Cartouche wint de enige echte virtuele – en tot waar of tot wie brengt dit nummer U – trofee op pomgedichten dit weekend – Ien Verrips en Petra Maria zilver, brons voor Rik van Boeckel

prachtige gedichten deze week bij een bijzonder bezongen thema. voor uw webmaster sprongen drie gedichten eruit. bijzonder van eenvoud, van taalkracht en van en in beschreven romantiek. alle dichters bedankt voor het prachtige werk. maar de metalen moeten verdeeld tussen Cartouche, Petra Maria en Ien Verrips. ik zeg goud en 2x zilver – doen we brons voor Rik van Boeckel. onder de gedichten de verantwoording. te mooi om waar te zijn de poëzie deze week. de winnaars van harte.


Petra Maria: maar dat is nu die berg geluk
Anne Borsboom: Doe de deur dicht in het donker draag je geen groen
Frans Terken: dat dit zoveel meer is dan nu
Rik van Boeckel: ligt weemoed in stenen verborgen
Ien Verrips: het is zo goed jouw naam te horen
Erika de Stercke: was je maar dichtbij
Anke Labrie: onverwacht een flard muziek of een lied dat ze altijd
Peter posthumus: Jij met je rompertje
Cartouche: hoe onbevangen, hopeloos jong we waren

Lucia

Ach ja – weet je nog- toen we botsten
om het hardst tegen elkaar op de kermis
wij samen de roos probeerden te vangen
met een zuurstok en twee suikerspinnen na
 
je me deed oprichten, de pluim voor je ving
hoe onbevangen, hopeloos jong we waren
een paar uur, dagen een heel leven scheen
en  tijd , gaten ging slijten in ons beiden
 
we uitvlogen en de einder zochten tot
de maat der dingen begon te wringen
onze voet de Italiaanse laars ontgroeide
ging knellen en Mephisto het overnam
 
het pad van voortgang en aanpassing
ik nooit vergeten zal hoe jij, Lucinda
me het licht liet zien- je stralende blik
in de rups van die pre-coronatijd toen
 
afstand nog compleet ondenkbaar
ik nooit vergeten kan – elk jaar opnieuw
hoe de zomer – zij het in semi-lockdown
ons om een nieuwe kermis roepen  blijft
 
140620
Cartouche

–>
Cartouche waagt zich aan een gedicht van het licht. keurig 20 regels in het cartouche gelid gegoten. en ach ja ik herinner me ook de kleine kermis, de gevangen pluim bij het rondgaan. de kaneelstok en de suikerspinnen. hij kan het wel hoor cartouche. bijna zeg je dat na zo een eerste strofe wel een liedje gezongen kan worden. en c de pirate zingt dan ook dat liedje. hoe hopeloos jong, en hoe de tijd gaten deed slijten in de geliefden van weleer. mijn romantische hart slaat op hol – het is die jeugdliefde – elke jeugdliefde die hier wordt geraakt. in ons allemaal gesleten en dat Cartouche er verlichte woorden van liefde aan geeft.
wie wint de enige echte virtuele – en tot waar, tot wie brengt dit nummer U – trofee op pomgedichten dit weekend? de Nederlandse vertaling onder ‘reactie’.
u kent de regels: de gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.



is er nog iemand die van mij houden wil


iemand die zegt:
je was lief voor me, die avond
je hielp me in het weten
hoe het was om naast je te zijn
in zo heel veel

in hoe je deed en altijd doet, die kleine gebaren
waarin je me voor laat gaan bij een deur
in hoe je naast me zat en keek
zo mooi, meer dan mooi
meer dan zeldzaam, onbenoembaar

iemand die zegt:
dat er een liefde in mijn leven was en is
die bijzonderder is dan alle liefdes die ik kende
bijzonderder dan liefdes die ik in boeken lees
of die ik me ooit voor had kunnen stellen

steeds dieper voel ik dat
door alles wat we mee maakten
door alles heen
om bij elkaar uit te kunnen komen
om elke keer weer te kunnen kijken zoals die eerste keer

iemand die zegt:
dat de stilte in mij waarop ik altijd terug kan vallen
daar waar verder niemand is
waar ik ooit alleen met me zelf sprak

iemand die dan zegt:
dáár ben jij en ga je niet
én dieper kan niet
dieper bestaat niet, lief


pomwolff

het mag zo zijn

ik wandel soms
uit leegte
dezelfde paden
door het bos

dan sta ik stil
waar jij ook stilstond
tussen berkenstammen
wachtend op het licht

dan hoor ik
de schrille zang
van het roodborstje
verdwaal ik zonder jou

maar dat is nu
die berg geluk
die mij als een plotse
hagelbui overvalt

ik ben niet zonder jou

petra maria


–>
een gedicht dat compleet is – binnen de twintig regels regel die deze week hieronder en ook door webmaster niet zo nauw is genomen – in verband met noodzaak de uitzondering. volgende week strenger. petra is niet zonder de geliefde – de automatische wandeling die overgaat in een bewustzijn van schitterend geluk. wie over een verleden wil schrijven hij of zij schrijve zoals petra maria hier schrijft. dat het soms zo mag zijn. we gunnen het iedereen, ons zelf en petra maria.



Dat jij wist van mijn verknipte clitoris
Van dat er onder mijn oksels niets meer groeide
Er nergens nog een haar beter als de discussie ontplofte

Je altijd, bijna altijd zei: Doe de deur dicht in het donker draag je geen groen
Dat je weet dat ik er niet ben als alle lampen uit zijn
Dat je dat naar vindt en ik ze toch niet open
Energie is duur als deuren dicht zijn.

Anne Borsboom

–>
een persoonlijke optekening der dingen en gevoelens die blijkbaar lang meegaan en oplichten in het holst van donkere nachten. dan wil het nog wel eens spoken. zo lees ik de woorden van anne.
 
‘Dat je weet dat ik er niet ben als alle lampen uit zijn…’

soms voel je de pijn door de woorden heen – geen reden om ze niet te schrijven. wel moedig om ze wel te schrijven. anne schrijft hier door de grenzen heen, dat het niet uitmaakt waar het donker is, in douce france of in het laagland met de regen. soms willen de dingen niet meer verzwegen. kunnen ze niet meer.



Dichter bij de wind

Niet dat de zwaarste wind
ooit wegblaast wat we samen
aan liefde door de tijd sleepten

steeds die hand op de schouder
houvast bij rumoer in de buitenwereld
de kracht die we diep binnenin

zoals je met een gebaar
een blik zegt wat we van ons weten
dat dit zoveel meer is dan nu

herinneringen ingepakt en
bewaard als snoep in een trommel
om bij honger naar te grijpen

hoe ze niet kunnen verwaaien
jij met mij in quarantaine
tegen het grote vergeten

© FT 13.06.2020

–>
de herinneringen op een veilige plaats, een blik voor twee van herkenning. zoals ook in de psychologie wordt aangeraden om de zware dingen voor even op te bergen in een doosje. dat altijd weer geopend kan en mag – dat ook weer gesloten kan worden om vrijer te kunnen ademen. het grote vergeten op die veilige plaats neergelegd waar twee van weten. een blik is genoeg.
Tijdloze weemoed

Tijdloze weemoed
straalt liefde en verdriet uit
als ouderdom nadert
jeugd verlatenheid zoekt

bij graven van ouders
ligt weemoed in stenen verborgen
het eigen hart roept stil:
we zullen doorgaan

wat voorbij is verliest tijd
de winnaar van leven en liefde
waait mee op de wind
stijgt op in de toekomst.

Rik van Boeckel
13 juni 2020

–>
ja een echte van rik van boeckel weer, met veel empathie geschreven. de verbinding tussen verleden en toekomst geschetst als het leven- de verbinding tussen de ouders en de kinderen in weemoed – in stenen en liefde geschreven. hoe je je in de tijd kan verliezen. hoe we ons allemaal in de tijd verliezen. prachtig. ik val even tijdloos stil.
 

zo zoet is het jouw naam
te noemen te vormen
met mijn mond de klank
de tinteling
die dat teweegbrengt
bij wie onze vrienden waren
vrienden nog
er wordt op jou geklonken
het is zo goed jouw naam te horen
eensgezind
jouw naam te noemen
 
 
Ien Verrips

–>
geen woord teveel – hoe een naam weer te belichamen – nou zo dan. het ene gedicht vandaag nog indringender – ik zeg indringenderder – dan het andere. hoe een verleden weer te benoemen – met je mond zacht en teder de klanken zo dat ze tintelen.

geur van meeldraden

wat ben je ver weg
nu de dagen lengen 
tussen de plooien 
van verwachtingen

het paard in mij galoppeert 
over de heuvels en zoekt  
wat ik omarmen wil
nu de nacht 
een lome stem heeft
en de muggen voldaan
op de muren rusten

naast de planten speelt
het bewierookte licht
een schimmenspel 
van gewichtloosheid

in de schemering van 
dichtgeklapte lelies 
dwaalt het stuifmeel 
als een sluiper naar 
mijn lippen 
ik lik voor ze barsten 

de droge lucht dempt
het hoefgetrappel 
was je maar dichtbij 
  
Erika De Stercke 
–>
erika heeft de dichteres in haar op ons losgelaten. niet doen. en pas in de laatste regel komen we uit bij het ultieme gevoel – zoals de taal moet zijn – zonder poespas. ‘was je maar dichtbij’ – en erika na deze regel het gedicht graag. asjeblieft geen plooien van verwachtingen, paarden die galopperen of dichtklappende lelies. neen alleen de eenvoud van het gezongen lied, de eenvoud van die prachtige laatste regel: ‘was je maar dichtbij’ – het verlangen naar hoe het was, de mogelijkheid om met taal of met een lied wat voorbij is nog een keer heel dichtbij te laten komen.




haar hersens doen al jaren overwerk
om steeds weer te beseffen
dat als
 
hij zou niet meer kunnen praten
niet meer kunnen lopen
hij zou nooit meer
 
soms neemt haar hart het over
onverwacht een flard muziek
of een lied dat ze altijd
 
toen ze gisteren verdwaalde
dat bankje daar ineens
in het door hen ontdekte laantje
 
een hart kan ook verdwalen
maar komt altijd weer thuis
 
anke labrie
(14-06-2020)


–>
ook door anke de wandeling beschreven om het moment van herinneren vorm te geven. met hart en ziel geschreven. zeker als de woorden stokken zoals in de eerste strofen van het gedicht.

Jij met je rompertje
je heldere ogen
die van een wijsgeer
die de wereld ziet

ik liet je zoeken
ik liet je gaan
lang voordat je wist
dat je bestond

wat had ik je te bieden
wat had ik je je zeggen
zonder zelf nog
ergens in te geloven

mocht er ooit iets mis gaan
geloof me
het was niet je moeder
maar wij zijn elkaar
voor altijd kwijt

je komt nog weleens langs
dat is dan
op Facebook
wij zijn weg
wij zijn zoek

Peter Posthumus

–>
ja met dat rompertje. dat rompertje werkt op mijn lachspieren. een soort hans teeuwen opening van een gedicht. niet dat ik teeuwen fan ben – hopeloos verouderd met zijn 50 jaren en zo vroeg al – die teeuwen. nee niet best. de kritiek zal niet mals zijn. wie teeuwen nu nog goed vindt is lelijk in het verleden blijven hangen. maar los van teeuwen het rompertje is leuk. en het verhaal is op zich droevig. we lezen over een afscheid. zelf zou ik voor drie strofen kiezen – de eerste, de tweede en de laatste. dan heb je een goed gedicht zonder particuliere dingen. die voor de lezer niet echt hoeven.

Share This:

Gepubliceerd door Pom Wolff

Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman. In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes. Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'. Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.) 'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.

Doe mee met de conversatie

5 reacties

  1. Nederlandse vertaling:
    Gezeten op een bankje 5 minuten met jou
    Kijkend naar de mensen die er nog meer zijn
    Pratend over de goede tijden, wie dood is en wie zijn teruggekomen
    Terwijl ik je kleine vingers met mijn hand streel
    Terwijl we wat te eten geven aan die gekke duiven
    Hun pootjes driftig trappelend op de grond
    Luisterend naar je lach die opklimt tegen de muren
    Die me meestal opbeuren
    Je vertellen waarom ik een beetje in mineur ben
    De geweldige bonbons die we pikten in de winkel
    Zwart/wit en mints, caramel voor 1 franc
    En de salmiaksnoepjes met verrassing

    Lopend in de regen 5 minuten met jou
    Kijkend naar het levend zoals het nu is
    Vertellend met de blik naar de grond
    Een beetje praten over je moeder
    En dan springen we in de plassen om te spetteren
    En lachen we en vergeten we te zeuren
    Luisterend naar je lach alsof je de zee hoort
    Ik stop even en wil terug gaan
    Om je vooral te vertellen over karamelrepen en de kokosrepen
    En de echte babbelaars die aan je lippen kleefden
    En een aanslag waren op onze tanden
    En de salmiaksnoepjes met verrassing

    Gezeten op een bankje 5 minuten met jou
    Kijkend naar de ondergaande zon
    Pratend over de goede tijden, wie dood is en over kan me niet schelen wat
    Te zeggen dat wij niet slechtwillend zijn
    Dat als ik gek ben, ik dat alleen ben in jouw ogen
    Want dat is het voordeel van samen zijn
    Horend jouw lach die wegsterft in de verte
    Samen met het gekrijs van de vogels
    En je te vertellen om van het leven te houden
    En lief te hebben, zelfs als de tijd een moordenaar is
    En de lach van een kind mee te nemen
    En de salmiaksnoepjes met verrassing
    En de salmiaksnoepjes met verrassing

  2. het mag zo zijn

    ik wandel soms
    uit leegte
    dezelfde paden
    door het bos

    dan sta ik stil
    waar jij ook stilstond
    tussen berkenstammen
    wachtend op het licht

    dan hoor ik
    de schrille zang
    van het roodborstje
    verdwaal ik zonder jou

    maar dat is nu
    die berg geluk
    die mij als een plotse
    hagelbui overvalt

    ik ben niet zonder jou

    petra maria

  3. Dichter bij de wind

    Niet dat de zwaarste wind
    ooit wegblaast wat we samen
    aan liefde door de tijd sleepten

    steeds die hand op de schouder
    houvast bij rumoer in de buitenwereld
    de kracht die we diep binnenin

    zoals je met een gebaar
    een blik zegt wat we van ons weten
    dat dit zoveel meer is dan nu

    herinneringen ingepakt en
    bewaard als snoep in een trommel
    om bij honger naar te grijpen

    hoe ze niet kunnen verwaaien
    jij met mij in quarantaine
    tegen het grote vergeten

    © FT 13.06.2020

  4. Goedemorgen Pom, er staan een paar coupletten dubbel in bij mij.
    Groetjes Petra

Laat een reactie achter