
Naast de deur staan vier rugtassen. Elke rugtas heeft een regenhoes. Ze bevatten
elk een anderhalve literfles water en voor drie dagen instant maaltijden. Kleding is
beperkt tot twee setjes ondergoed en vier dagen sokken. Op een handige plek zit
een dolk, zodat deze ook als de zak op de rug gedragen wordt, makkelijk getrokken
kan worden. Twee van de tassen bevatten een Glock pistool, eveneens op de pak.
Verdere inventaris behelst onder andere binnenbanden voor fietsen, rudimentair
gereedschap, een verbandtrommel en waterfilters. Ernaast aan de kapstok hangen
vier regenjacks. Er staan fietsen klaar met terreinbanden. Verderop in de hal staan
achter slot en grendel staan in de wapenkluis een Walther MP5 machinepistool, een
afgekort jachtgeweer en een AK74 met telescoopvizier en klapkolf.
In de voorraadkast staat voldoende leeftocht voor een week. Daarnaast nog diverse
conserven en voldoende bloem om veel brood mee te maken. Achter in de tuin staan
nog 4 jerrycans met elk 20 liter benzine. Eveneens liggen er op een droge plek
voldoende zakken met houtskoolbriketten, waxinelichtjes en kaarsen. Kostbaarheden
zijn op onopvallende plekken begraven en zodanig afgedekt, dat op het oog niet te
zien is, dat de grond of tegels recentelijk nog beroerd zijn. Verder ziet alles eruit zoals
altijd.
We gaan naar school en naar ons werk. Krijgen zo sporadisch iets mee uit het
nieuws. Eén of andere nitwit minister maant de mensen voldoende water en
toiletpapier in huis te hebben voor tweeënzeventig uur. Onwillekeurig denk ik aan de
‘Duck-and-cover’-filmpjes die in de jaren vijftig vertoon werden in de jaren vijftig van
de vorige eeuw. Waar je verteld werd, dat je het best onder tafel kon gaan zitten, als
de bom viel. Wij moesten daar op de middelbare school erg om lachen. Om deze
bewindsman kan ik niet lachen. Want wat deze regering verzint, gaat dit land en haar
bewoners niet redden, als de pleuris uitbreekt.
Als het in vredestijd al niet lukt om de
zaken fatsoenlijk op orde te krijgen, wat verwacht je dan als er echt een keer wat aan
de hand is. Te laat met zorg als er een pandemie is en vervolgens diezelfde zorg
weer de stront in trappen. Te laat met een leger als de wereld in brand staat, maar
wel goed bezuinigd al die jaren. Te laat met fatsoenlijk onderwijs, dat verstandigere
mensen zou hebben kunnen maken. Te veel mensen kapot door een toeslagaffaires,
jeugdzorg en asielbeleid. Omdat er zogezegd te weinig geld is. Te weinig en te laat,
altijd. Maar geen winstbelasting voor Shell en de grote jongens. Prioriteiten. Monsieur
le Président, je vous fais une lettre…
Landgenoten, gaat u maar rustig slapen. Zorg dat u water, pleepapier en een
zaklamp heeft. En wacht uw NL-alert af.
VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST, PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl