onze lisan in oplichtend nagellak treedt de lente tegemoet met losse heupen en elastieke benen!
Laag bij de aarde
Voorjaar
Op mijn knieën, die knielen willen.
Dicht bij de aarde.
Het onkruid tussen de aardbeienplantjes weghalen.
Verwondering over de schoonheid van de schillende soorten onkruid.
Hoe het de aarde bij elkaar houdt.
Hoe mooi de bloempjes zijn.
Hoe stevig de kleine wortels verankerd zijn in de aarde.
Hoe koud deze aarde is en hoe nat.
Hoe vies mijn schoenen en handen worden.
Hoe blij ik hier van word.
En hoe moe, heel moe, maar anders moe.
Van praten wordt mijn hoofd moe en dan mijn lijf.
Van graven, wieden en wroeten wordt alleen mijn lichaam moe.
Fijn moe, goed doorbloed moe, honger moe, zin- in-een-warm-bad moe.
Hoe mooi het aardbeienbed er nu bij ligt, de dag na de volle maan.
Schoon en tot groeien bereid niet meer gehinderd door het onkruid.
Het onkruid ligt nu op de composthoop aarde-voeding te worden.
Zo is alles goed en er is orde en rust voor de regenwormen.
Hoe mooi toch, geen dag voor een gebed, geen tijd voor een gedicht.
Alleen dit aardse, van onkruid bevrijde bericht.
Enige tijd geleden schreef ik een column die enigszins kritisch
was aangaande ‘yoga-snuivers’. Mensen die heel mindful en vol in het leven
staan. Blank zijn, hard werken, sporten, succesvol zijn, goede vaders en
moeders en in het weekend ook gewoon recht hebben op coke in hun neus. Ik kende
toen de hippe term ‘yoga-snuivers’ nog niet, maar daar bleek het dus over te
gaan. In mijn stukje hierover verweet ik deze clan het gebrek aan contact met
de samenleving, waardoor ze zich soms in de nesten werken en dan anderen de
schuld geven, zonder eerst tussen de lijntjes door in de spiegel te kijken.
Maar welbeschouwd zijn dat dan misschien de excessen. De
jeugdzonden, die nog een tijdje in de midlevens doorlopen. Maar blanken zijn
veel erger dan dat. Vorige week stond ik in de Bruna naar de tijdschriften te
kijken. Daartussen zag ik een exemplaar van de ‘Elle Reizen’ staan. De koptekst
las: ‘Heerlijk! Roadtrip met het gezin. Ontdek…’ één of andere nog niet verklote,
prachtige, subtropische bestemming. Op de cover waadde een glanzende open top
Jeep door azuurblauw water. In de wagen zaten twee kinderen te lachen. Op de
passagiersstoel zat een blonde blanke vrouw te lachten met een dure zonnebril.
Daarnaast zat quasi nonchalant een dude-man achter het stuur, de verantwoorde,
allerleukste vader op de wereld te zijn.
Het liefst was ik in dit plaatje opgedoken. Met een Kalasjnikov.
Dan had ik eerst de banden lek geschoten. Vervolgens een aantal schoten in de
lucht gelost en daarna de brommende V8 onder de motorkap tot zwijgen gebracht
met een laatste salvo. Hierop volgend zou ik een gesprek aangaan met de
inzittenden. Ik zou ze vertellen dat de wereld naar de kloten gaat door al dat
ongebreidelde toerisme. En dat ze als rijke blanken het goede voorbeeld zouden
moeten geven. En niet net als op de cover van de Elle een veel te dure
vliegreis boeken om vervolgens net als thuis in de auto te stappen en de
omgeving verder te vergallen. En waarvoor? Nog meer kloteselfies en lege loze
ervaringen waar je toch geen tijd voor hebt om van te genieten, omdat je zo’n heerlijk
druk leven hebt met je super succesvolle teringbaan, al je gekopieerde
‘vrienden’ die allemaal dezelfde dooie rondjes fietsen op hun racefietsjes,
terwijl hun vrouwelijke lifecoach zich met een matje onder de arm naar de yoga
haast op haar elektrische bakfiets van vierduizend euro of in de Tesla SUV in het
compoundleven van hun tyfusvinexofjarendertigkutklotehypoteekaftrekselhuismetkinderopvangnettoeslagcomplex.
Als ik uitgeraasd ben, krijg ik van hen als repliek een politiek correct
pisverhaal en word ik bedreigd middels juridische maatregelen. De kinderen
huilen niet eens. Die zitten stilletjes verveeld op hun iPad.
Oh god, wat haat ik blanken!!!
Dan word ik wakker en loop naar de badkamer. In de spiegel
zie ik een enge man. Hij is niet zwart, maar ook niet blank. In zijn ogen
twinkelt iets, maar het is geen LED verlichting. Hij heeft groeven in zijn
gelaat en een raar kapsel. Hij is niet blank. Hij draagt wél zwart. Gelukkig
maar.
Het is het familie-uurtje in de literatuur, lieve lezer. In aanloop naar de boekenweek paraderen al geruime tijd moeders door de kolommen en over de podia, want vrouwen die geen moeder zijn hebben toch een minder aureool, volgens de heren bedenkers van dit thema. Wist u overigens dat weduwes supersexy zijn? Of dit omgekeerd ook voor weduwnaren geldt zou ik niet weten, ik heb het nooit aangelegd met een weduwnaar. Mijn moeder wel, maar dat was geen onverdeeld genoegen, aangezien hij zijn vrouw wel ten grave had gedragen, maar de darling niet gekilled. Maar dit terzijde.
Over moeders spreken in de literatuur voornamelijk zoons zich uit, over vaders trouwens ook. Over moeders en dochters spreken de vele vrouwenbladen en zelfhulpboeken zich uit. De vader-dochterrelatie is het meest onderschat in de literatuur, stelde het servokroatische leraresje die zelf geregeld autoritaire mannen als vaders, veldwachters en directeuren in haar werk laat opdraven. Trouwens, vervolgde ze, is het je nooit opgevallen hoeveel verknipte families er wel niet zijn als mensen eenmaal over hun vaders en moeders uitweiden? Ik zou het niet weten, gaf ik. In mijn directe omgeving maak ik niet anders mee, maar ik ken alleen kunstenaars, die zijn verknipt. Ik heb niet zoveel met familie op.
Familie is erger dan dictatuur, daar kun je nog een revolutie beginnen, maar je plaats in de familie ligt vanaf je geboorte vast. Iedere familie heeft een vaste hierarchie van succesvolle dwingeland tot onderspitdelvende loser of zelfs outcast. Familie is macht zonder dat daar ooit aan getornd kan worden. Ik dacht trouwens dat jullie Bosniërs zulke hechte families hebben? Des te erger, verzuchtte ze. Waarom denk je dat we oorlog voeren? Zo dicht op elkaars lip zitten kan niet goed zijn. Jullie Nederlanders kunnen tenminste afstand van de familie nemen met het excuus dat de tram niet rijdt vanwege een aanslag als je bij je petemoei op bezoek moet. Onze families wonen bij elkaar in hetzelfde dorp, vaak in hetzelfde huis. Waarom denk je dat ik een andere identiteit heb aangenomen?
Als ik wist dat mijn familie mij zou lezen, zou ik niet meer rustig slapen, laat staan überhaupt schrijven. Jullie hebben alleen vaders, moeders, gemene zusjes en pesterige broertjes, maar wij ook nog eens opa’s, oma’s, ooms, tantes, neven, nichten, achterneven… Jaja, ik snap het, onderbrak ik haar, jullie hebben in de taal een aparte benaming voor ieder familielid. À propos, ga jij eigenlijk nog wel eens bij de natuurgenezer langs, zoals het een goede adoptief dochter betaamt? Neen, hij is mijn familie niet en bovendien heeft hij me verstoten, wat mijn eigen familie nog niet heeft gepresteerd. Wel, dan zal ik zorgen dat hij je weer aanneemt, zei ik beslist. Kom mee. En we struinden naar het tuinhuis dat er verdacht verlaten bij lag. De deur knalde tegen een stapel dozen die met veel geraas omdonderde. De natuurgenezer rees met de haren te berge vanachter de divan op. Niet schieten! gilde hij. Waarom zouden we dat willen, Radovan? gaf ik. Wij zijn dames, wij brengen enkel rozen.
En wat hebben die verhuisdozen te betekenen? Ik zat vanochtend in de tram naar Nieuwegein, begon hij buiten adem te vertellen, toen zo’n Turk ineens z’n pistool trok. Gij gad get op mij gemunt, ik zweer get je! Dus ik zei tegen gem, toe maar, schiet me maar verrot, want ik word binnenkort in mijn goger beroep tot levenslang veroordeeld en dan verdwijn ik in een cel met een gat in de grond, dus dan kan ik maar beter nu voor get vaderland sterven. En weet je wat de snotaap antwoordde? Jouw Servenbloed is Allag niet waardig en toen begon gij als een dolle om zich geen te schieten, echter zonder mij te raken. Vandaar deze verguisdozen, vanwege mijn nakende veroordeling. Get is niet eerlijk, Mladic mag binnenkort naar guis omdat gij te ziek is, ik zei nog tegen die Turk, schiet me dan tenminste in de voet, maar nee goor. Het servokroatische leraresje nam de bibberende natuurgenezer bij de hand en liet hem naast haar op de divan plaatsnemen. Het geeft niet, Radovan, zei ze sussend, het is je allemaal vergeven. Je zult met een zuiver geweten in dat gat in de grond verdwijnen.
zinneloos zonder zeil
hij was al in 1980 melancholiek naar het stemmige sonneveldse dorpsmuseum, zeg niet melancholisch
waar hij als man van de taal de teutonentongval uit melktanden sloeg, hele dorpen naar zijn hand zette
met grenspalen voor alles wat zich uitheems in nesten probeerde te wringen toen er een enkele neger werd gezien
en ruzies nog op het schoolplein werden uitgevochten, tanden door lippen geslagen en dat je wist wie je knikkers roofde
maar het niet durfde te zeggen, het land naar zijn voorbeeld ontgonnen, de bodem van de fles niet troosteloos genoeg
en de bom een hypothese, de vijand een rus uit de strip met opgezette kraag of de minkukelige helpers van sneeuwwitje
het paradijs bij god in 1955, toen nog niet ontmanteld als vieze ouwe man met openwaaiende regenjas
toen hij groter was dan hem en de hemel nog niet bevolkt met virtuele pestkoppen, hij beloofde me melancholie, maar op
zinneloosheid en varen zonder zeil was ik niet voorbereid, je hebt het me in 1980 al verteld, toen ik nog geen oren had
Hoi Pom, in een baldadige bui proefde ik van de lente.
Sollicitatievoer
Kan heel goed tijpen ook verder ben ik snel in liegen mijn rijbewijs heb ik in twee rondes gehaald en ik eet heel graag duif met prei mijn kat heet Jansje Afwasteiltje enne enne ze is al drie
ik ben gevallen op mijn knie toen mijn tante net een drieling had maar in dat jaar haalde ik ook dat diplomaatje waar U op te wachten zat. Hij heette Bart Hij werkte op de ambassade van stil nou moeder Ik wacht op Uw toegenegen antwoord verder heb ik geen plannen. Die pushup behaas van Honkenmuller lijken me wel wat.
Muziek: The Gun Club-John Hardy https://youtu.be/YC7B8eeJILk Groetjes en liefs, Karin
met de eerste drie bijdragen waren de metalen wat mij betreft verdeeld vandaag – ‘niets is me liever dan eenvoudig mooi’: voor petra maria het goud vandaag – een gewone dag daar ligt ons verlangen – een gewone dag met uren – van harte gefeliciteerd – lees mijn recensie. cartouche huppelt met het zilver weg. hij biedt onze romantische harten ondanks alle zinloosheid een nieuwe zon: een nieuwe zon, een bestaan om in ongehoorde schoonheid te vergaan. en brons voor de vijf gouden regels van frans terken: over de zoete strijd van de dichter om een broos bestaan. en dan hebben we nog het verzamelgedicht – dank aan alle dichters die hebben ingezonden – het was mooi deze week:
een lichte dag waarop het regent – ik weet er vandaag geen woorden voor – klaar voor de sprong naar een nieuwe zon – Gewonnen, verloren, verloren gewonnen – De spiegel wijst het hoofd op denken – oh boot van de liefde oh boot van de dood – Wat is de boodschap van auto’s in de vangrails ?Laat mijn schaduw los – je hebt het me ooit eens verteld toen ik nog geen oren had.
snak jij ook
naar een gewone dag met uren vol lege gedachten terwijl de zilvermeeuw haar vleugels vouwt
naar een lichte dag waarop het regent zodat wij ongestoord langs het water lopen en met zware natte jassen terugkomen
gewoon een dag waar ik naar verlang
PetraMaria
dat we de zinloosheid van het bestaan toch nog enige zin geven – daar zijn dichters voor. troost bieden, troost en nog eens troost – dichterslot! meteen al prachtig verwoord door petra maria. in een grenzeloze eenvoud het verlangen naar een gewone dag beschreven – een lichte dag waarop het regent. hier bereikt deze romantica die prachtige eenvoud waar dichters elke dag naar streven echter door de zinloosheid van het bestaan ook bijna elke dag van af gehouden worden. onze petra vandaag niet. zie hier haar gewone dag met uren! het lijkt erop of de zinloosheid alleen bestreden kan met de eenvoud.
petra maria – een lichte dag waarop het regent
frans terken – ik weet er vandaag geen woorden voor
cartouche – klaar voor de sprong naar een nieuwe zon
marc tiefenthal – Gewonnen, verloren, verloren gewonnen.
aratrios – De spiegel wijst het hoofd op denken
rik van boeckel – oh boot van de liefde oh boot van de dood
marten janse – Wat is de boodschap van auto’s in de vangrails
erika de stercke – Laat mijn schaduw los
jolies heij – je hebt het me ooit eens verteld toen ik nog geen oren had.
en van de gezamenlijke dichters dit prachtige zinloze regelgedicht:
een lichte dag waarop het regent – ik weet er vandaag geen woorden voor – klaar voor de sprong naar een nieuwe zon – Gewonnen, verloren, verloren gewonnen – De spiegel wijst het hoofd op denken – oh boot van de liefde oh boot van de dood – Wat is de boodschap van auto’s in de vangrails ?Laat mijn schaduw los – je hebt het me ooit eens verteld toen ik nog geen oren had.
wie wint de enige echte virtuele trofee der zinloosheid op pomgedichten? – deze week – (naar een gedicht van peter posthumus)
in zijn tweewekelijkse bijdrage die hij elke week instuurt behandelt peter de zinloosheid van het bestaan op een eigen en aangename maar wel genadeloze wijze. inspirerend voor onze zondagochtendwedstrijd – dat we de zinloosheid van het bestaan toch nog enige zin geven – daar zijn dichters voor. troost bieden, troost en nog eens troost – dichterslot! u kent de regels – de gedichten niet te lang svp – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10.30 uur. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst.
al dat genadeloos gesodemieter
gejakker en gesjagger
die hele helse bende
die drijft op oude angsten
op gestolde stress
op zinloosheid , op leegte
op verpletterende overbodigheid
bestemd voor de vergetelheid
zoiets als
golven die ontraceerbaar
beuken op de kust
onstuimig, zonder ballast
ongrijpbaar, zonder houvast
golven zonder zin
zonder verveling
tegen ieder tijdsbesef in
peter posthumus
de zinloosheid der dingen
of het kamers heeft of muren waar we koffie drinken wonen we
geef me een huis
het maakt niet uit welk huis
een karkas met brokkelmuren
is genoeg
kom oude keuken kom
we koken samen om te praten
ik ben in veel bedreven
alleen in sterven niet
pomwolff
snak jij ook
naar een gewone dag
met uren
vol lege gedachten
terwijl de zilvermeeuw
haar vleugels vouwt
naar een lichte dag
waarop het regent
zodat wij ongestoord
langs het water lopen
en met zware natte jassen
terugkomen
gewoon een dag
waar ik naar verlang
PetraMaria
dat we de zinloosheid van het bestaan toch nog enige zin geven – daar zijn dichters voor. troost bieden, troost en nog eens troost – dichterslot! meteen al prachtig verwoord door petra maria. in een grenzeloze eenvoud het verlangen naar een gewone dag beschreven – een lichte dag waarop het regent. hier bereikt deze romantica die prachtige eenvoud waar dichters elke dag naar streven echter door de zinloosheid van het bestaan ook bijna elke dag van af gehouden worden. onze petra vandaag niet. zie hier haar gewone dag met uren! het lijkt erop of de zinloosheid alleen bestreden kan met de eenvoud.
Dit is een zinloos gedicht
Zou ik een boodschap hebben
ik weet er vandaag geen woorden voor
alsof ik verdwaald in de taal van een stad
maar niet de omgeving kan lezen
vensters voorbijgangers
ze geven geen teken van leven
geen ander contact dan kortsluiting
de vonk uit handen geslagen
dat ik de woorden wil bewaren
voor betere dagen boetseer ik ze
op een stevig vel dat ertoe doet
houtgesneden neergezet
met rug tegen rug in strak gelid
om te staan waarvoor ze staan
dat ik weer weet waarvoor ik het doe
verzet tegen mateloos gemekker
zoete strijd in een broos bestaan
FT 16.03.2019
Zou ik een boodschap hebben ik weet er vandaag geen woorden voor
(tot)dat ik weer weet waarvoor ik het doe verzet tegen mateloos gemekker zoete strijd in een broos bestaan
die mooie tweede regel dicteert bijna deze selectie. dan kies ik voor de laatste drie regels met die ook weer werkelijk prachtig laatste regel. dat de dichters weten zich op deze site te vinden in een waar romantisch nest – 5 onvergankelijke regels in romantisch opzicht schreef frans terken.
Ongehoord
Mens, een tot koord gevlochten woord
uit zovele mogelijke zoals een stukje
vlees dat op lippen te besterven ligt
ze springen en breken uit zinnen
brokken van een nooit af gedicht
redeloze sterren in lange leegte
super nova eens, nooit weer
een glimp, een flinter hoop op leven
rode reus tot witte dwerg vervallen
licht in een zwart gat gevangen
terwijl aan de oeverloze overkant
stof in gekromde holte van
ruimtetijd zich bijeen-
hoopt als parelzaad
klaar voor de sprong naar
een nieuwe zon, een bestaan om
in ongehoorde schoonheid te vergaan
dat we de zinloosheid van het bestaan toch nog enige zin geven – daar zijn dichters voor. troost bieden, troost en nog eens troost – dichterslot!
ik wilde al schrijven voor dat ik de laatste strofe las – is dat nou de troost waarop we zo lang moesten wachten – maar gelukkig cartouche presenteert die laatste strofe met die nieuwe zon waarin het vergaan in schoonheid wordt beschreven en de schoonheid ongehoord mag vergaan – ook van mij.
een nieuwe
zon, een bestaan om
in ongehoorde schoonheid te vergaan
hij flikt het elke week weer, cartouche – zinloos? het bestaan? ok – krijg je en nieuwe zon – kun je weer door. cartouche de therapeut van een verloren generatie. de therapeut voor de echte zwarte romanticus. doctor cartouche plukt een nieuwe zon voor u.
Op een berg
Hij stond op berg “Verloren hoop”,
alleen, elke morgen klokslag negen.
Om tien uur liet hij
de verloren hoop varen.
Het werd niets met zijn dochter.
Hij stond op berg “Verloren hoop”,
alleen, het was half tien,
toen je eindelijk aan de einder
nog een stip,
tegen kwart voor tien heel hip,
verscheen.
Gewonnen, verloren,
verloren gewonnen.
marc tiefenthal
de laatste vier woorden daar verlaat de poëzie het voorafgaande proza. het gedicht mag wat mij betreft uit deze laatste vier woorden bestaan. eind goed al goed.
In een omzien
Scherven prettige waanzin, achter het bed,
onder in de kast waar je nooit kwam. Piaspak.
Meegenomen van een verhuizing, het bestaat,
een volgende zinloze verplaatsing naar wat beter
leek of op z’n minst niet slechter.
De spiegel wijst het hoofd op denken, gewoon
denken. Is dat dan zo moeilijk? Dat het leven
één richting maar weet, één onthouden vergeten
enkel achter de rug, waar omzien toe pijnigt.
Dus je houdt het op een simpel tijdverdrijf, alsof
die zich opjagen laat, anders dan in slinkstuip
weer dichter bij, weer verder van.
Een duwen en trekken dat tot niets leidt.
In een omzien heb je het huis toch aan kant,
zand en glas met flinke vegen heen,
voor even de blik lichter. Zo flitst het.
En dat pak staat je fantastisch.
Aratrios
dat we de zinloosheid van het bestaan toch nog enige zin geven – daar zijn dichters voor. troost bieden, troost en nog eens troost – dichterslot!
te ingewikkeld – het verhaal. we moeten met de dichter mee en dat werkt hier vermoeiend. het is niet de lezer die iets moet het is de dichter die de lezer mee moet nemen. maar dan zijn particuliere verhalen niet het juiste ingredient. zeker niet als de dichter iets van logica tracht aan te brengen in de opeenvolgendheid der dingen.
De spiegel
wijst het hoofd op denken…
die gouden regel houden we vandaag toch maar mooi over – nooit meer kunnen we onbevangen voor een spiegel staan – dank u wel meneer van egmond – u heeft ons denken te grazen.
Pom, hier mijn bijdrage aan de virtuele zinloosheid. Goed weekend, Rik
Uit de knoop van de knal
Het leven een dodelijk sprookje
drink je of rook je
het is even zinloos
net als Pandora’s doos
net als ieders dood
oh boot van de liefde waar laat je ons staan oh boot van de dood waar breng je ons heen langs wateren van het universum langs sluizen van het heelal geboren uit de knoop van de knal
daar gonsde het ritme van Al
van leven tot dood
van morgenland tot verwonderd schemerig romantisch avondrood.
Rik van Boeckel 16 maart 2019
dat we de zinloosheid van het bestaan toch nog enige zin geven – daar zijn dichters voor. troost bieden, troost en nog eens troost – dichterslot!
ook rik brengt ons weg naar schemerig romantisch avondrood. iets minder overtuigend deze week na al die beschreven doodsbedreiging in eerdere strofen – die prachtige romantische uitroepen nemen we graag over – zo willen we sterven – zo wil iedereen wel sterven:
oh boot van
de liefde
waar laat je ons staan
oh boot van de dood
waar breng je ons heen
ja hoor ik hoor het mij zelf met de passie van een ank van de moer uitroepen op mijn sterfbed. wat een mooie en gedragen laatste woorden zullen ze zeggen om het bed heen.
Grijs dat geen grauw is
Grijs dat geen grauw is
wegen zonder einde
en wind die waast
Of ik kom of ga
jij vult mijn gedichten
troebleert mijn hart
Wat is de boodschap
van auto’s in de vangrails
Feestelijk blauwe lichten
Grijns dat geen grauw is
Het antwoord op mijn
vragen krijg ik niet
Marten Janse
dat we de zinloosheid van het bestaan toch nog enige zin geven – daar zijn dichters voor. troost bieden, troost en nog eens troost – dichterslot! op FB lezen we midden in de nacht de recensie van jolies heij op dit gedicht – goud roept onze jolies. het goud van jolies heeft marten al binnen.
op dit moment zit ik max verstappen te bekijken – u begrijpt de lichte glimlach op de lippen na het lezen van de derde strofe. hij haalt net vettel in.
terug naar het gedicht: de romantische pijn lijkt in de tweede strofe beschreven – met een romantisch oplichtend blauw dodelijk gevolg in de derde strofe. zo blijven we achter als lezer in de vierde strofe – zonder een woord van troost – het vanghek in.
Er is geen reden
om het huis te verlaten.
De temperatuur is goed geregeld
het eten staat klaar.
Aanschuiven en toetasten
over koetjes praten, zoals het hoort.
Plannen maken voor de vakantie.
Met een smoesje verdwijn ik. Laat
mijn schaduw los in de dekselputstraat
die doodloopt wanneer het avonduur valt.
Nooit
keer ik
op mijn zinvolle stappen
terug.
Erika De Stercke
erika laat haar schaduw los – een prachtige regel – de weg uit de werkelijkheid heeft zij betreden en een weerom is er niet meer bij. bij marten gingen we de vanghekken in – bij erika doemt de put op.
Gedachtegoed
Vader was in 1980 al melancholiek bij hem was het melancholiek en niet melancholisch wat voor hem als man van de taal voor foeilelijk verguisd vader verfoeide alles wat uitheems zich in nesten probeerde te wringen het dorp naar zijn hand gezet het land naar zijn evenbeeld ontgonnen de bodem van de fles was niet troosteloos genoeg in 1980 was de bom al geplaatst de rus de vijand in het radio-actieve struikgewas in plaats van de vader die zich uitgaf voor leenman voor de foute man op de foute plek, geworteld in 1955 ontworteld sindsdien, ook de plek zweeft tussen gedachtegoed en herinnering, in 1980 waren zijn spoken niet de mijne die ik nu koester hij beloofde me melancholie, maar op zinneloosheid en varen zonder zeil was ik niet voorbereid, je hebt het me ooit eens verteld toen ik nog geen oren had.
Jolies Heij
tsja ik weet het niet. ik houd niet van romans waarin het familieleed centraal wordt gesteld.
UW vragen voor onze LISAN kunt u inzenden, dag en nacht, bij elke stemming, uit een eenzaam bedje of uit een gezellige volle kroeg, vandaag of morgen of later nog – als het maar voor de volgende column op vrijdag is – naar: het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter
Lieve Lisan,
Vanochtend dacht ik ineens dat ik het leuk zou vinden om een lieve Lita site te hebben, een plek waar mensen de meest onzinnige vragen mogen stellen over hun leven over wat wel en niet mag qua etiquette en ook over de liefde, het verlangen en afscheid nemen. Nu ik toch al wekelijks de moeite neem om mijn vragen en observaties op schrift te stellen is het een klein stapje naar vragen van lezers beantwoorden. Ik ben fan van de pagina’s in de Volkskrant waarin lezers elkaar raad geven bij delicate kwesties en ook in de Trouw is een oude gediende al jaren bezig met “hoe het hoort” uit te leggen. Met een stevige dosis humor zou het nog leuker zijn.
Bij het ouder worden, wordt men wijzer zogezegd, als je geluk hebt gehad met het behouden van je geestelijke vermogens. Nou ik heb geluk gehad, meer dan dat. Telkens als ik uit een narcose ontwaakte was ik zoooo blij dat ik nog kon denken en spreken vooral. De laatste keer was ik zo blij dat ik nog een stem had, dat ik in luid zingen ben uitgebarsten op de IC De verpleegkundigen vonden het grappig, vooral omdat ik van een Maria danklied, moeiteloos overschakelde naar een Iers dranklied. En een kinderliedje aanhief toen ik een kindje hoorde huilen. Het was een heel troostrijk gebeuren, voor mij en iedereen die mij bij het ontwaken zag, want ik lééfde en zong.
En troostrijk wil ik ook zijn en blijven.
In leven blijven betekent vooral nog zoveel kunnen meemaken en delen, en in dat delen wil ik wat guller zijn. Centen heb ik niet, wat ik nodig heb is er, maar ik bezit een grote kennis van het leven en ben graag behulpzaam, maar heb ook heel goed geleerd omdat alleen behulpzaam te zijn als het me gevraagd wordt. Ongevraagde hulp wordt niet op prijs gesteld en kan zelfs tot grote misverstanden en ruzies leiden, heb ik ervaren. Ook vaak gezien wat het kapot maakt als anderen het wel doen. De helper weet vaak niet wat hij of zij verkeerd deed, want wilde alleen helpen. De hulpontvanger kan meerdere redenen hebben tot boosheid, omdat hij het bijvoorbeeld zelf wilde oplossen, of er nog niet over wilde praten, er niet aan toe was, of belangrijker nog, de verkeerde hulp kreeg. en dat gebeurt vaker dan we denken, want we denken vanuit onszelf als we een ander ongevraagd helpen en zelden bedenken we eerst wat het voor de ander betekent als je ingrijpt met jouw hulp.
Als iemand naast je van zijn fiets klapt, dan help je natuurlijk meteen, als je de vaardigheden bezit. Zo niet dan bel of roep je zo spoedig om hulp.
In alle andere gevallen, eerst zorgvuldig (be)vragen of de ander jouw aandacht en oplossingen wel wil.
Zo dit was een antwoord op een vraag van een jonge meid, die maar niet snapte waarom haar hlp altijd verkeerd wordt uitgelegd en ik dacht ik deel het met de Pom lezers, zodat meerdere mensen er iets aan hebben.
Maar om met al die opgepotte antwoorden op al die onbeantwoorde vragen te blijven zitten is een verkwisting van kennis en kunde, van de kunst van het leven.
Als ik dan ook nog een beetje commercieel ga denken en voor ieder juist antwoord een kleine vergoeding krijg, dan word ik misschien ook nog eens rijk, met wat ik met liefste doe. In alle rust de tijd nemen voor mensen en ze verder helpen, met grapjes, levenswijsheden en vooral laten weten dat je jezelf niet steeds zo serieus moet nemen. Wel het genieten, altijd het genieten,serieus nemen Voor elke tegenslag is er er een moment dat het meezit, we tellen alleen zo verkeerd.
ik hoop echt dat ie zijn tweewekelijks gedicht elke week aan ons schenkt om de donderdagavond en de nacht naar de vrijdag vol contemplatie te gieten – peter posthumus – zijn heerlijk hard realisme lezen we meteen al in de eerste regels – dank je wel peter:
al dat genadeloos gesodemieter gejakker en gesjagger
Hoi Pom.
al dat genadeloos gesodemieter
gejakker en gesjagger
die hele helse bende
die drijft op oude angsten
op gestolde stress
op zinloosheid , op leegte
op verpletterende overbodigheid
bestemd voor de vergetelheid
zoiets als
golven die ontraceerbaar
beuken op de kust
onstuimig, zonder ballast
ongrijpbaar, zonder houvast
golven zonder zin
zonder verveling
tegen ieder tijdsbesef in
VON SOLO DICHTER, COLUMNIST, PERFORMER EN CINEAST Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
Deel 328. Veertig
Een aluminium, stervormig constructieprofiel. De koelte die
het gaf als ik er met mijn wang tegenaan stond, terwijl ik naar de spelende
kinderen keek. De paaltjes, die vlekken maakten op mijn broek, in de zomer als
het teer smolt. Het smalle gootje van zand tussen diezelfde paaltje bij het
knikkerkuiltje, waarvan ik altijd dacht wel te weten hoe het balletje zou
rollen en een ander het altijd beter bleek te weten. De angst voor grote
pestkoppen, die ik niet snapte, omdat ik pesten niet begreep. En de
verdovingsspuit midden in de wond en het uitschreeuwen van de pijn onder het TL
licht bij de huisarts, nadat mijn moeder tijdens het middageten ontdekte dat ik
een gat in mijn been had. Ik had bij het oversteken een fiets niet gezien,
omdat mijn capuchon te ruim was. Het regende hard. De meester die zei dat toen
hij jong was, ze vochten met messen, terwijl hij het jongetje dat brutaal was
geweest het liefst op zijn donder zou geven, maar niet verder ging dan het
ventje aan zijn arm de klas uit sleuren. Dat zijn mijn herinneringen aan de
lagere school. Een paar maanden geleden werd ik op het dorp van mijn ouders
gewaar dat het gebouw er niet meer stond. Dat deel van mijn jeugd was nu ook
voorgoed verdwenen.
Wat vaag overblijft zijn de gedachten zoals ik ze op kan
schrijven. Daaruit kan ik enkel concluderen dat het geen vrolijke gedachten
zijn. Er zijn ook niet veel herinneringen uit die tijd die ik koester. Voor mij
is er niets herkenbaarder dan wanneer ik mijn zoontje langzaam in een ongeremde
extase zie vervallen, die onvermijdelijk moet eindigen in een huilbui. Geluk is
vanaf mijn jongste herinnering iets breekbaars geweest. Iets waar de vloek van
een zelf vervullende profetie van neergang aan verbonden moest zijn. Geen
voorspoed zonder de altijd aanwezige dreiging van verval. Tot de onbewuste
wetenschap dat gelukkige momenten altijd hetzelfde slot kennen. Hoe ik de
wereld door mijn kleine ogen heb leren kennen heeft mij niet tot een vrolijk
kind gemaakt. Vaak vervloekte ik in mijn vroege tienerjaren mijn denken en wilde
ik niets anders dan al mijn gedachten stilzetten, zodat ik rust zou hebben. Of
wat ik dacht te kunnen noemen, gewoon gelukkig zijn. Zelfmedicatie met alcohol
domineerde de decennia daarna. Maar ook dat kan niet aanhouden. Je maakt nieuwe
mensjes. Waar jij niet de last voor mag vormen. De voorspoed die me ten deel viel,
voelde lang als schuld. Toch is er nooit zoiets als een depressie geweest.
Nooit dat gevoel dat er geen uitweg meer was. Het was meer een gemis. Een
ongeleden verlies. De altijd aanwezige dreiging van het moment van inlossen van
het onzichtbare krediet.
Tot ik op mijn veertigste met mijn gezin bij Brasserie
Wepler zat op de Place de Clichy. We waren net bij de Sacre Coeur geweest en
mijn kinderen aten zeebaars, wat ze anders nooit zouden doen. Voor het eerst
voelde geluk niet zwaar en broos, maar veilig. Op dat moment hield het verleden
op zich te vormen zoals het altijd had gedaan. Waarom dat zo lang heeft geduurd
weet ik niet. In de buik van mijn moeder duurde het negen maanden om verder te
komen. Eenmaal op eigen benen veertig. Je hebt het ook niet door tot het
gebeurt. En het enige dat je dan ineens weet, is dat je nog niks weet. En dat
lucht gigantisch op. Zonder dat je er direct voor hoeft te sterven.