MARTIN WIJTGAARD – ‘ Over het latere werk van Vasalis wordt vaak meewarig gedaan, maar als ze op haar 46e was gecrepeerd was ze onaantastbaar geweest.’ – met de originele me-too reactie van good-old BETTIE

martinw1

Live Fast, Die Old

Het is een prachtcliché: wanneer een kunstenaar te jong aan z’n einde komt, wordt vroeg of laat gevraagd welke meesterwerken ons door de neus zijn geboord. Niemand betwijfelt dat ieder nieuw album van Jeff Buckley fenomenaal zou zijn geweest. Marilyn Monroe zou zijn uitgegroeid tot de grand old lady van de Amerikaanse cinema. En hoe lang zou de verbouwing van het Van Goghmuseum hebben geduurd als Vincent de tachtig had gehaald?

Je kunt de vraag ook omkeren. Gek genoeg gebeurt dat zelden. Zou Rimbaud, als hij na z’n negentiende nog een letter op papier had gezet, niet stomweg zijn vergeten? Zouden Hendrix’ gitaarstormen zijn geluwd tot Santana-achtige windjes? Zou Keith Haring zijn ontmaskerd als een neurotische, zichzelf herhalende kriebelaar? Geen hond vraagt het zich af. Er wordt achteloos aangenomen dat ze hun hele leven jong & geniaal zouden zijn gebleven.

Te vroeg gestorven artiesten worden bij overlijden gecanoniseerd en blijven vanaf dat moment bevroren onder een stolp. Buiten loopt de tijd gewoon verder. We worden ouder, krijgen kinderen, maken vergissingen, lezen boeken en vechten oorlogen waar we twintig jaar geleden niet eens van droomden. Maar John Lennon blijft ons wollig aanstaren vanachter dat brilletje. Sylvia Plath, voorgoed opgesloten in haar rol van bedrogen, depressieve huismoeder, is al een halve eeuw een feministische martelares. John Keats zal voor eeuwig een thing of beauty blijven.

Niemand wil geloven dat Jim Morrison, op zijn veertigste, strontvervelende prog-rock zou zijn gaan maken. (Twee woorden, mensen: Ray Manzarek.) Niemand kan zich James Dean op z’n vijftigste voorstellen – als een soort vette Marlon Brando. The horror! The horror!

Dan hebben we het nog niet gehad over de middelmatigheid die we van jong gestorven helden tolereren. Sid Vicious, een van de beroemdste bassisten van de jaren ’70, kon zijn instrument amper vasthouden. Jotie T’Hooft heeft heel mooie gedichten geschreven, maar veel van zijn werk zou bij elke consciëntieuze uitgever in de papierversnipperaar zijn beland. Nick Drake zou zijn afgeserveerd als een saaie neuzelaar, als ‘ie zich niet op zeker ogenblik had volgeduwd met pillen.

Voor kunstenaars met wat meer, euh, zitvlees moet het wel eens frustrerend zijn. Die arme Tolstoj heeft zich tot z’n 82e het lazarus moeten schrijven, terwijl Emily Brontë op een voetstuk staat, allemaal op het krediet van één enkele roman. Over het latere werk van Vasalis wordt vaak meewarig gedaan, maar als ze op haar 46e was gecrepeerd was ze onaantastbaar geweest. Als David Bowie een keertje een zwakke plaat maakt vallen de critici over hem heen, terwijl Kurt Cobain al na 27 jaar en drieënhalve plaat van het gezeik af was. Wie heeft hier nou de wereld verkocht?

Al met al kun je maar het beste een laatbloeier zijn. Het heeft een hoop voordelen. Niemand zet je onder druk om je vroege werk te evenaren. Je kunt tientallen jaren blijven dagdromen over een schitterend debuut. Je kunt je jeugdzonden zelf in de open haard mikken, voor ze in handen vallen van geldzuchtige uitgevers of platenbonzen. En je wordt nog lekker oud op de koop toe.

eij154

Meubilair

Het achteloze savoir-faire
waarmee een man van zestig jaar
een opdracht op het schutblad krast
gaat hem nog niet zo lekker af,

nu plotseling, zoals dat heet,
‘een nieuw publiek zijn werk ontdekt’
en hij na jaren lauw applaus
probleemloos volle zalen trekt,

nu vier decennia te laat
zijn jongensdroom bevredigd wordt
door een gehoor van jonge vrouwen
dat Stimorols zit bloot te kauwen

en in de leuke startersflat
zijn bundel op het plankje schikt
tussen de ansicht van Doisneau
en het cd’tje van Piaf.

Nu enkel nog de Rietveldstoel
en het is af.

Martin Wijtgaard

Amsterdam

Share This:

Gepubliceerd door Pom Wolff

Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman. In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes. Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'. Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.) 'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.

Doe mee met de conversatie

1 reactie

  1. Bettie zojuist in de gang op 8 hoog in de VU: ‘over schrijven gesproken. mneer wijtgaard ken er wat van mneer wolluf. heb ie zn blinde darm nog, ik wil hem heel graag verzorgen. met of zonder. ‘

Laat een reactie achter