is genoeg – insturen tot zondag tot 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst.

wie wint de enige echte virtuele VROUWEN TONGEN trofee of de wat plant u bij wie trofee op pomgedichten? (de sanseveria trofee!)

de vrouwentongen deze week in het zonnetje – ach van  vrouwentongen zijn we allemaal –  ook mannen hipsters studenten allemaal houden we van vrouwentongen –  op welke vensterbank neemt de dichter deze week plaats? de enige echte virtuele  SANSEVERIA trofee.

het was later geworden
en weer schonk ze koffie in
suiker en melk? vroeg ze voor de 6e keer

zeker zei ik opgewekt
maat houden hoor – moet geen melk worden
trouwens veel suiker
is ook niet goed voor een mens

en woon je hier al lang
op die plantage van je?

pomwolff
ACG VIANEN


De Sanseveria weet wat en de sanseveria van ACG Vianen helemaal. welkom overigens in de show – zou mevrouw margriet krijsen in haar M – welkom ACG Vianen in de wedstrijd. het commentaar is verzekerd vandaar ook deze woorden. een kunstwerkje: papier gestald tussen de groene strepen om er groene handen van te krijgen bijna. op het papier cryptische woorden – een cryptisch gedicht bij de alledaagse werkelijkheid van de sanseveria. tussen de alledaagse werkelijkheid verborgen betekenissen. zo kennen we ACG weer.  waren zijn woorden voorheen meer een uitvergroting van dingen als een druppel of een ander woord – nu lijken de betekenissen verstopt in een wereld die op zich zelf al groot genoeg is. en als je de betekenissen nader beschouwt dan blijken deze meerdere kanten te hebben – zijn ze van binnen en van buiten, van vandaag en gisteren: zijn ze van een in te pakken en uit te pakken omkeerbaar geluk achter glas. wat zeg ik achter glas nee als het glas zelf. zie hier de nieuwe ACG Vianen voor & achter de sanseveria!
 
 


aan de voet van de louteringsberg
er is meer tussen hemel en aarde
je hoort er mensen wel eens over
dat er een licht werd waargenomen
en hoe dat niet kon in die duisternis

het is daarom dat ze kaarsen branden
in kerken en kapelletjes langs de weg
het donker bewaren ze daar liever
voor verdoemden naar de onderwereld

ik zie het later wel dat van hemel en hel
als ik er maar vanaf kom met een taakstraf
een paar eeuwen schoffelen in de voortuin
desnoods duizend jaar des duivels vrouwen tongen

ml
12 04 2019


max lerou wast het varkentje anders dan onze ACG Vianen hierboven. recht voor zijn raap. het zwarte gat in de eerste strofe nog even nader beschouwd maar snel terug met de voeten op en in de woeste aarde in de derde strofe. waar zijn de sanseveria’s? hier zijn de sanseveria’s! kerken en kapelletjes aan max zijn ze niet besteed – vrouwen tongen – de tuin in met duivelse meiden – duizenden jaren lang tussen het schoffelen door – geef mij ook zo een taakstraf! dames u weet met welk kadootje u aan moet komen als u op de koffie bent genodigd in huize lerou – en de dichter lerou zal u het hof maken – van eden.





achter de sanseveria


wees niet bang
leef jong

niet streng
de glimlach
zegt genoeg

pas veel later
zul je begrijpen

de vragen
die ik stelde

de wenkbrauw
gefronst
als in een déjà vu

dat zei zij ook altijd
denk je

bij deze liefste

wees niet bang
leef jong

Petra Maria



zoals een moeder een dochter kan toespreken zo lezen we hier vanochtend de woorden – vrouwentongen – wat plant u bij wie – het thema – ik probeer het gedicht te begrijpen in relatie tot de sanseveria. maar er lopen weinig rechte groene lijnen van de een naar de ander. moeders goede raad wordt herhaald gegeven – natuurlijk geven moeders meestal goede raad – zij weten inmiddels meer van het leven en hebben na verloop van tijd de tijd om te mijmeren achter de sanseveria’s – zoiets zal het zijn – de sanseveria zal het weten.

Onbeschrijflijk
 
De enige ongeschreven regel:
die ik ken zal sterven
 
de dodelijke onzekerheid
die ik in mij draag
dag en uur derzelve
 
waarom ik
als een vrouwentong
zo onbeschrijflijk
 
me te verzwijgen sta
achter vensterglas
 
om alles wat voorbijkomt
aan schoon en stekeligheid
in mij op te nemen
 
ten einde
 ten voeten uit door jou
gezien en gelezen te worden
 
als zuurstof
plant in een aarden pot
 
13-04-2019
Cartouche


zo een dramatische opening (van zaken) lees je niet vaak – zelfs op pomgedichten niet  – o dan zal het onze Cartouche wel zijn roept de buuf van drie hoog – joop komen beaamt het/haar – want die is op bezoek – en ja hoor het is onze Cartouche. er wordt meteen in het gedicht aan het begin al stevig  gestorven en wij mogen getuige zijn – heerlijk. geef Cartouche een sanseveria in zijn hand en er vliegen ijzingwekkende woorden door de lucht – dat ie door HAAR gezien en gelezen zal worden – dat is de romantische kern het zware romantische verlangen hier op deze prachtige zondagochtend – cartouche weet de vrouwelijke snaar te raken in ons allemaal – elke vrouw zal bij deze woorden even stilstaan – het boefje Cartouche heeft zijn zin gekregen nog voor het sterven. de romantiek een gedicht.

Ze had een punt, vaak,  zo met haar tong raak. 
Een vrouw als deze is zij.



marc tiefenthal
dichter essayist / poète essayiste
Sint-Niklaas
blogs: Tieftalen (nl) Profonde lalangue (fr)


Tiefenthal op zijn best. dat moet gezegd. aan duidelijkheid heb ik niets toe te voegen – aan haar ook niet. ze heeft een punt vaak lees ik – zo met die tong van haar. ja het is duidelijk om wie het hier gaat – om haar. ik ga wel effe bij de buuf langs vandaag op de koffie – die staat minder nadrukkelijk op haar groene strepen.

De tongval

De sanseveria verlegt grenzen
haar tongval is zoet van zinnen

ze legt woorden op lippen
gezongen door dichters en dochters

zonen dansen hun zonden los
zoenen liplezend de weelde

vrouwentongen lachen licht
het glimmend goud uit hun hart.

Rik van Boeckel
13 april 2019



een heerlijke impressie – de harde vrouwentongen in een zacht bedje gelegd in en  met een aangenaam klinkende tongval hier door de dichter met lieve woorden toegedekt. zo willen we allemaal wel vallen voor haar. in deze tongval heerst de taal der liefde. mooi gedaan zo. ik denk er dat zachte belgische bij – dat betoverende glijdende – waarin je eeuwig vallen kunt – maar dan wel zonder de woorden van erika de stercke – want voor het weet ligt bij haar  je mannelijkheid achter de sanseveria of hang je aan een vleeshaak in slagerij de stercke uit te lekken.









Groene vingers

Zij bracht de sanseveria’s in stelling
eiste dat ik me terugtrok
achter de geraniums

ze keek me dreigend aan
maar ik likte me een weg
door haar woud van afweer

masseerde haar groene vingers
een voor een legde ik ze op haar hart
om het kloppen aan te wakkeren

dat opwekken van gevoelens
met handoplegging als was
ik een hogepriester van de liefde

hoe het glas besloeg
van mijn hete adem
hijgend in haar nek

het weerspiegelde haar afkeuring
maar vager en vager
tot ze brak

FT 13.04.2019



een verleidingsscene in de woorden van een dichter. een dichter die achter de geraniums gewenst werd mag niet onderschat worden. en ze valt voor hem. een min of meer waarachtig sprookje – waar groene vingers toe kunnen leiden. als een sanseveria nee zegt bedoelt een sanseveria geen nee. zoveel weten we nu uit de plantkunde van frans terken. nou ja zo ongeveer. bij vrouwen zul je eerst om haar geranium heen moeten om de sanseveria te bereiken – dat is menskunde. we leren elke week hier bij.

Sanseveria


Zoals mijn vader ieder jaar
voor zijn verjaardag een nieuw
paar pantoffels kreeg

zo moesten we op 5 juni
steevast naar de bloemist
om een sanseveria te kopen
voor m’n moeder,

was ze d’r blij mee,
wisten wij niks anders
te verzinnen

denkend aan die vensterbank
vol vrouwentongen

zie ik een moeder
die redelijk troosteloos
in de verte tuurt

Miel Vanstreels
(geb. 1951)
https://fietsvarianten.blogspot.com/


‘Denkend aan Holland zie ik breede rivieren traag door oneindig laagland gaan,….’ vrij naar marsman denkend aan de ronde van vlaanderen, parijs-roubaix zien we hier miel van streels dichten tussen de etappes door. welkom overigens op pomgedichten miel!  in heldere taal de herinneringen  in beeld gebracht – met een mooi slot ook – met dat beeld van moeder redelijk troosteloos de verte in turend – als de eenzame fietser ‘die die krom gebogen over zijn stuur tegen de wind Zichzelf een weg baant…’ boudewijn de groot zong er een liedje van.

Hoerenballade

Hoeren zien er altijd uit
alsof ze Heidi heten;
droeve ogen, dikke huid
door strelingen versleten,
en hitsig maar bescheten
loeren kerels naar hun borst
(door zweren aangevreten
maar de mannen hebben dorst).

Hoeren hebben, naar verluid,
zich van één taak gekweten,
zijn ze eenmaal maagd noch bruid
-en bij een raam gezeten-
hoort men hen afgemeten:
“Ach meneer, ik snak naar worst!
Ik heb nog niet ontbeten
en had graag wat zaad gedorst.”

Hoeren weten van ’s mans spuit
en loze hartekreten,
missen meestal wel de snuit
die mannen ’t liefste daten,
ofschoon het vele zweten
en de kilo’s meegetorst
men ook niet mag vergeten
(zo een dame dat soms dorst).

Oh, hoeren, als proleten
hebben mannen u bemorst,
bewaterd, want zij weten:
jullie bloempjes zijn het dorst.

Ditmar Bakker


iets teveel regels – 20 regels is de max anders raakt het einde zoek – de 20regels – regel waar onze ditmar bakker lak aan heeft – lak aan mag hebben – want ditmar is verheven boven alle regels – maar vandaag niet. want hier raakt inderdaad het einde zoek. met de eerste zeven regels van deze hoerenballade is alles wat gezegd moet worden al gezegd. zij zouden genoeg zijn voor het goud vandaag – de resterende ballast doet afbreuk aan de schoonheid, de leesbaarheid, het bakkerisme, de ditmaratiek of hoe je het ook maar wil zeggen – genug ist genug zeggen ze in berlijn – en in berlijn kunnen ze het weten. hoe dan ook mooiere zeven regels lazen we niet eerder – want wees eerlijk hoeren zien er inderdaad altijd uit alsof ze Heidi heten – hahaha.
 
Hoeren zien er altijd uit
alsof ze Heidi heten;
droeve ogen, dikke huid
door strelingen versleten,
en hitsig maar bescheten
loeren kerels naar hun borst
(door zweren aangevreten
maar de mannen hebben dorst).








Hoi Pom,
daar gaan we weer. Wens je een fijne avond. Hoop dat jullie in de lage landen mooi weer hebben. Hier prachtig, maar met een schrale noorderwind.
Groet van Ja
ko
 
liever lastertaal
 
dat men bij alle vrouwen de tongriem weer herstelt
het kwaad zal kwaad gedaan
lastertaal van de senaat weer tot de kapsalon beperkt
waar zelfs de laatste weerstand
lijkt gebroken
 
daarentegen zullen rundstong in madeirasaus en
glutenvrij gepaneerde sliptong weer plaats
nemen in restaurants van goede smaak
 
of je van tongkussen ook de smaak te pakken krijgt
want voor smaakloos kom je niet
dan liever lastertaal of toch maar sliptong
 
jako fennek


Jako maakt er een lekker maaltje van – wel een beetje ver gezocht allemaal – we vliegen van her naar der – zitten we in de senaat zitten we in de kapsalon zitten we in een restaurant. de vrije associatie is niet voor elke lezer meteen te volgen. wat de dichter wil is wel duidelijk – lekkere hapjes hoe dan ook gelardeerd.



Ze heeft altijd gelijk

interessant
vindt de vrijgevestigde
we plannen snel
een vervolgafspraak

jullie zwijgen al jaren samen
zo haalt ze haar gelijk
ze heeft gelijk
en ook

alles wat jij denkt
weerspreekt ze
al jouw gedachten
denkt ze immers beter

de wereld is
een vrouwentong
van mijn moeder geleerd
moet ik zeggen van mijn vrouw

maar de vrouw
die jij je daarnet gelijk gaf
dat was je vader
jongen

Jacob de bruin



bekende regels aan het einde van het gedicht – vrij naar webmasters – ‘de vrouw die je net een hand gaf dat was je moeder jongen’ – de dames en heren van schrijfnet zouden in het verleden dit onnavolgbare gedicht geprezen hebben – hoe vreemder hoe beter was daar de gouden regel –  maar bij vreemden onder elkaar was het goed toeven ook voor jacob –   ik kom vandaag  niet verder dan dat dichter de bruin tegenwoordig achter de  geraniums de sanseveria’s ziet groeien – vreemde stemmen hoort in zijn hoofd en daarbij ook nog vreemde gedachten ontwikkelt. ach het moet kunnen – pomgedichten is voor iedereen, ook voor de verjaagden uit de wanhoop.


voor ‘t eerst op kamers
 
had me een fles wijn gegeven
wat moet ik met zo’n stomme plant
die het einde van de week niet haalt
 
ze lacht en zegt
mijn jongen
dit is een vrouwentong
verwaarloosd is ze op haar best
 
ik zet haar in de vensterbank
zwaai m’n moeder uit
en vind bij het uitpakken
tussen m’n ouwe langspeelplaten
die andere tong   
die mannentong
die ik heel lang verwaarloosd heb
 
hij blijkt het ook nog best te doen
 
anke labrie 
(13-04-19)


anke schetst met verlichte geestigheid de laatste tijd situaties in woorden  – in de serie hoe het was –  las ik eerder deze week nog meer verlichte geestigheid van haar hand:
 
mijn bolsjewiek uit Beverwijk
bij nader inzien ben jij toch
de ware existentiële liefde niet
stond op die ansichtkaart
poststempel Parijs
die je me pas na weken stuurde
maar ook al heette zij Simone
hoorde ik later van je vrienden
een Sartre ben je nooit geworden
zag ik toen ik je onlangs googelde


anke labrie

 
 
een hot-mail-gedicht

groezelig

net een opengeschoven gordijn
aan het raam
naast onthaarde benen

zweet een plant
die weet hoe een mannenleven
met opstoten verloopt

waar minuten kostbaar zijn
volgt de bloempot
de handelingen uit losse pols

onder het gekreun dat uitsterft
en een vrouw die slapen gaat
werken de bladeren door

als ridders
op weg naar kruistochten
om de lucht te zuiveren

Erika De Stercke



ha daar hebben we erika! en natuurlijk zonder mannen geen gedichten bij erika. de vrouwentongen ingezet om de lucht te zuiveren als de mannen vertrokken zijn – grappig beeld – maar het is me net teveel anekdote. en al die details ook – onthaarde benen,  zwetende planten, uitstervend gekreun. mannen we weten weer dat we mannen zijn. ridders op kruistocht dat zijn mannen bij erika de stercke – hahaha. zoals het altijd was het idee zo zal het altijd blijven zo is het in ieder geval altijd verwoord in de gedichten van onze erika. ik ga aan mijn ontbijtje.

zonnig bloesemend in het hart

 
grootbloemig zaaiend tot onvertakte stengel aan gele bloem
liefst met donker hart, de zaden zijn eetbaar
 
tot drie meter hoog groeit zijn vlassige tong met groene longen
ademen de aarde tot volwaardig bloesemen
 
we stengelen ons om elkaar, we baren omtploppende knoppen
en noemen het lentewaar, de kop naar de zon gekeerd
 
die leert zichzelf te beschijnen, je hoeft niet brandpunt te zijn
alleen het goudgeel te laten vallen, ik raap het mais
 
en koren en alles wat er strogeel hoedend knispert
ik geef het aan jou om te bekoren, laat me niet weten
 
wie je bent, ik hoop dat je naar behoren de huls
die ik naar je breng van inhoud voorziet, dat je mijn sporen
 
vergewist, in je gedachten prent en je af en toe herinnert
dat ik bevoorrecht en levensecht ben, de pit in je hart
 
 
Jolies Heij


 
in een adem geschreven –  dat is wel duidelijk – een duivelskunstenaar in taal dat is jolies heij – maar veel te gekunsteld – echte liefde echt verlangen behoeven slechts die ene onontkoombare blik – niet 1000 woorden in elkaar gestoken als een gekunsteld bloemboeket.

Share This:

het tweewekelijks gedicht van peter posthumus: “zeil dan in zon en wind terug naar de laatste wouden die nog altijd stil zijn geheimzinnig en verlaten”

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is peter-posthumus-1024x769.jpg
deze week mogen we weer genieten van het heerlijk onontkoombaar harde realisme van peter posthumus. ultiem medicijn tegen alles wat ons zo nodig moet overkomen. een dichter als max van weezel journalist was – genadeloos en eerlijk waar mogen we dit nog lezen:


zeil dan in zon  en wind
terug naar de laatste wouden
die nog altijd stil zijn
geheimzinnig en verlaten



plant de vlag
diep in het afval
druk de mast
dwars door de scherven
zet ‘em vast
met de gretigheid
waarmee de toekomst
werd omarmd
en laat hem wapperen
in de onnozelheid
van het verleden


hijs dan de zeilen
die bol staan van de leugens
en laveer door het kale beton
door de sintels en het zand
waaruit het leven is verdwenen


zeil dan in zon  en wind
terug naar de laatste wouden
die nog altijd stil zijn
geheimzinnig en verlaten


                     peter posthumus

Share This:

VON SOLO in de LIDL – over kuddegedrag

Deel 332. Kudde

Zaterdagmiddag halfvier in de LIDL. Met mijn mandje slof ik naar een rustige kassa. Op de band staan de boodschappen van de winkelaar voor me. Ik wacht tot er een halve meter band beschikbaar is en begin dan mijn spullen rustig op de band te tassen, die steeds een eindje verder rolt, telkens als de kassière weer een aantal artikelen van de klant voor me heeft afgerekend. Dan ineens voel ik iets. Een mens is in staat een andere aanwezigheid te voelen als die zich in zijn ‘intieme zone’ bevindt. Daar heb je geen ogen in je achterhoofd voor nodig. Ook hoeft er niet per se sprake te zijn van een zeer slechte adem, die je ongezien besluipt. Vrij zeker was het echter wel, te stellen dat er iemand vlak achter me stond. En laat ik daar nou toevallig een ongelofelijke pesthekel aan hebben.

De gedachten die dan door mijn hoofd gaan. Het snelle omdraaien en de kopstoot. De woede die je voelt opkomen en de stijging van bloeddruk. Alle dingen die je zou willen zeggen. De discussie die je aan zou gaan. Op dat moment voelde ik een duwtje in mijn rug en draaide me om en zag een dommig uitziende, jonge vrouw die zich verontschuldigde. Ik zei dat het OK was. Maar dat is het niet. Tot ik me omdraaide was ik geen mens voor haar. Maar een ding, in een rij.

Heel vaak neem ik mijn grond ik in de rij voor de kassa. Ik blijf dan expres net iets langer staan dan gemiddeld. Ik volg gelijke tred met het tempo waarop mijn boodschappen over de band rollen. Meestal zijwaarts gekeerd, zodat ik kan zien wie er achter me staat. Er zijn geen mensen die het lef hebben tegen me aan te lopen als ik ze aankijkt, of ik ze kan zien. Zo werkt het dan ook weer wel. Maar je voelt onmiskenbaar de druk.

Het is vreemd, die gejaagdheid. Zo ook als je af gaat rekenen. De kassière vraagt altijd eerst of je een bonuskaart hebt. Ik antwoord dan altijd beleefd dat ik die heb en geef hem altijd pas als ik klaar ben met inpakken. Dat om te vermijden dat brood en bessen op de band onder de stroom andere boodschappen geplet worden, of door de kassière zelf, als ze middels de scheidingsplank de boodschappen efficiënt opzij duwt. Vaak staan er ook mensen, die de hele band nog vol hebben liggen, in te pakken. Op dat moment is het een kwestie van alles snel je tas in schoffelen.

Wat vooral bevreemdend aan dit psychologische gedrang is, is de vanzelfsprekendheid, waarmee een openbaar fenomeen als winkelen, verwordt tot onmogelijke mix van schaapachtigheid en individualisme. Iedereen gedraagt zich hetzelfde, en probeert in het kader van vooruitgang de wil te laten triomferen in de kassa rij, door constante druk op zijn voorganger uit te oefenen. Dit met als doel de rij sneller te laten bewegen. De kassadame jaagt dan zo snel mogelijk de boodschappen langs het telraam, maar bekommert zich er niet om, of inpakken dan nog wel mogelijk is. Of er zich een berg boodschappen opstapelt zal haar een zorg zijn. En de persoon die met de volgende golf boodschappen van de volgende klant op de hielen, staat in te pakken, snapt ineens niet meer dat het zo snel moet. Terwijl hij minuten daarvoor zelf nog stond te dringen.

Eén ding is duidelijk. De doorsnee supermarktbezoeker overziet zijn eigen gedrag in de kassaketen niet en gedraagt zich als een debiel, die daardoor vooral zichzelf en zijn soortgenoten in de weg zit. Het verschil met kuddegedrag zit erin dat dát een doel dient. Veelal bescherming tegen roofdieren. Misschien wordt het tijd dat ik eens wakker word. En de vacht af leg.  

Lente en woorden komen weer terug
Wat een beetje zon niet al kan doen

XxV, Beste groet, Von Solo
www.vonsolo.nl

Share This:

Merik van der torren heeft een kabouter in zijn tuin om hem het taoïsme uit te leggen!

Kabouter

Er kwam een kabouter in mijn tuin
om mij het taoïsme uit te leggen,
de rest van de wereld lag in puin,
ik wist hierop niets te zeggen.


Om mij het taoïsme uit te leggen,
zijn rode puntmuts wees naar boven,
ik wist niets anders te zeggen,
dan een vliegenzwam te beloven.


Zijn rode puntmuts wees naar boven,
mussen twinkeleerden in de bomen,
om hem rode zwammen te beloven
en hier eens prettig te dromen.


Mussen twinkeleerden in de bomen,
er kwam een kabouter in mijn tuin
om hier eens prettig te dromen,
de rest van de wereld lag in puin.


5 april 2019

Share This:

Ditmar Bakker: ‘Er was een Afrikaans vluchteling die in Duitsland de politie opbelde om melding van een terroristische aanslag te doen—het had gesneeuwd….’

Weet je deze nog, Pom?

35 – CHE ‘L PRINCIPE TRISTO NON È MENTE DELL REPUBBLICA SUA
Mentola al comun corpo è quel, non mente,
che da noi, membra, a sé tutte raccoglie
sostanze e gaudi, e non fatiche e doglie:
ch’esausti n’ha, come cicale spente.

Almen, come Cupido, dolcemente
ci burlasse, che ’n grembo della moglie
getta il sangue e ‘l vigor, che da noi toglie,
struggendo noi, per far novella gente.

Ma, con inganno spiacevole, in vaso
li sparge o in terra, onde non puoi sperare
alcuna ricompensa al mortal caso.

Corpo meschin, cui mente ha da guidare
piccola in capo piccolin, c’ha naso,
ma non occhi, né orecchie, né parlare.
[T.C.]

Natuurlijk gaat het over rukken—Roush en de haren bevestigen zulks[1], en natuurlijk gaat het hele ding primair over uhm…ah…. Iets politieks, zullen we zeggen? Behouden moest dat blijven, zei het monster dat ik je stuurde.

Recent werd in Filter iets rechtgezet of ‘recht’ gezet door deze of gene literaire bobo, namelijk een parabel over Nida’s “Zeeleeuw Gods”, wat wellicht enige uiteenzetting vergt, al heb ik de clou al weggegeven—God, ik kan mijn tong wel afbijten.

Dynamische equivalentie, het door Nida geponeerde ‘sense-for-sense’-met paradigmen, gaat uit van een vertalen van, een omzetten naar, een doeltaal met behoud van zo veel mogelijk semantische categorieën—ongeveer. Daarbij hebben culturele factoren—en de tijd—invloed op interpretatie van de vertaling. Dus is het Lam Gods ook the Lamb of God, of l’Agneu de Dieu.

Er was een Afrikaans vluchteling die in Duitsland de politie opbelde om melding van een terroristische aanslag te doen—het had gesneeuwd.

Pardon, die regel Tjitske Jansen-en-wat-de-naburige-tien-jaren-op-de-bühne-kwam-tot-Rijneveldtdt-God-nog-an-toe zat me dwars in de keel en moest eruit. Slampubliek herkent er een Wuckiaans cliché in dat tot heden ten dage nog door jonggerokte dichteressen gebezigd wordt. Maar ik dwaal af.

De Afrikaan had nog nooit sneeuw gezien. Was hem onbekend. Moest hem verteld worden. Door de pliesie. Hele wereld wit man! Suka nyoka.

Terugkerend naar vertaling en die dynamische equivalentie, het Boek der Boeken is het meest vertaalde ter wereld. Anne Frank eat your heart out, de Bijbel ging in Inuit.

Inuit hebben geen weet van lammeren. Aldus de geboorte van de Zeeleeuw Gods. En páts: ziehier het wonder van dynamische equivalentie. Mogelijkheden zat om een omschreven fabeldier in het Inuit te fabriceren, maar de gevoelswaarde (God!) van het Lam werd het meest benaderd door het woord (in het Inuit) voor ‘zeeleeuw’. En iets met wit, jong, onschuld…geslacht? De semantische categorieën van het paradigma.

Bobo had het uitgezocht, prees het verhaal, ontkrachtte elke definitieve grond in Filter—en hier wordt het herverteld. Dynamische equivalentie—als toverwoorden voor vertaling, gedichtenlang.

Maar wat als er sprake is van ambiguë lezing, van twéé betekenissen die door de tekst heen schijnen als een ranzige zon? Hoe equivaleer je dat dynamisch—je maakt er geen maneschijn van.

Nog afgezien van Nida’s zeeleeuw functioneert een nieuwe tekst in haar nouveau discours—de contemporaine consument interpreteert het product in vertaling vanuit de maatschappij waarin deze leeft. Daarom wordt in een 21e-eeuwse Christieverfilming (hier: “Murder on the Orient Express”) wel gebruik gemaakt van Ipadachtige apparatuur en bekendheid met en mogelijkheid tot manipulatie van microgolven[2] omdat TV-kijkende schapen het belang en velerlei nut een goede hoedendoos-met-accessoires niet meer in weten te schatten. Wat moeten we dan met machiavelliprinsen? Het zestiende-eeuws Italië van ons aller Thomas?

Onderstaand tracht die fijnbesnaarde dynamische equivalentie te bereiken door de tweede, seksuele, betekenis die doorschemert, maar nu eenmaal eerder gevat zal worden door huidig publiek, naar de voorgrond te brengen in makkelijker leesbaar Nederlands, en de eerste, politieke, betekenis die in het origineel zo hamert slechts terzijdes te laten. De fijnproevers halen het vernuft er wel uit.

35 – DAT DE KLEINE KONING TOCH NIET DE GEEST VAN DE REPUBLIEK VORMT
De géést niet, de pík van het mens’lijk bestel
is ’t part van onszelf dat zichzelf niet voorziet
van weemoed en werk, maar verguldsel, pyriet…
en uitgeput dan gelijk krekels na ’t spel. 

Ach! Was hij als Cupido, speelse rebel,
die spottenderpijls in gehuwde schoot stiet,
met sappige kracht, die steeds ’t lichaam verliet:
het volk wordt vernieuwd en verwoest—welk herstel?

Arglistig verspild, wat zo’n vuns eruit trok
ter aarde, in ’n pispot—wat bovendien laakt
elk hoop op de doorgang ’s mans tikkende klok.

Vals lijf, net kleingeestig genoeg dat het maakt
dat echt sturing vloeit uit ’n klein koppie, met gok,
die oog- alsook oorloos is, èn onbespraakt.
[D.B.]

Alleen—die titel, hè? Het blijft toch jeuken.

Dag Pom, in gedachten,

D.


[1] Roush, S., Selected Philosophical Poems of Tommaso Campanella, A Bilingual Edition. The University of Chicago Press, 2011. Introduction, p. 32-33.

[2] https://www.youtube.com/watch?v=0YL23fwCj84, vanaf de achtendertigste minuut wordt het boek futuristisch.

Share This:

Jolies Heij – over wie ze is én wat

Over voorrecht & biologische klok

Het gebeuren op het damesgala liet me de afgelopen week niet los, sterker nog, ik heb eens uitvoerig mijn gedachten laten cirkelen rond het thema racisme en uitsluiting. Vooral omdat ik het was die in een stereotiepe hoek werd gedrukt, waar ik helemaal niet wilde zijn en naar mijn idee ook helemaal niet thuishoor, namelijk die van witte racist. Maar ben ik daar wel zo zeker van? Discrimineren we niet allemaal onbewust? Probleem is dat de “bevoorrechte” groep zich meestal niet van dat voorrecht bewust is en het als vanzelfsprekend voor lief neemt tot men erop wordt gewezen door de onbevoorrechte minderheid die zich wil emanciperen tot diezelfde positie. Hoe hadden we anders het vrouwenkiesrecht verworven? De slavernij afgeschaft? Gelijkheid tussen de sexen bereikt?

Nog altijd wordt het als vanzelfsprekend beschouwd dat hij voltijds werkt en zij halftijds en genoegen moet nemen met minder loon. Zo is het althans in Nederland, want wij hebben niet meegevochten in de Eerste Wereldoorlog, in tegenstelling tot Duitsland en Frankrijk, waar de vrouwen de economie aan de gang moesten houden omdat de mannen aan het front vochten. Met andere woorden, de nederlandse vrouw werd niet noodgedwongen het huis uitgejaagd, ze “hoefde” domweg niet en tegenwoordig is dat al niet anders. En aangezien de man het als een vanzelfsprekend voorrecht beschouwt om op een rustig kantoor zijn ding te doen in plaats van tussen de blèrende kinderen te zitten – wat ook een fijn voorrecht is, dat geef ik grif toe – verandert er niets. Maar terug naar die uitsluiting. Ben ik niet zelf zo’n bevoorrechte witte autochtoon die onbewust veroordeelt en uitsluit? Ik heb er aardig wat moeite mee om me daarvan een voorstelling te maken, ik zie mezelf graag als tolerant en ruimdenkend, aangezien ik zelf een buitenbeentje ben. Als kind werd ik, zoals iedere rechtgeaarde asperger, veelvuldig gepest.

Mijn levensvervulling, het schrijverschap, werd door familie en maatschappij nooit voor vol aangezien, want maar een hobby en geen “echt beroep”. En als vrouw word je toch vreemd aangekeken als je je niet van je taak kwijt waarvoor je als vrouw op de wereld bent, namelijk kinderen krijgen, vooral als je er ook nog voor uitkomt ze niet te willen. In deze lhbt-postemancipatoire samenleving, waar zelfs homostellen gretig aan de kinderen gaan, is dat het grootste taboe. Maar je biologische klok dan? Nooit wat van gemerkt, moet ik die hebben dan? O, maar schrijven en kinderen opvoeden gaan zeker niet goed samen… Op dat punt geef ik de verbouwereerde vragensteller maar grif gelijk, maar wat ik werkelijk wil zeggen is: ik hou van mijn leventje met mijn vrijheden en zo min mogelijk handenbinding. Maar ja, dat staat zo egoïstisch.

Je moet toch minstens de indruk wekken dat het door een speling van het lot en buiten je wil om nooit van kinderen is gekomen. Tja, als ik een man was en onder het mom van kostwinning veertig uur per week op een rustig kantoor mijn ding kon doen en bij thuiskomst de kinders keurig in bed zou aantreffen, dan is het een ander verhaal. Hoewel ik die mannen evengoed zou aanraden om een partner zonder kinderwens te zoeken, da’s ook nog eens beter voor het milieu. Maar enfin, omdat ik dus weet wat het is om “anders” te zijn door er ongebruikelijke ideeën op na te houden, omdat ik in mijn jeugd gepest en buitengesloten ben, heb ik van mezelf het beeld gecreëerd tolerant te zijn naar alle nationaliteiten, geaardheden en gezindten toe. Maar misschien komt dit ook weer voort uit een bevoorrecht, wit superioriteitsdenken.

Ofschoon ik niets heb met Sinterklaas, het al dertig jaar niet meer vier en de slaven annex bediendes op schilderijen uit de Gouden Eeuw wel verdacht veel van Zwarte Piet weg vind hebben in hun apepakjes. Zuslief was onlangs met zwager en het zwarte neefje op wintersport in het oostenrijkse Gmunden. Ik ga daar niet meer heen, rilde ze bij thuiskomst, er werd zo vreemd naar het neefje gekeken! Dat hele Oostenrijk zit boordevol racisten! Welkom in de echte wereld. Racisme en uitsluiting bestaan nog steeds, wellicht ook in het witte hoofd van columniste.

homo aude ludere

je bent soms met een pantser aan, soms laat je een andere huid staan
je huilt met de wolven mee, doet een gorilla na

redt ooievaars uit het nest op de hoogspanning bij blijdorp
acteert een glimlach, legt een verzameling strooppotten aan

om de pissebedden om de mond te smeren, je kuif staat naar de wind
je jas waait in alle richtingen, het masker dat je draagt voelt echt

je bent de vanger in het maaiveld, de duiker in het koren
wat krom is sla je recht, je wilt naadloos passen

in de voren van het bevoorrechte, voor pech heb jij geen behuizing
katjes knijpen zichzelf in het donker, jij moet ronken

op het schoongeveegde podium, je naam in het zodiac gegrift
voor ieders ogen zet je een leven in scène

dat je hebt gejat van de eerste de beste verstekeling
als het maar goed klinkt en verrassend genoeg

op het platgetreden pad blijft, je beeldt je in dat je beklijft
maar het geheugen lijdt aan alzheimer, zoveel is al gezegd

laten we bij elkaar liggen, mens, elkaar uitkleden, het naakte
betreden, elkaar velen, spelen wie ben jij nou echt?

Jolies Heij

Share This:

groot nieuws van TEXEL: tentoonstelling Bik&Beumkes – maar nu eerst de speelgoedpaardjes

groot nieuws vanaf TEXEL – karin Beumkes bericht:
‘IK dicht en dicht en dicht….Er komt een tentoonstelling van mijn gedichten. Gemaakt door de Texelse kunstenares Margot Bik.’ Die opening mag niemand missen – wij van de pom zullen present zijn. Bik&Beumkes – wij zullen berichten. vandaag verkeert ze tussen der speelgoedpaarden – speelgoed mens en melodie op de maandag – geniet van KARIN BEUMKES:


Speelgoedpaardje


Sprookjesdier
speelgoedpaardje slaapt op rommelzolder
velletje oud
oogjes zo wijs
van vroeger ben je
weet je nog..
ik trok je aan je ivoorgekleurde oortje
ik trok je naar ons paradijs
dan zwierf ik met je langs de zee
geduldig leerde ik je baden
totdat je wit en schoon en nobel was
de koningin te rijk kamde ik je manen
en zon toverde bezieling in je oog van glas
je bent veranderd in een zebra
wat heeft de tijd met ons gedaan
die rusteloze wezel
haat kinderlijk duimendraaien aan het raam
het dromerig gekwezel
en ik heb ook niet goed op je gepast
laat me het stof afnemen van mijn dom verzuim
je krijgt je paardenkracht terug
in elke vezel
ik streel je levend
tot op het allerlaatste puntje van je kruin.


muziek: Enya-Only time  https://youtu.be/7wfYIMyS_dI


Liefs en groetjes
Karin

Share This:

Jako Fennek wint de enige echte virtuele – zie hier de mens – trofee op pomgedichten – Max lerou zilver en Frans Terken het brons

vanuit het schrijvershuisje ontvingen wij van hier zojuist de uitslag van de wedstrijd met een mensbemoedigend woordje voor de dichter. onze cartouche die niets van bregje zonderland wil weten laat deze week aan zich voorbij gaan – nits menselijks is CARTOUCHE vreemd. ik zeg dank je wel lieve dichters voor het inzenden – en lees hieronder de woorden van Jeanine uit haar dichtershuisje:

Je zou verwachten dat het thema mens een eenvoudig thema is maar als dichter wil je juist dan om het gewone alledaagse heen, zo leek het vanmorgen. Een oud kort mensgedichtje (yep, haiku maar is dat belangrijk) van mezelf:

leuk dat ik je zie
zegt ze en gaat dan zitten
een plaats verderop
 
 
De mens ligt op straat
 
 
 
Goud Jako
Zilver Max
Brons Frans
 

 
 
Xxx
 
Fijne zondag en tot over twee weken.
  • Frans Terken op de kasseien van Kwaremont
  • Rik van Boeckel – wij leven ons mens zijn uit
  • Marc Tiefenthal naar Dinant
  • Petra Maria – later als ik mens ben
  • Max Lerou – ja zij kookt meestal van woede behoorlijk vreten heeft onze tafel nooit ….
  • Erika De Stercke – waar het wemelt van geldzucht verzwakt de hoop
  • Jako Fennek – in een vrouw is de mens gevonden
  • Anke Labrie – het raadsel mens tot nu toe tevergeefs


wie wint de enige echte virtuele – zie hier de mens – trofee op pomgedichten? deze week een wedstrijd met een thema waar zelfs dichters naar waarheid en uit het leven over kunnen schrijven – zie hier de mens – welk mens mogen we zien – dichters toon ons uw mens. uw zijn.


(kunstwerk folkert de jong – seht der Mensch – museum Singer Laren)

u kent de regels:
de gedichten niet te lang svp – 20 regels is genoeg – insturen tot zondag eenmalig voor 9 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. juryvoorzitster the one and only jeanine hoedemakers beter bekend als bregje zonderland.

mensenvriend

natuurlijk weet ik
wat ik (…)
je deed

hoe de wereld
anders was (…)
naast me

hoe je uitkeek
naar (…)
vul maar in

alles
omarmde
zelfs (…)

maar ja
het leven is geen (…)
carnaval

en een dichter niet echt
een (…)
nee echt niet

daar zijn ze
niet voor in de wieg
gelegd

pom wolff

De Ronde 2019

Dat ‘de koers begint bij ons’
is voor de wielerfan een vast gegeven
hij wacht ongeduldig op de hoogmis
herhaald streven naar genaken van God

hoe elk jaar weer de Flandrien strijdt
om alles en ieder achter zich te laten
alleen aan de meet weet je wie de ware
na zoeven in afdaling en weer een klim

op de kasseien van Kwaremont of Paterberg
de gebeden verhoord als hem lukt
waar een eenvoudig mens van droomt

men stort zich op alledaagse gedoetjes
tooit zich één dag in het jaar als leeuw
huilt met de winnaar die over de streep stoomt

FT 05.04.2019

pom: zie hier de mens – het thema – uw mens,  uw zijn – zie daar de ronde van vlaanderen. frans schrijft ‘om alles en ieder achter zich te laten…’ – zo is het met de mens gesteld – met de wielrenner, met de dichter, met ons allemaal – we leven als we het leven nog hebben om alles en ja ook iedereen weer achter ons te laten. leven als inspanning – het leven door de dichter gezien als een eendaagse overwinning en dat dan ook nog voor zeer weinigen weggelegd – die overwinning. anders is het alleen maar een eendaagse.  ja mannen en vrouwen – ja mensen de koers is hard vandaag. de keien ongenadig. de meet voor slechts één winnaar. its lonely at the top.

jeanine: FT 05.04.2019

Dat ‘de koers begint bij ons’  is een  treffend begin van een fan die zich dermate mee laat slepen dat hij zelfs mee huilt met de winnaar.

Die oh zo felbegeerde top, die plek waar je alleen nog maar terug kunt naar de plek waar je aan wilde ontstijgen. Heerlijk als je jezelf zo kunt overgeven zoals hier in dit gedicht gebeurt.

Groei

Wij zijn gegroeid uit onwetendheid
toen dichters schreven op stenen

nu kalligraferen wij onze woorden
in zinnen vol betekenis en symboliek

de mens in ons weet meer van hart
en ziel achilleshiel pijnvrees liefdeslucht

wij leven ons mens zijn uit en in
dragen de wereld naar een heel eind.

Rik van Boeckel
6 april 2019

pom: zie hier de mens – het thema – uw mens,  uw zijn – zie hier waar we vandaan komen – uit de onwetendheid – richting? wereld richting hart en ziel richting liefdeslucht en ook richting pijn. groei met stuipen had een titel kunnen wezen hier. mooie voorlaatste regel: ‘wij leven ons mens zijn uit en in’ – dingen die niet te vatten zijn moet je aan de dichter laten. daar komen mooie regels van.

jeanine: Rik van Boeckel 6 april 2019

Schitterende beginregel. Denkend aan het thema hoef ik hier niets meer na. Nou oké, de laatste twee regels met dan een punt achter wereld.

Groei

Wij zijn gegroeid uit onwetendheid

‘wij’ leven ons mens zijn uit en ‘in’
dragen de wereld.

De rest is invulling, bewijslast haast dat we mens zijn.



Niet op de weg naar Damascus maar naar Dinant

Aan je stem die ik vond
bij het draaien van mijn tong
en verbloemend in mijn mond,
had ik genoeg niet genoeg.

Aan je arm – over het graf heen
stak die uit –
had ik genoeg niet genoeg.

Aan je vleugels had niemand wat,
geen signaal aan gene wand,
nooit genoeg.

Niet op weg naar Damascus
maar naar Dinant hebben we geworsteld,
arm aan arm, stem voor stem,
jij met de oorverdovende
oordverslindende stilte
van je grafstem,
had me te zwijgen genomen en gelegd.
Met mijn rug naar Dinant heb ik je herpakt

marc tiefenthal

pom: zie hier de mens – het thema – uw mens,  uw zijn – nou dat laat de tief zich niet twee keer zeggen – genoeg niet genoeg – ergens daar tussen leeft deze dichter – op weg niet op weg.

jeanine: marc tiefenthal

Jeetje. Een ingewikkeld spel met relatie, vlucht, geloof, liefde, oorden. Je kunt gerust stellen dat hier de mens in zit. Een groot raadsel en tegelijkertijd bomvol voorspelbaarheden.

Arm aan arm, stem voor stem, dit is meer dan mooi gezegd en oordverslindend is een heel aardig woordspel als je je bedenkt dat er daadwerkelijk oorden zijn waar iedereen heen wil (of juist niet) 

Aan je vleugels had niemand wat.

later als ik mens ben

dacht het kind
dan is alles niet zo hoog
en veilig

zouden er dan nog steeds
zoveel van zijn
roepend en rennend

kraken ze dan nog
de bomen
en stroomt het water
van rivieren

later als ik mens ben
dacht het kind
en reeg haar
geplukte madeliefjes

Petra Maria

pom: zie hier de mens – het thema – uw mens,  uw zijn – zie daar een kind met  volwassen gedachten. wat het kind om zich heen ziet is genoeg om de wereld klein te houden – terug te brengen tot madeliefjes. al het andere is van de mensen – bedreigend waar het kraakt niet veilig is.

jeanine: Petra Maria

Een ernstig kind  lees ik hier. Het zit vol vragen maar gelukkig rijgt het nog een kroontje van madeliefjes. Op een dag weet het dat het steeds al een mens was.

explosief

ze is kneedbaar als semtex vooral
met een blowtje op berg je maar
als ze haar pijlen richt
ja zij kookt meestal
van woede behoorlijk vreten
heeft onze tafel nooit

een bonte verzameling siliconen
meer is het niet die vlees geworden
flessenhals eerst stroomt het
lekker door daarna wordt het
dringen in die te krappe
schedel met een deukje

haar streken niet te tellen
wijst ze de flessen aan daar woont
onschuld op de bodem van ons
flamboyant bestaan al blijft het
tasten in het duister beperkt
tot een leven in veronderstelling

ml

pom: zie hier de mens – het thema – uw mens,  uw zijn – ‘zij kookt meestal van woede behoorlijk vreten heeft onze tafel nooit’ wat mij betreft de gouden regels deze week – hahaha – het gouden gedicht – maar ja de wegen van onze juryvoorzitster  jeanine zijn brabants ondoorgrondelijk. hier treffen levenswijsheid, filosofie, afrekening en de waarheid elkaar in een flesje max. een explosief cocktailtje. wie de schoen past – én wie in de fles – trekt het zich aan.

jeanine: ml

Ik geloof dat ik bij dit gedicht maar eens een sigaretje opsteek, alhoewel, ik heb nooit gerookt dus waarom zou ik het dan nu doen hè.  Ik vraag me af of het hier over diezelfde moeder gaat als die van twee weken geleden. Hoe dan ook, hier wordt een soort ingehouden boosheid de ether in gesmeten, zo lijkt het. Mag best, het gedicht is eruit gespuugd en jawel, er staat een mens, nee er staan meerdere mensen. Het is zij en ons.

een bonte verzameling siliconen
meer is het niet die vlees geworden
flessenhals eerst stroomt het
lekker door daarna wordt het
dringen in die te krappe
schedel met een deukje

haar streken niet te tellen
wijst ze de flessen aan daar woont
onschuld op de bodem van ons
flamboyant bestaan

toestanden

in een groep van overleven
kijkt
een mensje naar ergens

de gescheurde blik
wacht met stuiptrekkingen
op een toekomst

ondertussen stelen de bomen
zuurstof
uit schrale kinderhanden

onder het gewicht van takken
waar het wemelt van geldzucht
verzwakt de hoop

geen kracht meer
in de stem
die oorlogsbeelden stapelt

mirakels verliezen de richting
en worden gestenigd

Erika De Stercke

pom: zie hier de mens – het thema – uw mens,  uw zijn – erika beschrijft het kunstwerk zoals het bij haar binnen komt. de dichter als poëtisch verslaggever van een oorlogsfront. het leven is waar de poppies bloeien op de doden. kijkt een mensje naar ergens met weinig hoop.

jeanine: Erika De Stercke

Hier wordt de mens geschetst aan de hand van de ondergang van de aarde. Het gaat om geld en macht en ondertussen ontnemen we het kind de toekomst. Dit is wat ik lees. Mooi hoor, die laatste twee regels, bezwerend haast en een fraai voorbeeld hoe poëzie soms zo plotsteling opduikt in het opvoeren van een paar woorden die anders worden ingezet. Dat stenigen bedoel ik hier. Mirakels stenigen. 

van boven

scheidslijn tussen mens en dier
nestelt hij zich al vroeg in de morgen
tussen gekir van duiven
de stilte van de stad
en een vliegtuigloze lucht

de westertoren bestijgt hij
om boven hoofden te huilen
dat geen mens gevonden noch
gezonden werd
de zoon was maar een proefkonijn

ver onder hem, blik op haar decolleté
en rode haar
ziet hij datgene waarvan hij
overtuigd is dat zij de mens is

stante pede strekt hij armen uit
hijst haar naar boven
schreeuwt vanaf de toren –
volk, in een vrouw is de mens gevonden

jako fennek

pom: zie hier de mens – het thema – uw mens,  uw zijn – dat decolleté weet wat. in ieder geval komen er mooie regels van – zo ook die laatste hier: volk, in een vrouw is de mens gevonden – een regel met passie als in the passion.

jeanine: Wauw, wat een bijzondere benadering van het thema. De zoon was maar een proefkonijn en dan die laatste regel die me niet vloeiend wordt aangeboden maar als een gegeven wordt opgelegd. De mens, de vrouw.

de mens te vatten
in een beeld
in de muziek
in een gedicht

gevecht van eeuwen

steeds weer proberen we
het raadsel te ontleden

het raadsel mens
tot nu toe tevergeefs

anke labrie

pom: zie hier de mens – het thema – uw mens,  uw zijn – anke houdt het bij de conclusie geschreven in de laatste strofe – lees onze eigen  anke wittgenstein:

het raadsel mens
tot nu toe tevergeefs

voorlopig niet te ontleden dit raadsel is ankes slotconclusie. tegen zoveel waarheid is geen dichter bestand. hier moeten filosofen worden ingehuurd om deze tekst te duiden.

‘Wittgenstein denkt hierbij vooral aan existentieel geladen fenomenen zoals die van ethische, esthetische of religieuze aard. Precies omdat ook deze zich tonende fenomenen tot de werkelijkheid behoren, moeten ze in een bepaald opzicht eveneens betrokken zijn op waarheid. Iets toont zich aan ons en brengt ons in contact met de werkelijkheid. Het tonen maakt daarom deel uit van de waarheid erover. Dit lijkt mij een onvermijdelijke implicatie van wat Wittgenstein in zijn Tractatus uiteenzet. De Tractatus impliceert dus dat de waarheid in sommige situaties deels niet feitelijk is. De waarheid omvat soms meer dan het alleen maar corresponderen met feiten. De werkelijkheid van bepaalde situaties laat zich anders gezegd niet reduceren tot een collectie van tot die situatie behorende feiten. Net zoals de betekenis van een bepaald begrip altijd meer betreft dan de collectie van de eronder vallende objecten, zo betreft de waarheid van sommige situaties meer dan het corresponderen van uitspraken met tot die situaties behorende feiten.’

jeanine: anke labrie

Nee, de mens ontrafelen valt helemaal niet zo mee. Al is de mens in veel opzichten m.i. dan toch, behoorlijk voorspelbaar zijn er eveneens een hoop kanten die we dan maar weer in fraaie beelden en woorden trachten te doorgronden.

Share This:

onze Lisan Lauvenberg hijgt ‘als een postpaard, dat ze bergop hebben geslagen…’

Virus estafette

Kan niet praten, want moet hoesten.
Of bijkomen van het hoesten.
Daarna heb ik een ontploft hoofd.
En zit te hijgen als een postpaard,
dat ze bergop hebben geslagen.

Met schorre stem geile dingen zeggen
of lekker schelden kan ook niet.
Er is geen stem, slechts wat gefluister.
Drie weken geleden had ik keelpijn
en ontdekte dat gedichten doen,
zelfs met microfoon dan lastig is.
.
Geen griep zegt de dokter. Geen koorts.
Een estafette virus heeft me te pakken.
Alle verkoudheden die ik ken heb ik gehad.
Ben nu aan de hoesterij begonnen.
Rochelende oude mannen geluiden
komen uit mijn fijne dameskeeltje.
Mijn man verdraagt mij nog maar net.

Slap ben ik ook, slappe benen, brakke ribben.
Er zitten zere spieren op onverwachte plekken.
Tikken kan wel of kijken met waterige oogjes
naar series over oude koningen en Koninginnen
omdat het beeld heel modern stilgezet kan
bij langdurige scheurende uithalen.
Virus verdwijnt vanzelf zegt de jonge dokter.

Hij had ook geen antwoord op de vraag
waarom de virussen zich zo thuis voelen
in mijn hoofd, neus, oren en borstkas.
Ik hou van gezellig, maar nu is het genoeg.
Deze visite put mij iets teveel uit.
Weg ermee. Ik wil weer lente doen.
En buiten spelen.

©Lisan Lauvenberg
4 april 2019

Share This:

abraham von solo over ‘Het bedrijven van wetenschap, het belijden van een geloof of het niets van de poëzie.’


Deel 331.

Op een gegeven moment kun je een verhaal schrijven over jezelf. En dat kun je van dag tot dag aanpassen. Je kunt ook een beschouwing schrijven van een fenomeen in de maatschappij of het grotere beeld van de hele wereld. Je kunt er ook voor kiezen een keer iets anders te doen, omdat je het gevoel hebt alles geschreven te hebben over jezelf wat te schrijven was en alles geschreven te hebben wat je meent te moeten ventileren als je mening. Als je dat punt bereikt hebt, resten slechts een paar mogelijkheden. Het bedrijven van wetenschap, het belijden van een geloof of het niets van de poëzie. Een geloof heb ik niet. Een wetenschapper ben ik niet. Dan rest slechts die ruimte.
 
Je zuigt de woorden uit mijn lul, terwijl ik je mond met letters vul. Het spul waar dromen van gemaakt zijn, verkwikt je als een witte wijn.
Mijn wijngaard vol met rijpe druiven, die je wellustig poogt naar binnen te schuiven. Die kogels passen maat krap in je zwijgende, zuigende mond, die zoveel meer zegt met de geluiden die mijn woorden daarbinnen maken. De echo’s die het verhemelte raken tot een spuitend hemels huigvermaak.
Staak je het niet mijn woorden de jouwe te laten zijn en de zoete pijn van het me aan je overgeven. De kleine dood na een kort beschoren leven, gorgelen de laatste woorden in een korte slik. De woorden weg. De inkt is gegaan. En ik zeg enkel nog: ‘Op je gezicht had dit gedicht ook niet misstaan’
(Von Solo, 2019)

Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl

Share This: