PETER BERGER – Wat een wolk van een baby! (…) – Kijkend in het niets.


Wat een wolk van een baby! Gelukzalig kirrend in d’r wieg op wieltjes. Stevig ingepakt. Kijkend in het niets. Moeders straalt alleen liefde en vraagt hoe het met me gaat. Wat moet ze anders zeggen? Ze kent mij slechts van een toevallige ontmoeting. En met de prille lach van een pasgeborene is alles al gezegd. En gezegend. Toch?

Het was ergens eind zomer. Dat we samen koffie dronken op het bankje even verderop. Daar zat ik toen wel vaker. Toen ik nog koffie dronk. Daar op dat bankje aan de gevel. In de zomerzon. Ze hebben er prima koffie daar. Ik had haar er wel vaker gezien. En zij mij vast ook, want hoewel ze er plompverloren bij zat, schoof ze schuchter naar links en gebaarde met een broos knikje dat ik gerust aan mocht schuiven.

“Het wordt vast een meisje,” zei ik. Toen. Een onbenullige opmerking, toegegeven, maar je moet toch iets zeggen om het ijs te breken? Haar babybuik mocht dan nog wel klein zijn, maar desondanks zichtbaar. Het werd een tranendal. Een en al ellende. Haar doodzieke moeder. Haar broer die er kapot aan ging. En haar vriend die nochtans niet in staat was om voor zichzelf te zorgen, laat staan binnenkort voor een gezin. De situatie dwong haar tot een onmogelijk staaltje jongleren. Alle ballen in de lucht om iedereen van liefde en zorg te voorzien.

Ik had haar er niet naar moeten vragen. Toen. Naar wie er straks voor haar zorgen zou. Straks als de baby. Tranen. En nog meer tranen. “Kweenie.” Stotterde ze onverstaanbaar snotterend. Zoiets zei ze. En ik zei haar dat het vast wel goed zou komen. Dat alles altijd goed komt. Zoiets heb ik toen gezegd. Nauwelijks gerustgesteld droop ze even later bedroefd af. Het hart zakte me in de schoenen.

En kijk haar nu! “Hoe het mij gaat? Onkruid vergaat niet,” flap ik eruit, “en jij bent een hele mooie moeder hoor!” Ze neemt vrolijk lachend mijn felicitaties in ontvangst. “Ik ben gelukkiger dan ooit,” zegt ze. “Enne, mijn liefdesbaby heet trouwens Eva.” Dat kan natuurlijk geen toeval zijn.


PETER BERGER

Share This:

René Brandhoff wint de enige echte virtuele zo ben je aan de wandel zo lig je op zorgvlied – trofee op pomgedichten punt nl

wedstrijd gesloten – commentaar onder de gedichten – René Brandhoff wint de enige echte virtuele zo ben je aan de wandel zo lig je op zorgvlied – trofee op pomgedichten punt nl – Luk Paard zilver – en de dames Labrie, Verrips en Groet brons. mijn felicitaties.

allereerst en voorop mijn woord van dank aan de dichters die instuurden en lieve woorden mij deden toekomen – invoelend en op bijzondere poëtische wijze vorm gegeven. en wat maken ze mij het moeilijk om de eremetalen neer te leggen bij drie gedichten ja welke drie – ok het is als sterren op het doek – er moet gekozen. zo is in het leven ook. je kiest er 5. van harte!

Fijn dat u, weliswaar ontsteld en ontstemd, toch ongeschonden aan deze aanslag bent ontkomen. Uw lotsbestemming zou ook wel bijzonder teleurstellend zijn opgesteld indien uw einde middels een door een ambtenaar bestuurde Nissan Leaf bezegeld zou worden. Dat kan echt beter, waarmee niet gezegd is dat zulks op afzienbare termijn mag gebeuren.
Ik vraag me in gemoede af waarom dit niet heeft geleid tot luidruchtige demonstraties, blokkades van de Kalverpassage, aan kunstwerken gevelponeerde actievoerders en een langdurige schorsing van een willekeurig kamerdebat. Ik vraag de lezers hier: wat heeft ú eigenlijk gedaan aan deze misstand?


deed iedereen dat maar


men vraagt mij wat ik heb gedaan

aan de wereld die brandt en ontploft

wat ik deed toen het kind verdween

in bijna iedereen in naam van niets


wat mijn bijdrage was 

tegen overschreden grenzen

van vrouwen, landen, zwemmers, kandidaten

tegen de wolf of juist er voor

wat deed ik er allemaal aan

waarom was ik niet op straat

niet vastgeplakt aan een gebouw 

hoe kon ik dit laten gebeuren


ik heb er niet aan meegedaan

René Brandhoff


die prachtige laatste regel- die klinkt door de taal heen de huiskamer in – het menselijk onvermogen het menselijk tekort – je kunt er dikke boeken over schrijven – je kunt het ook in één simpele regel neerleggen. (doen)  – soms stijgt een gedicht boven alles en iedereen uit. na de geestige inleiding – ja er zijn vele manieren om dood te gaan – maar sterven in het amstelpark overreden door een nissan door een een ambtenaar – dat kan beter haha- dank je wel René. met humor valt het leven toch weer mee. maar met deze poëzie en dan nog met  die poëtische slotregel is alles even van goud in 020.
  • Anke Labrie – een oma  met een mes
  • René Brandhoff – men vraagt mij wat ik heb gedaan

  • Jorge Bolle – er zouden nu bloemen liggen
  • Karlijn Groet -overal vallen mensen niet netjes gerangschikt 
  • Frans Terken – zwarte inkt lakken over hun woorden
  • Luk Paard – ik had je nog zoveel koetjes kalfjes
  • Rik van Boeckel – in het licht van het groene park
  • Cartouche – blijf dichten dag na dag, carpe diem,
  • Ien Verrips – Ik had je nog willen
wie wint de enige echte virtuele zo ben je aan de wandel zo lig je op zorgvlied – trofee op pomgedichten punt nl?
 

 
ik verhaalde van de week van het besef van tijdelijkheid van je leven – zo wandel je in een park zo lig je op zorgvlied – je staat er niet bij stil tot je er bij stil staat. webmeisje Britt kan er over meepraten. gelukkig niet over zorgvlied. dank aan allen die lieve teksten schreven bij mijn amstelparkmededelingen – dichters kunnen zich in zaken van leven en dood uiten in poëzie – de zondagochtend wedstrijd die geen wedstrijd is – staat deze week  in het teken van dit type tijdelijkheid. jorge bolle en karlijn groet en René Brandhoff stuurden al in – nu u nog – en ook ik zelf sublimeerde het overweldigend trauma in poëzie – ach jullie kennen de regels – geniet het weekend bij leven en welzijn : gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.

 
voor als ik dood ben
 
we hadden het er over
weet je nog
wat jij zou schrijven
daar wil ik ook wel over schrijven
zei ik
 
maar nu ik hier en voor jou
kan ik niks meer
anders dan hopen dat je me
een paar van je woorden
meegeeft
 
als je dan toch
mijn leven moet schrappen
als in een gedicht
een streep door mijn naam
houd ons wijntje er asjeblieft in
 
of onze ontmoetingen
het altijd weer nerveuze begin
ik zie nu hoe mooi het woord
ont-moeting is
ik had het je kunnen zeggen
 
en wat fijn
dat ik het je nu nog kan zeggen
 
pw


 

veilig

een auto in het stille park
een fietser op de stoep
een acteur ladderzat
een oma  met een mes
iemand met een handgranaat
een generaal in oorlogstijd
en het klimaat

maar ook nog tot overmaat 
die ene vreemde cel
in je eigen lijf 
die gewoon 
z’n gang maar gaat

wellicht is het de poëzie   
waarin je veilig wonen kunt

anke labrie
14-12-2024

die oma met een mes – die doet ut hem – een mooie opsomming – de auto in het stille park kreeg net nog een plaatsje in deze galerij van vergankelijkheid en verderf – en ja die acteurs zijn ook niet te vertrouwen haha. de persoonlijke touch de cel die de mens zo kwaad weet te doen. in poëzie is het allemaal nog te harden – in de werkelijkheid – de onveilige wereld –  vloeit het leven soms weg waar je bij staat. ik zeg brons.

Er zouden

er zouden nu
er zouden nu bloemen
er zouden nu bloemen liggen
daar waar de dichter
net
net niet
net niet werd dood gereden
 
jorge bolle

 ik bedankte Jorge al voor dit “schierbeekje”- in de dichtbundel De Deur van de dichter Schierbeek wordt de door Jorge gehanteerde vorm ook beoefend – een soort stotteren in poëzie bij het toenmalige overlijden van de vrouw van schierbeek. Jorge redt mij – net niet dood – schrijft ie – zo was het en zo is het gelukkig goed –  gekomen.

hier ook alles 
 
overal vallen mensen 
niet netjes gerangschikt 
maar her en der 
je hebt je er maar bij neer te leggen
 
daar wordt bijna 
een dichter herdacht
een voortijdige ontstoffelijking
in een park
 
hier wordt alvast een gedicht bedacht 
hoewel er een wachtlijst zijn zal
waar je toch niet op staat
en het eten eigenlijk
altijd tegenvalt
 
toch zul je om je heen kijken 
je afvragen of hij in 
of van de aarde werd
 
of je hem bezoeken 
dan wel met elke adem
inhaleren kunt
 
Karlijn Groet

ja ik kan onmogelijk onpartijdig zijn in deze – karlijn groet de dichter die voorlopig op de vrijdagen de site pomgedichten met een gedicht – ja hoe zeg je dat – op een hoger nivo brengt – het hoge nivo van de site bevestigt – u mag kiezen. een mooie deze. zeker goed voor eremetaal – al is het goud voor rené brandhoff deze week.
Ja, het is iedere dag weer oppassen geblazen om de avond te halen, laten we het leven maar flink blijven vieren, met de virtuele in het weekend bijv.
En een goed glas erbij, dat toch ook zeker!
Weekendgroet,
Frans


Naar het leven

Dat men dichters zo naar het leven staat
zoals een gast met vroemvroemterreur
of een notoire pfasbeschermer
een boomboorder met glyfosaat

je hebt ze in alle soorten en maten
ware matennaaiers zijn het
die verderf zaaien in stad en land
hoe ze loeren op een levenswerk

dat ze dichters niet naar waarde schatten
waar zij voor staan onder de zoden trappen
zwarte inkt lakken over hun woorden
hun alfabet klieven met botte bijl

tot er slechts klinkers resten
van au en ah en oh een laatste zucht
nog aan de lippen ontsnapt

© FT 13.12.2024

als ik een advocaat nodig heb dan huur ik de woorden en de regels en het gedicht in van frans terken deze week. frans schreef een soort – even tot hier – tekst en dan ook geen millimeter meer verder!!. de gemeende woede spat van de woorden af en dank je wel – zo wil een mens – ook een dichter verdedigd worden – tegen lompheid & onbenul – (in alle soorten en matennaaiers) –  precies de woede die ik ook deze week voelde – dank je wel frans.
pom en de wedstrijd…naar aanleiding van zijn nare avontuur…zo wandel je zo lig je op zorgvlied (kerkhof)…ik schrijf dan dit want zelf kan’k nie dood (die gedachte houdt me overeind toch)…maar hoe’et toch kan gaan met wie je lieft….ja dat’et altijd wel’n beetje liefde op ze minst en de dood…’n kombinatie die door’et leventje snijdt…en ik…:

“ ik tast naar jou “

ik had je nog zoveel
koetjes kalfjes en al
die bloemetjes en bijtjes
(‘n zoete verhaal)

jij zou me hande geve
de vingers verstrengeld
zoas’et in de liefde is
houde van mij aan jou

desnoods zoude we doelloos
met enkel jij en ik ergens
ons aan elkaar gelege

nu zet ik’n mooie vaas
met bloempjes rood en blauw
de kleur van jouw houde

reste mij enkel nog de trane
elke dag na elke nacht en
‘et denke van hoeveel
wat nog allemaal zou

terwijl’k in me lege hande
tast naar jou en al de liefde

© luk paard

“zelf kan’k nie dood (die gedachte houdt me overeind toch)” – dat is de ware spirit haha – geweldig Luk – dichters sterven niet – zo is het en zo is het goed.
een liefdesgedicht mogen we hier over ons uitgestort lezen en genieten – de woorden gaan voorbij de dood van de geliefde – de geliefde blijft. die mooie mooie bloempjes ook – om de kleur van de geliefde te houden – ik ga stuk bij zo een regel – prachtig – zilver!
 
 

Hallo Pom
Wat erg dat je bijna aangereden bent in een park. Laat de ambtenaar maar gearresteerd worden. Wandelingen moeten een ieder rust geven.
Met dichterlijke groet 
Rik van Boeckel 

Wandelen in het leven

Wandelen in het leven
zal jou rust kunnen geven

in het licht van het groene park
zullen geen banden mogen rijden

zelfs dichters kunnen schrijven
over de wandel kracht door de tijd

dat is het lied van de natuurlijke realiteit
gezongen door universele stemmen van dag en nacht

dromen dansen door het leven
geen auto mag er de onverwachte dood aan geven.

Rik van Boeckel
rik verheft het wandelen tot een wandeling door de tijd en door het leven –
als een heerlijk rustgevend medicijn in een universeel universum – zo ongeveer. dank je Rik.
 
 

elk moment kun je vallen
uitglijden of aangereden worden
jong of oud en hoe ouder hoe dichter
bij de dood, een flits op straat, in park
of wanneer je voor de spiegel staat

je slaakt een zucht, doet een klacht
tikt een brief, gericht aan weet ik wie
die denkt – wellicht – ojee, de enige
goede dichter is een dode dichter – nee
driewerf nee, dichter zijn is balanceren op

de snede van je handvest waarop te lezen
waar leven is een soortement van dodelijk
bestaan, voortdurend in het teken van
memento mori, hoe afstotelijk zo’n leven
welbeschouwd voor elke man

daar geldt, altijd verder gaan
doe een plas, grijp je pen en blijf
dichten dag na dag, carpe diem, je bent
niet vertrokken, wordt weer verwacht

15-12-2024 / Cartouche

wel heel mooi maar toch net te lang wordt hier in de huiskamer opgemerkt. ik zelf zie het gedicht ook als een toewerken naar die prachtige werkelijk prachtige laatste regel –
 
‘je bent
niet vertrokken, wordt weer verwacht’

maar er zit wel wat in de kritiek geformuleerd in de huiskamer. je kunt ook zeggen Cartouche helpt met die geweldige gouden laatste regel zijn eigen gedicht om zeep.


Ik had je nog willen wijzen 
op die ene roos 
die ondanks kou en regen 
bloeien bleef 
 
ik had je nog willen vragen  
of je misschien dit jaar  
met me mee wil gaan 
de nachtmis 
 
ik had je nog willen zeggen 
van dit en dat en allerlei 
gewone  dingen die naar 
liefde klinken 
 
ik had nog met je willen zwijgen 
delen in het gemis 
de doden die er niet meer zijn 
de stilte 
 
dec. 2024  IEN VERRIPS

ja dit is toch wel een mooie hoor – al is de nachtmis niet echt mijn dingetje – dat bijna melancholieke – ik had je nog … – en toch met vier eenvoudige woordjes wordt een groot gevoel van gemis – eigenlijk het hele leven van wie nooit meer – weer gegeven. dat is het wonder van de  poëzie. ik zeg nog een keer brons.

Share This:

Karlijn groet de vrijdag – we zongen tot het sliep…


rouw

het ligt voor de deur 
zodat er geen weg 
terug is
 
we halen het binnen 
geven alles 
omdat het alles 
van ons vraagt
 
daglicht zodat men 
er niet omheen kan
nacht voor 
als het stilte wil
 
we leggen het 
in ons eigen bed 
stoppen het in 
zingen het 
in slaap
 
we liggen zelf 
op de bank 
en vinden dat prima
 
we hebben iets
om voor te zorgen 
en dat helpt
 
Karlijn Groet

Share This:

VON SOLO – Ik ben graag onder de mensen. Ook al zijn het een miljoen mensen, die me niet kennen…



Afgelopen najaar was ik een weekend in Parijs. Dat is een stad, waar ik altijd graag ronddool en mijn gedachten de vrije loop kan laten. De straten zijn eindeloos. Er is altijd genoeg te drinken en de steak frites zijn de beste ter wereld, als je weet waar je moet zijn. Ik had een hotelkamer die op de bovenste verdieping gelegen was van een aangenaam hotel. De kamer had grote ramen en een douche, die met ramen van de slaapkamer was afgeschermd. Daar houd ik van. In Parijs voel ik me als ik alleen ben nooit eenzaam. Toch bekroop me dit jaar een vaag gevoel van ongemak. Aan mijn hotel en de steaks kon het niet liggen. 

Na twee nachten Parijs reisde ik door naar Het Zuidwesten van Frankrijk. De treinreis duurde vijfenhalf uur, maar was zeer comfortabel en aangenaam. Het landschap veranderde van vlak land naar heuvels en bergen. De wijn en de broodjes deden me goed. Ter hoogte van Limoges begon het donker te worden. Weer bekroop me een gevoel, dat ik in Parijs ook al gewaar was geworden. Als een schaduw. Op mijn bestemming, station Cahors, werd ik precies op tijd op het perron welkom geheten door mijn oude buurman, die me op kwam halen. We reden al bijpratend over de kronkelende donkere wegen naar hun woning in het achterland. De wegen waren onverlicht en het was veel berg op en af. In een scherpe bocht, dacht ik, dat ik een kruis zag staan, zoals je ook ziet op plaatsen waar mensen verongelukt zijn. Ik probeerde het beeld weg te drukken, maar wist dat dat niet zou lukken.

Die avond dronken mijn oude buurvrouw, buurman en ik en aten veel kaas. Nadat de buurvrouw naar bed gegaan was bestudeerden de mannen op het terras van de gîte nog een tijdje de sterren, tot deze langzaam verdronken. Ik was blij dat de buurman ook in de gîte sliep, maar wist niet exact waarom. De volgende ochtend zag ik in mijn berichtjes, dat het de datum was, dat een goede vriend van me acht jaar eerder overleden was. Ook dit bericht probeerde ik niet te zien. De volgende dagen waren hemels. Alleen de nachten sliep ik liever niet alleen in de gîte. De maan werd steeds voller. In de nacht lachten de vossen. Verder was er geen levende ziel op de heuvel en in de bossen behalve wij drie. 

Na vier dagen viel het me zwaar afscheid te nemen van het leven zo ver van alles weg. De bossen, de heuvels, de rivier, mijn favoriete buren, die nog steeds mijn buren waren, de vrijheid, de mooie vrije dagen en de stille nachten. De belofte, dat ik terug zou komen, maakte veel goed. De buurman bracht me in de ochtend weer naar het station in Cahors. Onderweg zag ik dat het kruis, dat ik op de heenweg gezien had een wegwijzer was voor wandelroutes. 

Op de terugweg naar Nederland moest ik bij de overstap in Parijs weer denken aan mijn overleden vriend. Het was alweer donker, maar de maan was alweer kleiner. Ik voelde me op mijn gemak, zo onderweg. Ik ben graag onder de mensen. Ook al zijn het een miljoen mensen, die me niet kennen. Het is om die enkele dolende ziel op een dwaalspoor te houden, tussen de ruis van hartslagen en ademhaling. Mezelf onvindbaar te houden.


VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl

Share This:

gemeente Amsterdam rijdt de Amsterdamse dichter pom wolff van zijn sokken in het Amstelpark – Amsterdam biedt de dichter pom wolff excuus aan


nou ik was bijna dood gisteren. met een rotvaart in zijn onhoorbare elektrieke auto – met een meneer erin – ambtenaar jeroen van V. – deze jeroen reed gisteren met een rotvaart mij bijna omver in het amstelpark om half 10 in de ochtend waar ik elke dag mn wandelingetje maak  en waar ik een paar jaar geleden met bjorn van rozen optrad – precies op die plek in het wandelgebied van het park – meneer  van V. houdt wellicht niet van poëzie – nee meneer had haast – moest blijkbaar naar een vergadering en precies waar je wandelaars niet kunt inhalen ragde meneer met zijn  nissan leaf  langs mij – had ik één teen naar rechts gedaan ik had vandaag met een verbrijzeld been in het onze lieve vrouwengasthuis gelegen. meneer vond het allemaal maar gewoon – je rijdt een park in met duizelingwekkende vaart over een wandelboulevard waar je – als je al een vergunning hebt 5 km per uur mag rijden – je rijdt een dichter omver – je komt toch nog te laat op je vergadering en vervolgens vind je alles maar gewoon.
zijn teamchef en de politie en IK denken daar net even anders over. getuige de excuusbrief vanuit de gemeente Amsterdam:

Beste meneer Wolff,  

Wij hebben net telefonisch contact gehad over uw klacht waarin u aangaf dat een medewerker van de gemeente Amsterdam in een dienstauto te hard en te dicht langs u is gereden in het Amstelpark. Ik vind het ontzettend vervelend om te horen, en ik heb u verteld dat ik de betreffende medewerker gelijk heb aangesproken op zijn (rij)gedrag.

De medewerker geeft aan spijt te hebben, en was zich niet bewust van het te hard rijden. Ik heb hem een waarschuwing gegeven en zal deze week nogmaals het gehele team wijzen op de regels wat betreft rijden in het park. Het is namelijk absoluut niet toegestaan om harder dan 5 km/h te rijden.

Nogmaals, ik vind het heel vervelend dat u zo bent geschrokken en dat er daarna niet juist is gehandeld door de medewerker. Weet dat ik hier actie op heb genomen.

 Namens de medewerker zijn welgemeende excuses,


 Met vriendelijke groet,
Noor Olland
Teammanager Groen, Flora en Fauna
Gebied: Zuid
 
Gemeente Amsterdam
pom en bjorn in het Amstelpark – toen we nog veilig waren
Kan een afbeelding zijn van 3 mensen

John Epke

da’s zwaar naatje, Pom, blij dat je ongedeerd bent 👊

  • Beantwoorden

John Epke

dank je john voor het medeleven – ik zit nog te shaken – geboren in 020 en dan word je door je eigen gemeente bijna naar zorgvlied geholpen.

Frans Bakker

Gelukkig ben je nog onder de levenden Pom!🖌️🍀

  • Beantwoorden

Pom Wolff

dank je Frans – ik ben er nog niet klaar mee. een beetje door een looppark raggen omdat je naar een vergadering moet en te laat bent – en dan nietsvermoedende wandelaars van achteren aanrijden – nee daar klopt iets niet bij de de afdeling groen van de gemeente Amsterdam

Catharina Mastenbroek

Potverdorie. Was je er bijna geweest, Pom. En wat hebben we aan zo’n brief? Een dichter (bijna) aanrijden? Hoe haal je het in je ambtelijke hoofd. Was het nou nog een accountant of een makelaar geweest, …..

Ik ben geschokt en kan mij jouw verbijstering voorstellen. Een vergoeding voor immateriële schade lijkt me hier op zijn plaats.

Een wandeling door het Amstelpark zal hierna immers nooit meer hetzelfde zijn. Ook voor mij niet.

Houd je haaks en ik wens je veel sterkte voor de komende tijd.

Dank je Catharina – ik wil gewoon niet op mn 70ste naar god geholpen worden of naar de onze lieve vrouwen van dat gasthuis in oost – en dan ook nog door mn eigen gemeente – en door zo een lomp figuur die denkt dat ie met duizelingwekkende vaart in zijn gemeente auto door een wandelpark mag raggen.

Max Lerou

Ik zou Buffalo Bill inschakelen

  • dank je Max voor het medeleven

Jorge Bolle

Er zouden

er zouden nu

er zouden nu bloemen

er zouden nu bloemen liggen

daar waar de dichter

net

net niet

net niet werd dood gereden

dank je Jorge voor dit ‘schierbeekje’-

Gerdi Wind

O schrik! Durf ik straks nog wel met mijn hondje in haar rode jasje door het park te lopen? Straks worden er filet americain 😱

Blij dat je het overleefd hebt, Pom!

Goed van je protestactie! Dat zal ‘em eens leren! 💪💪💪

Pom Wolff

dank je Gerdi voor het medeleven. ja jij bent ook direct betrokkene als dagelijks gebruiker van het park met je lieve hondje. ik heb zojuist een filmpje geplaatst van de plaats van het gebeuren. als gemeenteafdelinggroenambtenaar met zijn au…

Meer weergeven

Mandy M. Eggerding

Oh wat ellendig Pom! Ik heb dit ook ooit meegemaakt, fietsend met mijn zoon van toen 5 voorop op het zadeltje op de stang. Politie in een burger auto met kennelijk haast. Hij raakte mijn voorwiel en we gingen finaal onderuit in de vroege ochtend. 10 cm verder en mijn zoon was dood geweest, of allebei.

Ik was jong en heb er vervolgens niet genoeg achteraan gezeten. Ze hebben wel gebeld met excuses maar achteraf had ik een nieuwe fiets moeten eisen, die was namelijk aan diggelen.

Ik had nog dagen de schrik in mijn lijf. En eigenlijk nu nog als ik er aan denk.

Dus ik begrijp je.

Kus

Pom Wolff

dank je Mandy voor je woorden. ‘we leven nog’ zong Ramses – helaas hij niet meer – en ja je spreekt over ‘kennelijke haast’ – nou deze figuur van de afdeling Groen van de Gemeente Amsterdam trof ik onderuitgezakt aan in een vergadering met ongeveer 6 mensen – te beroerd om op te staan – eerst half ontkennen – vervolgens ‘ach ik mag daar toch rijden’ met een gezicht van – morgen rijd ik nog harder – zijn teamchef noemde dat meneer iets had ingezien en later schreef ze mij dat meneer een waarschuwing heeft gekregen. ik zei haar dat meneer op geen enkel moment blijk gaf van enig inzicht. en dat ze waarschijnlijk ook nog door haar werknemer is voorgelogen – deze figuur ziet helemaal niets in – anders zou ie zich wel bij mij melden met een oprecht excuus.

Share This:

VERA JONGEJAN – Daar dus had hij een engel zien zweven…


 Daar dus

Daar dus schoot hij de bal
in een rechte lijn hoog in de hoek
er werd gejuicht en de film
tig keer herhaald.

Daar dus was het gebeurd
achter het riet
eenden vlogen over en snaterden
tijdens het hoogtepunt.

Daar dus was het gouden tientje
in de richel verdwenen
zij had uren gepeuterd
tevergeefs.

Daar dus had hij een engel zien zweven
maar het was niet te bewijzen
het verschijnsel had zich 
niet herhaald.

Bovenop een lantaarn zat een kraai 
die alles wist, daar dus
hij kraste luid 
ik zag hoe pluizig zijn nekveren omhoog
werden bewogen door de wind
en hoe kwetsbaar.

VERA JONGEJAN

Share This:

PETER POSTHUMUS – over de intriges, de complotten catastrofes, oorlog, angsten, ondergang…

de intriges, de complotten
catastrofes, oorlog, angsten, ondergang


Hij sliep meer
dan dattie wakker was
liet wattie laten kon
en kwam z’n stoel niet uit


die paar uur op een dag
dattie tevoorschijn kwam
kropen de kronkels
door de krochten van z’n brein


de intriges, de complotten
catastrofes, oorlog, angsten, ondergang
ongein en ellende
asjeblieft, ó jee en voor hoelang


de meest sombere gedachten en wattie
dan dus deed was
doorgaan, volhouden
en afwachten

PETER POSTHUMUS

Share This:

pom wolff – NEE


nee

het was een dag als alle andere
er lagen dingen op de grond
het was warm de deuren open

je hoorde stemmen
een poes sloop door de tuin
op weg naar wat zich voor zou doen

donkere wolken in de verte
een hoge vrouwenstem
en duidelijk gerinkel

je zou zeggen het hoort erbij
een soort vrolijkheid dat buiten zichzelf mag zijn
eenmaal binnen snel verstomt

je hebt dichters die nergens over schrijven
en dichters die alleen maar wat anderen al eerder
en je hebt dichters met van die trillende lippen
na de laatste regel

nee een dag als alle andere
was het niet
 
pom wolff

Share This:

Peter Berger – horen zien en schrijven


Dat het machtigste rijk op aarde een bananenrepubliek is moge inmiddels wel duidelijk zijn. Op de apenrots, alwaar alle belangrijke beslissingen genomen worden, is het sinds mensenheugenis kommer en kwel. De boze roodharige Baviaan die er binnenkort de scepter zwaait, daar op die rots, heeft onlangs zijn tegenstrever overtuigend verpletterd en danst er sindsdien een lawaaierige malambo die het ganse apenvolk beven doet. Wereldwijd! Want het is een hebberige onbetrouwbare maniak. Die rooie. Zeggen ze. What a circus! 

Zijn voormalige rivaal, een aftandse grijze Gorilla die straks het veld zal moeten ruimen, laat toch nog even de valse tanden zien. Niemand kan het geloven! Dat de aap toch plotsklaps nog uit de mouw kwam. Dat ’ie op de valreep nog even zoonlief die maar niet deugen wil van de dark dungeon redt. Hij heeft immers nog steeds de sleutel. Die grijsaard. Van de dungeon. Heel even nog. Het was dus op het nippertje. En op het randje ook! Maar anders had die Baviaan hem levenslang weggestopt. Op zeker. Misschien erger nog. Terwijl het heus een goeie jongen is. Zoonlief. Volgens die aftandse grijsaard. Een stinkend zaakje is het sowieso. De pot verwijt de ketel.
 
De Yellow Apes in het Verre Oosten zijn not amused met die briesende Baviaan. Straks. Dat gaat ze bananen kosten. Heel veel bananen! Maar er wordt ook gefluisterd dat men er in het Hoge Noorden juist erg content mee is. Met die rooie aan het roer. Want met de Brulaap die daar in het Noorden de scepter zwaait is de Baviaan beste maatjes. Zeggen ze. En dat kan je maar beter zijn ook daar: bevriend met de Brulaap. Dwarsliggers krijgen er zonder pardon een enkele reis naar de vrieskou: een maand of drie voordat het je de nek omdraait. Die kou.

In een ander apenland, ergens centraal gelegen, is men er weer helemaal niet content mee. Want die rooie heeft zonder blikken of blozen te kennen gegeven dat de tijd van free bananas voorbij is. Definitief! En dat vinden de apen daar niet zo mooi! Ervan overtuigd dat zij de enige goeie apen in de hele apenwereld zijn hebben ze immers de wijsheid in pacht! Geloven ze. Maar verder dan een beetje piepen en blazen tegen andere apen grootmachten is het nooit gekomen. Het zijn tandeloze apen zonder ballen. Broekpoepers zijn het. De Euro Apen. Het lijken wel mensen.

Hoe het ook verder gaat, zonder wezenlijke verandering zal het altijd kommer en kwel blijven. In de hele apenwereld. De gewone aap zal zich wederom in zijn lot moeten schikken. Want hoewel alle apen gelijk zijn, zijn sommige apen nu eenmaal meer gelijk dan andere apen. Dat is altijd zo geweest: sociale ladder. Likken en trappen. De aard van het beestje blijkbaar.

PETER BERGER

Share This:

Alja Spaan bij de dood van Inge Boulonois

In memoriam Inge Boulonois ((23 september 1945-3 december 2024)
 

Leven blijft omdat het overgaat
(de tekst op haar rouwkaart)


Inge Boulonois was de best geklede dichter die ik kende, kleuren op elkaar afgestemd, haren glanzend, lach stralend. Zoals ze schreef, zo was ze. Slim, zorgvuldig, veerkrachtig, realistisch, perfectionistisch, altijd op zoek naar het juiste woord en de meest veelzeggende taal en beeldspraak. Dichtkunst vormde haar idioom van geluk. En licht van toon bleef veel ongezegd.
Op de eerste van deze decembermaand kreeg ik een mail van haar waarin ze haar afscheid aankondigde, het was onverdragelijk dat dat in een mail moest. Kort daarvoor had ze haar vernietigende diagnose gekregen en nu al was ze niet sterk genoeg meer om persoonlijk dag te zeggen. In haar mail staat de vrede die ze voelt, ze heeft gedaan wat ze wilde, haar leven voelde ‘af’ en ze dankte voor al die jaren die we samen hadden gehad. Bij Meander, in Atelier9en40, met de muziek, de kunst, in alle warmte. Het was de eerste mail die ze stuurde zonder het vertrouwde haak- of breipatroontje en de vraag waar of ik mee bezig was? Of ik het niet verder wilde vertellen, schreef ze. Een paar dagen later werd haar rouwkaart brutaal in de media gedeeld zoals bij elke dood vriendschap en persoon worden geclaimd. Ze zou er een versje van hebben gemaakt.

Inge was van origine beeldend kunstenaar, studeerde af als psycholoog en schreef sinds het nieuwe millennium gedichten. Ze debuteerde in 2004 met de bibliofiele bundel Ooglijke tijd. Van 2011 tot 2015 was ze stadsdichter van Heerhugowaard. Haar poëzie werd opgenomen in diverse literaire tijdschriften en bloemlezingen en haar werk werd meerdere malen bekroond: Plantage Poëzieprijs (2005), Concept Poëzieprijs (2006), Guido Wulmsprijs (2006), Culturele Centrale Boontje Poëzieprijs (2008), Poëzieprijs Merendree (2009) en de Nieuwegeinse Poëzieprijs (2009).
Ze was redacteur van Het vrije vers, snelsonnettier van gedichten.nl, medewerker van Meander.

Haar eerste bijdrage voor Meander was een Klassieker, in 2005. Ze schreef voor ons recensies van light verse en deed zo nu en dan een interview. Op 19 november was dat er een met Bart Adjudant.
In 2021 verscheen een interview met haar. Een voorpublicatie uit de bundel die zou verschijnen bij haar 80e verjaardag plaatsten we op 26 oktober jl.
Ik, wij, moeten haar laten gaan, met dank aan alles wat ze voor ons betekende en betekent, in het vertrouwen dat ze zelf uitsprak.

© Alja Spaan



Voor in de agenda:
zondag 29 december 16.00 uur verzorg ik samen met enkele lezers en de oprichters van het Nederlands Dagboekarchief een lezing in de Alkenaer,
zaterdag 4 januari 2025 is er een extra lange Reuring om het nieuwjaar in te luiden, aanvang 15.00 uur.

Share This: